29 212
Wijziging van de Wet op het notarisambt (Reparatiewet Wet op het notarisambt)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 maart 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I wordt gewijzigd als volgt:

1. Na onderdeel E wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid, tweede volzin, komt te luiden: Hij doet daarbij opgave van de gemeente waar hij voornemens is zich te vestigen en geeft daarbij, in geval van vestiging buiten het arrondissement, aan of hij gebruik wil maken van de bevoegdheid, bedoeld in het zesde lid.

2. In het zesde lid wordt «is hij niet bevoegd» vervangen door: is hij bevoegd.

2. Na onderdeel G worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Ga

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

1. De KNB houdt een protocollenregister waarin van iedere notaris de volgende gegevens worden opgenomen:

a. zijn naam en plaats van vestiging;

b. het nummer dat op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op het centraal testamentenregister aan hem is toegekend;

c. de namen van de notarissen van wie hij een protocol heeft overgenomen en welk protocol nog onder hem berust, met vermelding van hun plaats van vestiging en de periode gedurende welke zij in functie waren.

2. Het register ligt bij de KNB voor een ieder ter inzage.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het register en de wijze waarop het wordt bijgehouden.

Gb

In artikel 15, eerste lid, eerste volzin, wordt «of zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen» vervangen door: of zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen zonder medeneming van zijn protocol.

3. In artikel 43, derde lid, tweede volzin, onderdeel U, subonderdeel 3, wordt «bladzijde» vervangen door: blad en «bladzijden» door: bladen.

4. Onderdeel W wordt gewijzigd als volgt:

a. De aanhef wordt vervangen door: Artikel 49, eerste en tweede lid, wordt vervangen door:

b. Aan artikel 49, eerste lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onder degene die een recht ontleent aan de inhoud van de akte als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt mede begrepen degene die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren, doch slechts ten aanzien van het desbetreffende onderdeel van die wilsbeschikking.

5. Na onderdeel W wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Wa

Artikel 53 wordt gewijzigd als volgt:

1. Een nieuw lid wordt toegevoegd, luidende:

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze waarop elektronische afschriften en elektronische uittreksels van akten worden vervaardigd.

2. Voor het eerste lid wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

6. Na onderdeel AA wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

AAa

In artikel 61, tweede lid, wordt de tweede volzin vervangen door: Tevens kunnen bij verordening regels worden gesteld betreffende de bevordering van de vakbekwaamheid van de leden en de kwaliteit van de beroepsuitoefening.

7. Na onderdeel NN wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

NNa

Artikel 110 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vierde lid, eerste volzin, wordt «twee leden» vervangen door: vier leden.

2. In het vierde lid, vierde volzin, wordt «het andere lid moet» vervangen door: de andere leden moeten.

8. In onderdeel QQ, subonderdeel 2, wordt de aanduiding «5.» vervangen door: 6.

Toelichting

De onderdelen 3, 4 en 6 zijn reeds toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag.

1 (Ea) en 2 (Ga en Gb). Artikel 10 biedt de notaris de mogelijkheid zich in een andere plaats, ook buiten zijn arrondissement, te vestigen. Als de notaris zich opnieuw vestigt binnen hetzelfde arrondissement, mag hij zijn protocol meenemen. Vestigt hij zich buiten zijn arrondissement, dan moet hij zijn protocol achterlaten. De minister wijst dan een notaris aan die het protocol en de overige notariële bescheiden overneemt (artikel 15). De achtergrond van deze regeling is, volgens de memorie van toelichting, dat het protocol in een bepaald gebied moet blijven, zodat de cliënten die naar de notaris plegen te gaan onder wie de akte berust, niet te ver hoeven te reizen. In de praktijk blijkt nu behoefte te bestaan aan wijziging van deze regeling, omdat deze als onnodig belemmerend wordt ervaren.

