29 201
De staat van de Europese Unie

nr. 8
MOTIE VAN HET LID DITTRICH C.S.

Voorgesteld 2 oktober 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat alle Europese lidstaten partij zijn bij het EVRM;

constaterende, dat het Handvest van Grondrechten onderdeel zal worden van de nieuwe Europese Grondwet;

overwegende, dat het wenselijk is dat Unie eerder in actie kan komen wanneer er sprake is van een schending van de waarden van de Unie zoals verwoord in art. 2 van de concept-Grondwet;

overwegende, dat er momenteel geen gevolg wordt gegeven aan rapporten die wijzen op ongewenste ontwikkelingen in de lidstaten;

verzoekt de regering te onder te onderzoeken hoe invulling kan worden gegeven aan een systeem van «peer review» waarbij de naleving van de Uniewaarden versterkt kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dittrich

Van Baalen

Van Dijk

Timmermans

Karimi

Van Bommel

Naar boven