nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2004
Hierbij bied ik u het concept-Besluit uitvoering sociale werkvoorziening
en begeleid werken aan.1 Aanpassing van verschillende
besluiten op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is noodzakelijk
als gevolg van het voorstel van wet tot Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening
en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen met name in verband
met de overgang van de indicatiestelling voor de sociale werkvoorziening van
de gemeenten naar de Centrale organisatie werk en inkomen en verruiming van
de mogelijkheden tot begeleid werken in het kader van de Wet sociale werkvoorziening,
alsmede een aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet
terzake, dat op 6 april jl. door uw kamer is aangenomen (Kamerstukken
29 225).
In het kader van vereenvoudiging van regelgeving is er voor gekozen de
bestaande vier besluiten (Besluit indicatie sociale werkvoorziening, Besluit
financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening, Besluit arbeidsinpassing
en begeleiding sociale werkvoorziening en Besluit vaststelling subsidie Wet
sociale werkvoorziening) tot één besluit te integreren.
Overlegging geschiedt met in achtneming van het vierde lid van artikel
7, het vierde lid van artikel 8 en het zesde lid van artikel 11 van de Wsw,
zoals deze leden komen te luiden na inwerkingtreding van genoemd wetsvoorstel.
Deze leden schrijven voor dat de voordracht voor de op grond van die bepalingen
vast te stellen algemene maatregel van bestuur niet eerder wordt gedaan dan
vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Datum overdracht indicatiestelling
Op 1 april vond de plenaire behandeling van het wetsvoorstel dat
voorziet in de overdracht van de Wsw-indicatiestelling van gemeenten naar
CWI1 plaats. Ook de voorgenomen overdrachtsdatum
van 1 oktober 2004 is tijdens deze behandeling aan de orde geweest, onder
meer naar aanleiding van de (aangehouden) motie Bruls c.s.2.
Ten aanzien van de overdrachtsdatum heb ik aangegeven dat ik bij het bepalen
van de definitieve overdrachtsdatum drie randvoorwaarden stel, die alle drie
op de datum van overdracht op een voldoende peil moeten zijn om de kwaliteit
van de indicatiestelling bij CWI vanaf het eerste moment te kunnen garanderen.
Het gaat hierbij om de aanwezigheid bij CWI van voldoende en voldoende opgeleid
personeel, de benodigde ICT-infrastructuur en de contracten met externe (medisch)
deskundigen. Ik heb uw Kamer toegezegd op basis van deze randvoorwaarden samen
met CWI een zorgvuldige afweging te maken van de haalbaarheid van de overdrachtsdatum.
Mede naar aanleiding van deze toezegging heb ik over de overdrachtsdatum
nader overleg gevoerd met CWI. Hieruit is gebleken dat de datum van 1 oktober
door CWI weliswaar niet onhaalbaar, maar wel zeer krap wordt geacht. Om elk
risico uit te sluiten heb ik daarom in overleg met CWI besloten de definitieve
overdrachtsdatum te stellen op 1 januari 2005.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
1Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 225.
XNoot
2Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 225, nr. 12.