Ook notariskantoren met vestigingen in verschillende arrondissementen maken, indien dit nodig is voor een betere praktijkuitoefening, gebruik van deze regeling. In de meeste gevallen wordt bij vestiging buiten het arrondissement het protocol overgedragen aan een andere aan het kantoor verbonden notaris binnen het arrondissement. Als er in een vestiging binnen het arrondissement geen andere notaris achterblijft, kan het evenwel voorkomen dat het protocol overgedragen moet worden aan een notaris die niet aan het kantoor verbonden is. Cliënten die een afschrift van een akte willen opvragen, moeten zich in dat geval wenden tot een ander notariskantoor. Dit is een ongewenst gevolg van de regeling van artikel 10, zesde lid. Omdat het gebruikelijk is dat afschriften van akten per post worden verzonden, speelt de reistijd hier geen rol. Een alleenzittende notaris die zich vestigt buiten zijn arrondissement kan er eveneens de voorkeur aan geven om zijn protocol mee te nemen. Daarom wordt voorgesteld artikel 10, zesde lid, in die zin te wijzigen dat de notaris die zich vestigt buiten zijn arrondissement de keuze heeft om zijn protocol al dan niet over te brengen naar zijn nieuwe plaats van vestiging. Artikel 15, eerste lid, wordt in dit verband eveneens aangepast, omdat alleen een andere notaris moet worden aangewezen om het protocol over te nemen bij vestiging buiten het arrondissement zonder medeneming van zijn protocol. In het verzoek om wijziging van de vestigingsplaats dient te worden aangegeven of de notaris gebruik wil maken van de bevoegdheid om zijn protocol mee te nemen (artikel 10, tweede lid).

Om na te kunnen gaan onder welke notaris een protocol berust, dient de overdracht van protocollen geregistreerd te worden. Thans vindt die registratie al door de KNB plaats. In 2003 is het Protocollenregister 1916–2003 verschenen, waarin alle notarissen vanaf 1916 zijn opgenomen. Het Protocollenregister zal binnenkort ook elektronisch beschikbaar komen. In artikel 12a is nu een regeling voor het protocollenregister opgenomen, waarin de KNB wordt verplicht dit register bij te houden. In dat artikel is tevens vermeld welke gegevens in het register moeten worden opgenomen. Op grond van lid 2 dient dit register voor een ieder ter inzage te liggen bij de KNB. Als het elektronisch register beschikbaar komt, zal daarnaast het papieren register moeten blijven bestaan (artikel 2:14, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, zoals opgenomen in het wetsvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met regels over verkeer langs elektronische weg tussen burgers en bestuursorganen (Wet elektronisch bestuurlijk verkeer), Kamerstukken II, 2001/02, 28 483, nrs. 1–2). Omdat er behoefte kan bestaan aan nadere regels over de inrichting van het register en de wijze waarop het moet worden bijgehouden is in lid 3 de mogelijkheid opgenomen om dergelijke regels bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen.

5 (Wa). In het wetsvoorstel tot wijziging van de Kadasterwet, de Invoeringswet Kadasterwet, de Wet op het notarisambt en het Burgerlijk Wetboek in verband met een verdergaande toepassing van informatie- en communicatietechnologie bij de aanbieding van stukken ter inschrijving in de openbare registers voor registergoederen, het houden van de registers en de verstrekking van inlichtingen daaruit, alsmede in verband met enkele noodzakelijk gebleken technische aanpassingen en het stellen van aanvullende eisen aan het gebruik van elektronische handtekeningen (Herzieningswet Kadasterwet I) (Kamerstukken II, 2002/02, 28 443, nrs. 1–2) is in artikel V, onderdeel B, een nieuw artikel 50a van de Wet op het notarisambt opgenomen. Volgens de memorie van toelichting is met de voorgestelde wijziging beoogd «het mogelijk te maken dat, waar de huidige bepalingen van de Kadasterwet voor de inschrijving de mogelijkheid opent om in plaats van het originele stuk een authentiek afschrift/uittreksel van dat stuk ter inschrijving aan te bieden, tevens een nieuw soort afschrift van dat stuk te vervaardigen: het elektronisch afschrift dat, in de eerste plaats gebezigd kan worden in die gevallen waarin de wet voorschrijft dat het desbetreffende stuk kan/moet worden ingeschreven in bij de wet ingestelde openbare registers waartoe ook de openbare registers voor registergoederen bedoeld in afdeling 3.1.2 BW behoren.» In het tweede lid van artikel 50a is de mogelijkheid geopend om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen omtrent de wijze waarop een elektronisch afschrift en een elektronisch uittreksel als bedoeld in het eerste lid worden vervaardigd.

In het wetsvoorstel tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met regels over verkeer langs elektronische weg tussen burgers en bestuursorganen (Wet elektronisch bestuurlijk verkeer) (Kamerstukken II, 2001/02, 28 483, nrs. 1–2) wordt eveneens aangegeven wanneer verkeer langs elektronische weg is toegestaan, aan welke voorwaarden dit verkeer moet voldoen en in welke gevallen het verkeer langs elektronische weg kan worden gelijkgesteld met andere vormen van verkeer. Op verkeer verband houdend met de openbare registers is de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen:Awb) niet van toepassing. Bij nader inzien verdient het evenwel de voorkeur om de desbetreffende bepalingen van afdeling 2.3 Awb van overeenkomstige toepassing te verklaren op elektronisch verkeer in verband met de openbare registers. Bij nota van wijziging zal het wetsvoorstel Herzieningwet Kadasterwet I op dit punt worden gewijzigd. Dit zal ook leiden tot schrapping van het voorgestelde artikel 50a van de Wet op het notarisambt. Afdeling 2.3 Awb is immers ook op de notaris als bestuursorgaan van toepassing. Dit betekent dat hij afschriften en uittreksels van notariële akten langs elektronische weg zal kunnen verzenden. In artikel 50a, eerste lid, was die mogelijkheid alleen geopend voor de inschrijving in een openbaar register of de aanbieding daarvan aan een orgaan belast met een publiekrechtelijke taak. Op grond van artikel 50a, tweede lid, kon voor die gevallen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over de wijze waarop een elektronisch afschrift of uittreksel moet worden vervaardigd. Omdat aan de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels wel behoefte zal kunnen bestaan wordt aan artikel 53 een tweede lid toegevoegd van dezelfde inhoud als het in het wetsvoorstel Herzieningswet Kadasterwet I voorgestelde artikel 50a, tweede lid, maar zonder voornoemde beperkingen.

7 (NNa). Het bestuur van het Bureau Financieel Toezicht (hierna te noemen: BFT) bestaat thans uit een voorzitter en twee leden. Na de inwerkingtreding van de Wet op het notarisambt op 1 oktober 1999, waarbij het BFT werd ingesteld, zijn de taken van het BFT uitgebreid met het financiële toezicht op gerechtsdeurwaarders (artikel 30 Gerechtsdeurwaarderswet). Ook is het BFT aangewezen als toezichthouder op de naleving van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet MOT (Uitvoeringsregeling Wet identificatie bij dienstverlening en Wet melding ongebruikelijke transacties (Stcrt. 2003, nr. 161). Dit heeft ertoe geleid dat er behoefte bestaat aan een uitbreiding van het bestuur tot vijf leden (artikel 110, vierde lid, eerste volzin). Bij het driehoofdig bestuur moest de voorzitter en één bestuurslid over juridische deskundigheid en ervaring beschikken en het andere lid over financiële deskundigheid en ervaring. In verband met de uitbreiding van taken bestaat er nu meer behoefte aan bestuursleden met financiële deskundigheid en ervaring. Daarom is bepaald dat de voorzitter en één bestuurslid over juridische deskundigheid en ervaring moeten beschikken en de andere drie leden over financiële deskundigheid en ervaring. (artikel 110, vierde lid, vierde volzin).

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven