29 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2004

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2003

In de beleidsreactie op de evaluatie van Programma Beheer (d.d. 5 juni jl. LNV-03-378) heb ik aangekondigd dat ik u kort na het zomerreces zou informeren over concrete beleidsaanpassingen in dit programma. De beleidsaanpassingen zijn ontwikkeld in het kader van de revisie van Programma Beheer, die ik heb ingezet naar aanleiding van deze evaluatie.

Hierbij bied ik u een overzicht aan van de eerste tranche aanpassingen die ik naar aanleiding van de evaluatie gerealiseerd heb. Dit zijn aanpassingen die dit najaar van kracht worden ten behoeve van de aanvraagperiode 2004.

Komend jaar ga ik door met het gebruiksvriendelijker en eenvoudiger maken van het programma door een tweede tranche van aanpassingen te realiseren. Hierover zal ik u te zijner tijd berichten.

Aanleiding

Begin juni heb ik u de tussentijdse evaluatie van Programma Beheer aangeboden. De hoofdconclusie van deze extern uitgevoerde evaluatie luidde dat Programma Beheer in beginsel succesvol en kansrijk is. Door een aantal operationele tekortkomingen is een negatief beeld gegroeid rond Programma Beheer wat het effect van het programma in gevaar brengt.

Ik heb u destijds aangegeven dat ik op korte termijn een flink aantal van deze operationele tekortkomingen aan zou pakken door Programma Beheer te reviseren en ik heb u mijn werkplan daartoe geschetst. Hierbij informeer ik u, conform mijn toezegging, over de voortgang van de revisie en met name over de eerste tranche van aanpassingen in het programma.

Resultaat

Het werkplan 2003 is door mijn medewerkers sámen met (koepel)organisaties van gebruikers en provincies uitgevoerd in tien thematische projecten. In de projecten zijn gezamenlijk voorstellen uitgewerkt om probleempunten op te lossen. De oplossingen zijn besproken met de (koepel)organisaties en IPO, vertegenwoordigd in de Adviesgroep Beheer. De adviesgroep heeft ingestemd met de aanpassingsvoorstellen.

De tien projecten dienden om de zes door mij gestelde doelen te realiseren. Deze doelen van de revisie heb ik als volgt geformuleerd:

1. het in overeenstemming brengen van de regeling met de Europese regelgeving;

2. het verbeteren van de communicatie-, informatie- en organisatiestructuur;

3. het terugdringen van de uitvoeringslast voor LNV;

4. het realiseren van een versnelling van de afhandeling van subsidieaanvragen;

5. het verlagen van de administratieve lastendruk;

6. het wegnemen van de heersende technische pijnpunten.

Per project schets ik u de voorgenomen wijzigingen en geef ik aan aan welke doelen de wijzigingen bijdragen.

Concrete aanpassingen

Oplossen van de problematiek rondom de betalingen aan agrarische natuurverenigingen.

Vorig jaar werd duidelijk dat de Europese Commissie zich niet kon vinden in de wijze waarop Nederland de beheersvergoeding in het kader van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) uitbetaalt aan samenwerkingsverbanden van agrariërs. Ik ben verheugd dat in korte tijd in goed overleg met LTO/Natuurlijk Platteland Nederland voor deze problematiek een oplossing is gevonden, die past binnen de kaders van de Europese regelgeving, zodat we hiermee de toekomst van de samenwerkingsverbanden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer hebben kunnen veiligstellen.

Samenwerkingsverbanden van agrariërs kunnen vanaf komende aanvraagperiode collectieve aanvragen blijven indienen, de uitbetaling zal echter plaats vinden aan individuele agrariërs.

Ruimte voor regionaal maatwerk wordt gecreëerd doordat leden simultaan met het indienen van de aanvraag een contract kunnen tekenen met het samenwerkingsverband waaraan zij een contributie betalen. Het samenwerkingsverband kan deze inkomsten naar eigen inzicht inzetten.

Speciaal voor samenwerkingsverbanden komen er vier aangepaste pakketten voor weidevogelbeheer en drie extra mogelijkheden voor uitgesteld maaibeheer.

Verbetering van het voortraject voor het indienen van de aanvraag door DLG

In de evaluatie van Programma Beheer is geconcludeerd dat de informatievoorziening rond het programma redelijk functioneert, maar op onderdelen lacunes vertoont. Het rapport pleit ervoor DLG een grotere rol te geven in de informatievoorziening aan subsidieaanvragers.

Daar waar de informatievoorziening en begeleiding goed verlopen, zoals daar waar koepelorganisaties, agrarische natuurverenigingen en provinciale kennisloketten actief zijn, wil ik deze handhaven.

Op onderwerpen waar nu lacunes geconstateerd worden, zal ik DLG een actievere rol laten vervullen. Enerzijds betreft dit een actievere rol in de informatievoorziening aan aanvragers en (intermediaire) organisaties die aanvragers ondersteunen. Anderzijds worden enkele specifieke acties ondernomen. Afgelopen maanden heb ik daartoe een pilot opgestart. Deze pilot richt zich voornamelijk op actieve benadering van agrariërs met een aflopende overeenkomst Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling (RBON) om deze over te laten stappen naar de SAN, op particulieren die een inrichtingsaanvraag indienen en op de aanvraag van zogenaamde risicovolle pakketten.

Naast een actieve rol van DLG is mijn beleid erop gericht dat de bestaande structuren rond de informatieverstrekking over Programma Beheer worden geoptimaliseerd, door de coördinatie tussen de verschillende informatieverstrekkers zoals het LNV-loket, de provinciale kennisloketten en particuliere organisaties te verbeteren. De doelstelling daarbij is dat aanvragers tijdig kunnen beschikken over uniforme en betrouwbare informatie, zie zij nodig hebben voor het indienen van hun aanvraag.

Deze investering zal zich terugverdienen door een afname van onjuiste aanvragen bij Laser. Hierdoor is een snellere afhandeling van aanvragen mogelijk en zullen de uitvoeringskosten van Laser op termijn afnemen.

Stroomlijnen uitvoering door Laser

Om tot een versnelde behandeling van aanvragen en tot een lagere uitvoeringslast van Laser te komen, heb ik reeds een aantal aanpassingen doorgevoerd. Dit betreft onder andere een versimpeling van controles op het intekenen van terreinen op kaarten bij aanvraagformulieren en het afschaffen van de toets op het bestemmingsplan voor aanvragen voor functieverandering van agrarische grond naar natuur.

Komend jaar zal ik inzetten op een verdere stroomlijning.

Vereenvoudigen van landschap in de regelingen

Ten aanzien van landschap stel ik een aantal wijzigingen in de regeling voor om de regeling voor aanvragers te vereenvoudigen, de administratieve lasten voor de aanvrager en Laser te verlagen en om meer ruimte te laten voor regionale invulling van landschap. Zo heb ik een aantal pakketten samengevoegd, aanvangseisen in de pakketten vereenvoudigd en de toets op de nota Landschap laten vallen. Komend jaar zal ik het subsidieregime ten aanzien van landschap verder vorm geven. Dit zal ik doen in overleg met de provincies.

Gebiedsplannen

Met de provincies ben ik in goed overleg over vereenvoudiging en uniformering van de provinciale gebiedsplannen. In deze plannen geven provincies aan waar welke subsidies voor (agrarisch) natuurbeheer kunnen worden verstrekt. De provincies zullen voor de uitvoeringsorganisatie essentiële informatie op een eenduidige manier aanbieden. Ook is er bezien hoe het complexe systeem kan worden vereenvoudigd, waarmee provincies met behulp van hectarenquota sturen op inhoud, locatie en hoeveelheid van te subsidiëren (agrarisch) natuurbeheer.

Deze aanpak zal leiden tot een groter gebruiksgemak van de gebiedsplannen bij de uitvoeringsorganisaties en meer duidelijkheid bij de subsidie-aanvrager en in het verlengde hiervan tot een snellere afhandeling van subsidie-aanvragen, een verlaging van administratieve lasten van de aanvragers en een daling van de uitvoeringskosten van het Programma Beheer. Waar dit mogelijk is, zal deze aanpak al voor de aanvraagperiode 2004 worden doorgevoerd. Het overige gedeelte wordt voor de aanvraagperiode 2005 nader uitgewerkt in een door de provincies geïnitieerde projectgroep waaraan ook LNV deelneemt. In deze projectgroep wordt tevens in overleg tussen de provincies en LNV gewerkt aan de begrenzing van probleemgebieden, waardoor daar Europese financiering ingezet kan worden.

Ik streef ernaar om met de provincies eind dit jaar een kader vast te stellen voor de noodzakelijke aanpassingen van de gebiedsplannen in 2004. De aangepaste gebiedsplannen moeten voor 1 oktober 2004 zijn vastgesteld.

Momenteel bestaan er in een aantal provincies drie soorten gebiedsplannen; natuur-, beheers- en landschapsgebiedsplannen. Ik wil dit beperken en landschapsgebiedsplannen vanaf 1 oktober 2004 op laten gaan in de beheers- en natuurgebiedsplannen. Ook dit zal ik doen in goed overleg met de provincies.

Pacht en Programma Beheer

Ten aanzien van de aanvraaggerechtigde voor subsidie Programma Beheer, pachter of eigenaar, stel ik een forse aanpassing voor. Dit acht ik noodzakelijk voor het waarborgen van de continuïteit in het natuurbeheer en voor een heldere verantwoordelijkheidsverdeling daarin. De voorgestelde oplossing vereenvoudigt tevens de regeling voor aanvrager en uitvoerder en bewerkstelligt dat pacht een private zaak blijft tussen eigenaar en pachter, waarbij de eigenaar en pachter in het pachtcontract afspraken kunnen maken over het beheer van het betreffende perceel, en het Rijk zich buiten deze pachtrelatie houdt. Bovendien sluit de nieuwe lijn aan bij recente uitspraken van de pachtkamer in Zwolle inzake de verklaring van geen bezwaar (Rb. 28 januari 2002, zknr. 166090 VV expl. 01–94). Ook voorkomt deze regelingswijziging U-bochtconstructies van eigenaren die niet in aanmerking komen voor Programma Beheer subsidie maar het beheer wel vergoed krijgen door het verpachten van hun eigendom.

Mijn voornemen is voorts pachters niet langer een verklaring van geen bezwaar van de eigenaar te laten overleggen in de SAN. In de SAN zullen langjarige (minimaal 6 jaar) beheerders met bijvoorbeeld een regulier pachtcontract gerechtigd blijven tot het doen van een SAN aanvraag. In de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) echter, zullen bij nieuwe aanvragen alleen eigenaren en erfpachters in aanmerking komen voor beheers-, inrichtings- en functieveranderingssubsidie. De eigenaar kan hierbij vanzelfsprekend derden blijven inhuren voor het beheer.

Met deze wijziging wordt onder andere de problematiek rondom de kortlopende pacht en de problemen rondom het afgeven van de verklaring van geen bezwaar opgelost.

Voor de riettelers in de Wieden/Weerribben betekent deze aanpassing een versoepeling voor de nog in behandeling zijnde aanvragen voor beheerssubsidie SN. Deze aanvragen zullen niet afgewezen worden op grond van het niet kunnen overleggen van een verklaring van geen bezwaar. Met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer is overeengekomen dat zij komend jaar met de riettelers afspraken zullen maken over de aanpassing van de pachtcontracten voor de langere termijn, omdat nieuwe SN-aanvragen van pachtende riettelers niet meer gehonoreerd kunnen worden. De afspraken moeten recht doen aan de belangen van beide partijen. Ik houd hierbij een vinger aan de pols.

Inhoudelijke aanpassingen aan pakketten

Een andere aanpassing die ik zal doorvoeren is het oplossen van een aantal technische knelpunten ten aanzien van de omschrijving van bepaalde beheerspakketten. Na deze aanpassingen sluiten de pakketten beter aan op de beheerpraktijk. Het betreft hier een eerste tranche van aanpassingen. Verdere vereenvoudiging wordt nagestreefd. Daartoe worden in 2004 nieuwe voorstellen ontwikkeld en zal worden onderzocht.

