29 230
Wijziging van diverse wetten op het terrein van VWS, teneinde enkele wetstechnische gebreken te herstellen of andere wijzigingen van ondergeschikte aard aan te brengen (Technische aanpassingen van VWS-wetgeving 2003)

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

Wetgeving is mensenwerk. Bij de vele (wijzigings)wetten die jaarlijks tot stand komen, is het onvermijdelijk dat af en toe (wets)technische onvolkomenheden insluipen. Dit wetsvoorstel strekt tot het herstel van dergelijke gebreken in een aantal wetten op het werkterrein van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die gebreken betreffen fouten, zoals verschrijvingen, onjuiste verwijzingen, wetswijzigingen waarbij een foutief artikel- of lidnummer werd genoemd, e.d. Daarnaast wordt een enkele wijziging van ondergeschikte aard aangebracht. Daarbij gaat het om wijzigingen in een bepaling die ooit correct is geweest, maar door het enkele tijdverloop of door wijzigingen in externe omstandigheden niet meer geheel correct de rechtswerkelijkheid weergeeft. Een voorbeeld daarvan kan gevonden worden in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Opiumwet, waar de in een ver verleden gehanteerde naam «Volksgezondheid en Milieuhygiëne» nog niet is gewijzigd in Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Beide typen wijzigingen zijn nadrukkelijk niet bedoeld voor beleidsinhoudelijke wijzigingen. De redenen voor de wijzigingen zijn meestal zo vanzelfsprekend dat zij eigenlijk geen toelichting behoeven. Toch is in het artikelsgewijze deel van deze toelichting getracht de lezer op het goede spoor te zetten door een summiere aanduiding te geven van de reden om te komen tot de wijziging.

Tot slot zij opgemerkt dat het onderhavige voorstel van wet geen (nieuwe) verplichtingen tot informatieverstrekking voor het bedrijfsleven in het leven roept en derhalve niet relevant is in het kader van de vermindering van de administratieve lasten.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

Dit artikel bevat een aantal correcties in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).

Onder A wordt gecorrigeerd dat in het zevende lid van artikel 36 wordt verwezen naar het bij of krachtens hoofdstuk III bepaalde. De zinsnede «of krachtens» kan worden geschrapt, aangezien in hoofdstuk III niet voorzien wordt in de mogelijkheid van (sub)delegatie.

Bij een eerdere wijziging van de Wet BIG is de zinsnede die in onderdeel B komt te vervallen, ten onrechte in artikel 49 blijven staan.

De artikelen 65 en 66 van de Wet BIG regelen (onder meer) welke ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid welke rol kunnen vervullen betreffende een procedure in eerste aanleg bij een regionaal tuchtcollege. Abusievelijk wordt in artikel 66, tweede lid, alleen de regionale inspecteur vermeld. Onderdeel C corrigeert dat.

In artikel 82 wordt ten onrechte nog verwezen naar het vervallen artikel 58. Daar wordt onder D een einde aan gemaakt.

Door een onjuist geredigeerde eerdere wijziging van artikel 101 zijn in die bepaling twee komma's achtergebleven. Deze worden in onderdeel E verwijderd.

Artikel II

Onder A wordt de benaming van het hier bedoelde departement geactualiseerd.

Onder B wordt een verschrijving – de overtollige n – gecorrigeerd.

Artikel III

De verouderde guldenbedragen in de wettelijk maxima van op te leggen bestuurlijke boeten zijn omgezet in euro's. Om vreemde bedragen met dubbeltjes en centen te vermijden, is dit geschied door afronding naar beneden in ronde bedragen. Zo wordt ƒ 1 000 000,– niet € 453 780,22, maar € 450 000. Eenzelfde systematiek is eerder onder meer gevolgd bij wijzigingen in de boetenbijlage bij de Tabakswet. Zie in dit verband ook de brief van Minister van Justitie d.d. 30 mei 2001 inzake de Aanpassingswet euro, Kamerstukken II 2000/01, 27 472, nr. 7.

Artikel IV

In de aanduiding van het College sanering in artikel 12a van de Wet ambulancevervoer wordt abusievelijk gesproken over zorgvoorzieningen in plaats van ziekenhuisvoorzieningen. Met de wijziging wordt de tekst gecorrigeerd en in overeenstemming gebracht met artikel 2m van de Wet ziekenhuisvoorzieningen.

Artikel V

Bij verwijzing naar een ander lid van hetzelfde artikel pleegt men zulks niet te doen door vermelding van het artikelnummer. Met de wijziging is de terminologie aangepast aan de gebruikelijke.

Artikel VI

In 1976 en in 1981 (Trb 1976, 15 en Trb. 1981, 192) is door de Wereld Gezondheidsorganisatie de Internationale Gezondheidsregeling aangepast door de artikelen 18, 63, 65 tot en met 69 en 83 tot en met 88 te schrappen. Een deel van de Internationale Gezondheidsregeling is daardoor vernummerd met als gevolg dat de verwijzingen in de Quarantainewet naar artikelen uit de Internationale Gezondheidsregeling niet meer kloppen. Ook zijn de aanhangsels 2 en 5 ingetrokken, waardoor ook de aanhangsels vernummerd zijn. De verwijzingen in de Quarantaine-wet worden hierbij aangepast.

Artikelen VII en VIII

Ten aanzien van artikel VII en artikel VIII, onderdeel B, zij het volgende opgemerkt. Zowel in artikel 5, derde lid, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting als in artikel 14, achtste lid, van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen wordt de regeling van de vacatiegelden, alsmede de regeling van de vergoedingen van reis- en verblijfkosten voor de in het kader van die wetgeving werkzame commissie, respectievelijk het bestuur van de Stichting donorgegevens kunstmatige inseminatie opgedragen aan de Kroon door middel van een algemene maatregel van bestuur. Het is naar het oordeel van de regering een te omslachtige methode om de Kroon te belasten met de regeling van zo'n eenvoudige, in hoge mate gestandaardiseerde aangelegenheid. Vandaar dat hier wordt gekozen voor vervanging van de regeling bij algemene maatregel van bestuur door het meer geëigende niveau van de ministeriële regeling.

Op basis van het derde lid van artikel 7 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen is het Tijdelijk besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen tot stand gebracht. In verband met het aanstaande vervallen van dit besluit op 1 september 2003 is een nieuw besluit in voorbereiding. Dit nieuwe besluit bevat onderdelen waarvan de regeling zonder bezwaar bij ministeriële regeling zou kunnen plaatsvinden, indien hiervoor een grondslag in artikel 7, derde lid, van de wet zou bestaan. Te denken valt aan (geringe) bedragen, die naar hun aard met een zekere regelmaat zouden moeten worden gewijzigd. Voor die wijzigingen zou alsdan de voorhangprocedure niet meer gevolgd behoeven te worden. Om een opzet in deze zin in de toekomst mogelijk te maken, wordt in artikel VIII, onderdeel A, voorgesteld de delegatiebepaling in artikel 7, derde lid, te verruimen tot bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, voor zover het gaat om geldbedragen die naar hun aard met regelmaat wijziging behoeven.

Artikel IX

Dit artikel bevat een aantal correcties in de Ziekenfondswet.

De wijzigingen in de onderdelen A en B behelzen het schrappen van de strafbepalingen in de artikelen 89a en 89b van de Ziekenfondswet. Deze artikelen hebben hun belang verloren sedert de Wet concentratie strafbaarstelling frauduleuze gedragingen (Stb. 2000, 40).

Bij de Wet 14 november 2002 (Stb. 583), betreffende de opheffing van de afzonderlijke kas voor zeelieden uit het Algemeen Ziekenfonds is artikel 1q, vierde lid, van de Ziekenfondswet geschrapt. Dit brengt mee dat deze bepaling ook uit de opsomming van artikel 93a, eerste lid, kan worden geschrapt. Bovendien wordt in dezelfde opsomming na «15, eerste en zesde lid» een komma geplaatst.

De wijziging in onderdeel D brengt mee dat voortaan de voordracht voor alle algemene maatregelen van bestuur op grond van artikel 8 – en niet slechts die op grond van artikel 8, tweede lid – alleen nog geschieden in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor zover die maatregelen gevolgen hebben voor de (hoogte van de) procentuele ziekenfondspremie.

Artikel X

De wijziging van artikel 16, vierde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen houdt verband met het herstel van een wetstechnische misslag. Bij de wet van 22 juni 2000 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen op technische punten onder meer naar aanleiding van de evaluatie (Stb. 292) is de wijzigingsopdracht van artikel 16, vierde lid, in artikel I, onderdeel D, foutief geformuleerd. Als gevolg daarvan zijn enkele volzinnen in de wettekst blijven staan, die hadden moeten vervallen.

Artikel XI

Dit artikel bevat een aantal correcties in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Bij de Wet van 13 december 2000 (Stb. 2001, 23) is de laatste volzin in artikel 6, eerste lid, van de AWBZ geschrapt. Toen is nagelaten artikel 6, vierde lid, van de AWBZ daaraan aan te passen door de verwijzing naar het eerste lid niet te beperken tot de laatste volzin. In onderdeel A wordt deze wetstechnische misslag hersteld.

De wijzigingen in de onderdelen B en C brengen mee dat voortaan de voordracht voor alle algemene maatregelen van bestuur op grond van artikel 6 – en niet slechts die op grond van artikel 6, eerste lid – alleen nog geschieden in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor zover die maatregelen gevolgen hebben voor de (hoogte van de) AWBZ-premie. Deze wijziging is de pendant van die in artikel IX, onderdeel D, met betrekking tot de Ziekenfondswet.

Artikel XII

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gesteld op de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Op deze wijze wordt rekening gehouden met de Tijdelijke referendumwet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven