29 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2004

nr. 93
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 19 juli 2004

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 en de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit2 hebben op 17 juni 2004 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:

– de brief van de staatssecretaris van VROM van 14 januari 2004 met de aanbieding van de ontwerpwijziging van het Besluit glastuinbouw (VROM040025);

– de brief van de staatssecretaris van VROM van 15 maart 2004 met antwoorden op vragen inzake de ontwerpwijziging van het Besluit glastuinbouw (VROM040213).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Mastwijk (CDA) heeft veel waardering voor de wijzigingen in het Besluit glastuinbouw omdat daarmee de administratieve lasten dalen.

In het kader van het convenant Glastuinbouw en Milieu (GLAMI-convenant) is afgesproken dat de energiegebruiksnormen eerst zouden worden geëvalueerd voordat ze op 1 januari 2005 in werking treden. Deze evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden, maar de normen staan al wel in het Besluit glastuinbouw. Zo worden normen vastgelegd waarvan onzeker is of ze haalbaar zijn. Is dit inderdaad de enige juridische weg? Bedrijven worden zo voor een voldongen feit geplaatst. Wat gaat de staatssecretaris doen als over een aantal maanden blijkt dat iedereen het erover eens is dat de normen niet haalbaar zijn? Het energiegebruik hangt samen met diverse zaken, zoals de liberalisering van de energiemarkt waardoor minder restwarmte beschikbaar komt; de stagnatie van de reconstructie van de oude glastuinbouwgebieden waardoor er minder moderne efficiëntere kassen bij komen; minder fiscale stimulering van energiebesparing. De staatssecretaris zou eerst moeten overleggen met de sector, vervolgens een goede evaluatie uitvoeren, en pas daarna nieuwe normen invoeren.

Per december 2006 worden telers ervoor verantwoordelijk dat de vrachtwagens van expediteurs voldoen aan de geluidsnormen, terwijl zij hierop geen enkele invloed hebben. Dit soort maatregelen moet worden gericht op de transportsector en niet op andere sectoren.

In het GLAMI-convenant zijn afspraken gemaakt over het laten vervallen van de verplichting voor tuinders om elke vier weken registratiegegevens te berekenen. Deze informatie bevat veel ruis en is daardoor niet of nauwelijks bruikbaar, noch voor de ondernemer noch voor de handhaver. De desbetreffende verplichting lijkt echter te worden gehandhaafd, terwijl het schrappen ervan zou leiden tot een besparing van ongeveer 0,5 mln euro op de administratieve lasten. Waarom schaft de staatssecretaris deze verplichting niet af?

De regel dat de afstand tussen een kas en een niet-agrarische burgerwoning minimaal 25 meter moet zijn, zorgt ervoor dat er te weinig mogelijkheden zijn om te komen tot efficiënt energie- en grondgebruik. De schaarse ruimte in onder andere het Westland kan door afschaffing van deze bepaling beter worden benut. De 25-meterregel is bedoeld om schadelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen te voorkomen. Het is een dode regel geworden omdat het gebruik van vrijwel alle middelen waarom het gaat, inmiddels is verboden. Afschaffing van deze regel kan bijdragen aan het proces van reconstructie en herstructurering.

De heer Waalkens (PvdA) wijst erop dat er steeds problemen zijn met het GLAMI-convenant. Is het convenant niet veel te breed? Het laaghangend fruit is geplukt en het wordt steeds moeilijker om nieuwe resultaten te boeken. De afgelopen jaren is er een enorme efficiencywinst geboekt binnen de glastuinbouw met het bereiken van de doelstellingen uit het convenant. De vraag is of nu de pijngrens is bereikt waarboven de sector niet zal kunnen overleven.

De commissie van deskundigen concludeert dat de doelstellingen voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen scherp maar haalbaar zijn, mits er een breed pakket aan middelen beschikbaar is voor calamiteiten. Dit strookt echter niet met het toelatingsbeleid voor gewasbeschermingsmiddelen. Ook de doelstellingen voor de mineralen zijn scherp, maar gemiddeld haalbaar. Intensiveringen en teeltverschuivingen zorgen ervoor dat het energiegebruik stijgt. Een belangrijk punt is het gebruik van groeilicht. Er zullen maatregelen moeten worden genomen om het energiegebruik te beperken. In dat licht moeten zaken als warmtekrachtkoppeling en bijstoken worden gestimuleerd, bijvoorbeeld via het milieuactieplan (MAP). Ook initiatieven voor gesloten systemen zoals de gesloten kas verdienen de steun van de staatssecretaris, omdat daarmee grote efficiencywinsten kunnen worden geboekt. Herstructurering van de glastuinbouw moet leiden tot efficiencywinst op alle in het GLAMI-convenant genoemde thema's.

De heer Waalkens is het niet eens met de stelling van de heer Mastwijk dat afschaffing van de 25-meterregel belangrijk is voor de reconstructie van de glastuinbouw. Afschaffing van deze regel leidt er vooral toe dat er nog meer kassen komen op plekken waar die elkaar al verdringen. Er zou juist moeten worden gekeken naar mogelijkheden buiten het Westland.

Glastuinbouwers hebben te weinig mogelijkheden om samenwerking bij zaken als energiegebruik, arbeidsorganisatie en logistiek handen en voeten te geven. Dit kan worden geregeld binnen een stichting, maar met name de kapitaalintensieve glastuinbouw heeft behoefte aan een ander juridisch kader.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) betreurt dat de in het doelgroepenoverleg gemaakte afspraken over gebruiksnormen niet worden uitgevoerd. Zij sluit zich aan bij vragen hierover van de eerdere sprekers.

De administratievelastendruk wordt aan de ene kant verlaagd maar aan de andere kant weer verhoogd. Er was besloten om van de vierwekelijkse controle een jaarlijkse controle te maken. De ondernemers moeten nu echter wel elke vier weken cijfertjes omrekenen in kengetallen waarmee de meeste bedrijven niets doen. Deze moeten vervolgens worden gecontroleerd door externe deskundigen. Verwacht de staatssecretaris zo de administratievelastendruk in de praktijk daadwerkelijk terug te dringen?

Het is vreemd dat tuinders verantwoordelijk worden voor de geluidsoverlast van vrachtwagens die op het erf komen. Kan de staatssecretaris dit nader toelichten?

De 25-meterregel is een belemmering voor de herstructurering van de glastuinbouw. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om dit probleem op te lossen?

Het antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris benadrukt dat de afgelopen jaren het laaghangend fruit al is geplukt; extra maatregelen kosten dus relatief steeds meer. Hij schetst hoe de afspraken over de gebruiksnormen tot stand zijn gekomen. In het doelgroepenoverleg is met onder meer LTO Nederland afgesproken dat de normen voor meststoffen en bestrijdingsmiddelen in 2004 zouden ingaan en die voor energie per 1 januari 2005. De veronderstelling was dat de evaluatie en de bijstelling van de energiegebruiksnormen dan klaar zouden zijn. In het licht van een aantal ontwikkelingen is de discussie over de «verdeling van de koek» echter ingehaald door de discussie over de hoeveelheid benodigde energie; men beseft dat er meer energie nodig zal zijn dan werd verwacht. Dit onderwerp hangt samen met de verdeling van de CO2-doelstelling over de verschillende sectoren. De staatssecretaris zegt toe, binnen enkele weken met een voorstel te komen, maar hierover wil hij geen concrete uitspraken doen omdat de onderhandelingen nog lopen. Indien de energiegebruiksnormen moeten worden aangepast, zal dat op termijn kunnen gebeuren. De energiegebruiksnormen zijn echter een onderdeel van het Besluit glastuinbouw, en die procedure moet doorgaan.

De staatssecretaris erkent dat de positie van warmtekrachtkoppeling ongunstig is, maar hij heeft geen mogelijkheden om daarin verandering aan te brengen. Er zijn wel maatregelen genomen om het energiegebruik efficiënter en groener te maken. Zo wordt het gebruik van bio-olie en groene stroom aantrekkelijker gemaakt, wat bijdraagt aan het verduurzamen van de sector. Ook initiatieven voor gesloten systemen verdienen aandacht.

Het hanteren van de 25-meterregel kan soms negatief uitpakken voor herstructureringsplannen. Deze regel valt in ruimtelijke zin echter onder de verantwoordelijkheid van de provincies en de gemeenten. In dat geval betreft de afstand geen verbod, maar slechts een vergunningplicht. De staatssecretaris is verantwoordelijk voor de milieuhygiënische aspecten. Er loopt een onderzoek naar de noodzaak van een afstand tussen woningen en kassen in verband met de schadelijkheid van bestrijdingsmiddelen; de resultaten hiervan zijn in het derde kwartaal van 2004 bekend. Tevens zal de VNG onderzoek doen naar emissiereducerende maatregelen en technieken. Wanneer de resultaten bekend zijn, zal in het doelgroepenoverleg worden gesproken over een aanbeveling aan de provincies inzake een minimumafstand en een aanbeveling aan de staatssecretaris inzake de vergunningplicht. Daarbij zullen niet meer belemmeringen worden opgeworpen dan nodig is. Binnenkort zal de staatssecretaris overigens een brief sturen aan de gemeenten om de misverstanden over de huidige regels recht te zetten.

De administratieve lasten zijn wel degelijk verminderd doordat de tuinders niet meer elke vier weken hoeven te rapporteren aan het bevoegd gezag. Het is verder van belang dat informatie over het gebruik van energie en bestrijdingsmiddelen een onderdeel wordt van de bedrijfsvoering, zodat ondernemers op basis daarvan beter kunnen sturen. In het doelgroepenoverleg is afgesproken dat de cijfers niet worden gecontroleerd door de overheid maar door gecertificeerde deskundigen, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de jaarrapportage van de tuinders. Overigens vindt deze validering slechts één keer per jaar plaats, zodat de (administratieve) kosten beperkt zijn. De staatssecretaris is niet overtuigd dat er een probleem is, maar hij zal het onderwerp nog eens nadrukkelijk aan de orde laten stellen in het doelgroepenoverleg.

Het juridische kader voor samenwerking binnen de glastuinbouw is een buitengewoon interessant onderwerp, dat op de langere termijn aandacht verdient.

Het beleid ten aanzien van geluidsoverlast is bedoeld om onnodig losen laadgeluid dat in woonomgevingen verstoringen geeft in vroege en late uren, te verminderen. De ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM hebben in dat verband het meerjarenprogramma PIEK opgezet, om de toepassing te stimuleren van nieuwe technieken die geluidsoverlast voorkomen. De normen die in het Besluit glastuinbouw zijn opgenomen, gelden overigens ook voor andere sectoren. De staatssecretaris is hoopvol dat de gestelde doelen op 1 januari 2007 zijn bereikt. In dat kader is het van belang dat normen worden gesteld, zowel bij de bron als aan gebruikers. Als tuinders (of andere ondernemers) eisen stellen aan transporteurs, zullen die naar verwachting eerder aan de geluidsnormen voldoen. Indien in de praktijk blijkt dat de resultaten van PIEK tegenvallen, kan uiteraard worden gesproken over versoepeling van de normen voor de glastuinbouw; daarvoor is het nu echter nog te vroeg.

Nadere gedachtewisseling

De heer Mastwijk (CDA) constateert dat de staatssecretaris de energiegebruiksnormen met potlood heeft opgeschreven en dat deze na overleg met pen zullen worden ingevuld.

Klopt het dat er zo weinig bestrijdingsmiddelen worden gebruikt dat het onderzoek naar de schadelijkheid hiervan stagneert? Veel gemeenten klampen zich vast aan regels van een hogere overheid. Wil de staatssecretaris in dat licht in zijn brief aan de gemeenten laten weten dat de 25-meterregel vanuit milieuoogpunt soepel kan worden gehanteerd?

Het is begrijpelijk dat de staatssecretaris probeert om de druk op de ketel te houden bij de beperking van geluidsoverlast. Ondernemers, in dit geval glastuinbouwers, mogen echter niet de dupe worden als de transportsector de normen niet haalt.

De heer Waalkens (PvdA) roept de staatssecretaris op om zich binnen het kabinet hard te maken voor de warmetekrachtkopppeling. Is hij bereid om minister Brinkhorst van EZ hierop aan te spreken?

De VROM-inspectie zou gemeenten meer moeten aanspreken op hun taak bij het voorkomen van lichtvervuiling.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Waalkens over de warmetekrachtkopppeling.

Het is positief dat de staatssecretaris naar oplossingen wil zoeken bij de 25-meterregel.

De staatssecretaris benadrukt dat ook (energiegebruiks)normen die met potlood zijn opgeschreven, gewoon gelden. Op basis van overwegingen en argumenten is hij bereid om na te denken over wijzigingen.

Gemeenten en provincies vinden het soms gemakkelijk om zich te verschuilen achter regels van de rijksoverheid. Omdat de 25-meterregel uit het Besluit glastuinbouw geen verbod is maar een criterium voor vergunningplicht, is de gemeente echter in beginsel bevoegd een vergunning te verlenen. Die regel is dan geen belemmering. De staatssecretaris gaat ervan uit dat het onderzoek naar de schadelijkheid van bestrijdingsmiddelen binnen de gestelde termijn wordt afgerond.

Bij een overleg met minister Brinkhorst zal de staatssecretaris de warmtekrachtkoppeling en de gesloten kas op de agenda plaatsen.

De staatssecretaris gaat ervan uit dat het meerjarenprogramma PIEK goed wordt uitgevoerd. Indien dit echter onvoldoende van de grond komt, is het onredelijk om het probleem bij de tuinders neer te leggen.

LTO Nederland en de stichting Natuur en Milieu hebben het initiatief genomen om met elkaar te discussiëren over lichtvervuiling. Indien dit overleg leidt tot afspraken, zal de staatssecretaris aanvullende regelgeving tot stand brengen. Overigens stelt het Besluit glastuinbouw al regels in verband met lichthinder. Met name het zijwaarts uitstralen van licht is gedurende de gehele nacht aan voorschriften onderworpen. De staatssecretaris zal bezien of er binnen de «maatschappelijk gewenste inspectietaken» ruimte is voor een striktere handhaving.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Buijs

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Van der Sman


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Veenendaal (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Samsom (PvdA).

Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA) en Wolfsen (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Herben (LPF), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Koomen (CDA), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Mosterd (CDA).

Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Örgü (VVD), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Hofstra (VVD), Veenendaal (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Duivesteijn (PvdA), Eerdmans (LPF), Gerkens (SP), Vendrik (GroenLinks), Van As (LPF) Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Van Gent (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Jager (CDA), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA) en Dubbelboer (PvdA).

Naar boven