Recreatie en openstelling

Een aanpassing om de regeling te versimpelen, toegankelijker en minder administratief te maken voor aanvragers is het versimpelen van de openstellings- en recreatiecomponenten in de regelingen. Vanaf de nieuwe aanvraagperiode wil ik openstelling als vereiste stellen om subsidie te krijgen. Het aantal openstellings- en recreatiepakketten heb ik teruggebracht tot slechts één recreatietoeslag voor terreinen waar speciale recreatievoorzieningen worden getroffen.

Afbouwen oude regelingen

Om de uitvoeringslasten verder terug te brengen wil ik vaart maken met het opheffen van oude regelingen en wil ik lopende beschikkingen over laten gaan in één van de regelingen van Programma Beheer. Door het introduceren van jaarrondbegrazing in de SAN is een overstap vanuit de RBON regeling eenvoudiger geworden.

Door aanpassingen in de SN kunnen nu ook bijna alle hectaren natuur van terreinbeherende organisaties, die tot nu toe door de oude TBO-regeling gefinancierd werden, onder de SN gebracht worden, zodat ik deze regeling per 1 januari 2004 kan stopzetten. Ook zal ik de reeds lang gesloten regeling Besluit Verbossing Rietlanden opheffen.

Per 1 januari 2007 wil ik de dan nog resterende oude beheersregelingen definitief afschaffen en de dan nog lopende contracten beëindigen.

Flexibiliteit regeling

Een veel gehoorde klacht over Programma Beheer is dat de regeling inflexibel zou zijn. Er wordt uitgegaan van zesjarige beheerperioden waar een aanvrager zich zes jaar aan committeert. Uit het oogpunt van duurzaamheid vind ik het niet wenselijk deze zesjarige beschikkingen te flexibel te maken. Wel heb ik met de gebruikers geïnventariseerd wat nu echt praktische knelpunten zijn en daarop heb ik de regeling aangepast. Zo kan vanuit een SAN of SN beheerpakket de overstap naar SN-functieverandering gemaakt worden, zullen overdrachtstermijnen maximaal verruimd worden en wordt bijvoorbeeld functieveranderingsubsidie ook mogelijk zonder dat er inrichtingssubsidieaanvraag is ingediend.

Communicatie

De bovenstaande beschreven aanpassingen zijn besproken met de Adviesgroep Beheer, waarin de verschillende gebruikersgroepen vertegenwoordigd zijn. De adviesgroep heeft ingestemd met de aanpassingen. Uitvoeringsorganisaties, intermediairen en samenwerkingsverbanden zullen de praktijk informeren over de aanpassingen.

Vervolg

Zoals ik al aangaf zijn bovenstaande aanpassingen de invulling van de eerste tranche van de revisie. Ook komend jaar zal ik flink inzetten op verdere vereenvoudiging en verbetering van de regeling. In de tweede tranche zal ik de zaken aanpakken waarvan afronding in de eerste tranche vanwege de korte tijdperiode niet mogelijk was, onderwerpen die een grondiger onderzoek vergen of waarvoor bijvoorbeeld afstemming met andere overheden vereist is. Zo zal de mogelijkheid tot verzamelaanvragen voor grote terreinbeheerders verder onderzocht worden en zal ik met provincies een slag maken ten aanzien van de gebiedsplannen. Mijn beleidsdoelen met betrekking tot de na te streven kwaliteit natuur blijven daarbij uitgangspunt.

Komend jaar zal ik voorts het accent leggen op het verlagen van de uitvoeringslast van de uitvoeringsorganisaties en de administratieve lasten van de gebruikers.

Onlangs heb ik het advies «Ruimte voor Natuur» van de Raad voor het Landelijk Gebied ontvangen inzake de realisatie en het beheer van de EHS. Binnenkort zal ik hier in een separate brief een reactie op geven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven