29 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2004

nr. 90
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2004

Hierbij beantwoord ik de vraag van het lid Griffith, tijdens het mondelinge vragenuur van de minister van Justitie gesteld naar aanleiding van een artikel in het NRC-Handelsblad d.d. 29 november 2003 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2003–2004, nr. 31, blz. 2169–2171). Zij vraagt of de Kamer bericht kan worden welke legale dierenbeschermingsorganisaties hoeveel geld krijgen van de overheid sinds de jaren tachtig. Deze vraag heeft de minister van Justitie aan mij doorgeleid ter beantwoording.

In de afgelopen negen jaar heeft het ministerie van LNV in totaal € 58 379,– verstrekt aan de dierenbeschermingsorganisaties die in het artikel in het NRC Handelsblad worden genoemd: de Dierenbescherming, de Stichting Proefdiervrij, de NBBV en Stichting Wakker Dier. Volgens de LNV-administratie is € 22 689,– verstrekt aan de Nederlandse Bond ter Bestrijding van Vivisectie (NBBV) voor onderzoek naar de ontwikkeling van een «in vitro prion replicatie assay», om mogelijk alternatief te kunnen bieden voor het gebruik van muizen bij dierproeven. De uitvoering van dit onderzoek was in handen van DLO-Centraal Diergeneeskundig Instituut. De overige betalingen betreffen kleine betalingen variërend van € 14,– tot € 5 000,– voor bijvoorbeeld vacatiegelden, studiedagen, rapportages, reiskostenvergoeding en contributies. Het betreft hier geen substantiële structurele financiering. Hieronder worden de betalingen schematisch weergegeven:

Dierenbescherming € 32 360

NVVB € 22 689

Stichting proefdiervrij € 2 760

Stichting Wakker Dier € 569

Vanwege de overgang naar een nieuw administratief systeem in 1996 is het slechts met de inzet van veel arbeidsuren mogelijk inzicht te geven in de bedragen die aan deze organisaties zijn verstrekt vóór 1996. Gezien de geringe bedragen welke in de afgelopen jaren aan de genoemde dierenbeschermingsorganisaties zijn verstrekt, acht ik deze inspanning onevenredig en zie ik hier van af.

Voor de volledigheid vermeld ik nog dat de Stichting Landelijke Inspectiedienst voor Dieren (LID) van LNV een jaarlijkse bijdrage ontvangt welke in de begroting op operationele doelstelling 05.14 «Verbeteren dierenwelzijn» wordt begroot en verantwoord. Het gaat hier om inhuur van de LID voor inspectie-activiteiten. In 2003 is een bedrag van € 182 000,– verstrekt. Deze organisatie is echter niet genoemd in het artikel van het NRC Handelsblad.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven