29 200 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2004

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2003

Bij brief van 8 augustus 2003 (Kamerstuk 28 600 XIV, nr. 159) heb ik u gemeld dat ik besloten had een nieuwe opleverdatum vast te stellen voor de oplevering van de publieksversie van het eindrapport EVA II, de evaluatie van het schelpdiervisserijbeleid in relatie tot de natuurwaarden in de kustwateren. Ik heb deze toen gesteld op 15 oktober 2003. Ik informeer u hierbij dat deze datum niet zal worden gehaald. Deze vertraging heeft verscheidene oorzaken.

Ten eerste is gebleken dat de afronding van enkele belangrijke rapporten van het gehele onderzoek beduidend meer tijd heeft gevergd dan was voorzien. De reguliere bespreking van de conceptrapportages in de Stuurgroep EVA II (waarin onder andere visserijsector en natuurbeschermingsorganisaties deelnemen) heeft nog niet kunnen plaatsvinden. De onderzoekers die verantwoordelijk zijn voor de deelrapporten hebben het commentaar van de leden van de stuurgroep nog niet verwerkt in de voorliggende rapportages.

Ten tweede heeft dit ertoe geleid dat de betrokken rapporten nog niet zijn voorgelegd aan de wetenschappelijke audit-commissie onder leiding van prof. Wolff. Deze audit-commissie heeft een wezenlijke bijdrage omdat hiermede de wetenschappelijke kwaliteit dient te worden geborgd. Deze borging is in het gehele EVA II proces altijd van essentieel belang geweest. Ik hecht er dan ook aan dat de audit-commissie voldoende gelegenheid krijgt zich over de bedoelde rapporten te buigen.

Ik acht een correcte afronding van het gehele EVA II onderzoek van groot belang. Sinds 1999 is het gehele EVA II proces gericht geweest op het betrekken van belanghebbende partijen bij de begeleiding van het onderzoek en de advisering rond de aanstaande beleidsontwikkeling. Ik ben in dit verband van oordeel dat zorgvuldigheid gaat vóór tempo en dat het daarom verstandig is om de presentatie van het EVA II onderzoek op 15 oktober a.s. uit te stellen tot aan bovengenoemde voorwaarden van zorgvuldigheid is voldaan. Dit uitstel houdt ook in dat het proces van maatschappelijke consultatie zal opschuiven.

Ik streef ernaar de resultaten op kort mogelijke termijn beschikbaar te hebben. Zodra het EVA II eindrapport gereed is, zal ik uw Kamer daarover informeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven