29 210
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004)

29 208
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964 en enkele sociale zekerheidswetten c.a. (Levensloopregeling)

nr. 21
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2003

Bijgaand bieden wij u de nota naar aanleiding van het verslag inzake het bovenvermelde voorstel aan (29 210, nr. 22).

Tevens reageren wij op de verzoeken van de vaste commissie voor Financiën uit uw Kamer d.d. 23 oktober 2003. De vaste commissie verzoekt daarin de eerste ondergetekende uiterlijk voor 7 november 2003 de door de commissie gestelde vragen van feitelijke aard betreffende de VUT- en prepensioenmaatregelen en de levensloopregeling te beantwoorden. Voor zover vragen niet kunnen worden beantwoord, vraagt de commissie dit te motiveren.

In onze brief van 21 oktober 2003 hebben we aangegeven dat we de vragen betreffende VUT-en prepensioen vooralsnog niet beantwoorden. Met betrekking tot het wetsvoorstel levensloopregeling hebben we verzocht om de behandeling van dit wetsvoorstel aan te houden en ook de beantwoording van de vragen aan te houden.

Naar aanleiding van uw verzoeken heeft de afgelopen dagen beraad plaatsgevonden. De conclusie van dit beraad is dat wij hechten aan onze verzoeken gedaan in de brief van 21 oktober 2003. De motieven hiervoor zijn als volgt. Doordat er geen regeringsvoorstel over het VUT- en prepensioen ligt, wordt de beantwoording van vragen daarover niet opportuun geacht. Beantwoording van deze vragen en die over de levensloopregeling leidt naar onze mening tot een ongewenste versnippering van de discussie. Ook willen wij niet vooruitlopen op het met de sociale partners nog te voeren nader overleg over de vormgeving van bovengenoemde maatregelen. Uiteraard zijn wij bereid op het moment waarop voor de VUT- en prepensioen opnieuw een voorstel wordt gedaan en de behandeling van het wetsvoorstel levensloop – al dan niet in gewijzigde vorm – wordt voortgezet, alle vragen – voor zover dan relevant – te beantwoorden.

Wij zouden ons thans willen concentreren op een vruchtbare behandeling van die fiscale regeringsvoorstellen waarvan de beoogde inwerkingtreding op 1 januari 2004 is voorzien.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven