nr. 165
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2004
Met uw brief van 2 september jl. vraagt u om een stand van zaken
met betrekking tot de gevolgen van de wijziging van de financiering inburgering
voor roc's.
In reactie hierop en in aansluiting op mijn brief van 18 juni 2004
(29 200 VIII, nr. 150) informeer ik u over de stand van zaken met betrekking
tot het bestuurlijk overleg en het transitietraject Inburgering en de brede
doeluitkering van het Grote Stedenbeleid, pijler Sociaal, Integratie en Veiligheid.
Op 29 juni jl. heeft opnieuw bestuurlijk overleg plaats gehad tussen
de drie betrokken bewindslieden en de Bve-Raad, de VNG, de G 4, de G 26, en
de roc's van de vier grote gemeenten. In dit bestuurlijk overleg zijn de gemaakte
afspraken over het transitietraject voor het inburgeringsbeleid en de brede
doeluitkering van het Grote Stedenbeleid nader geconcretiseerd. Met dit transitietraject
wordt beoogd ongewenste effecten, waaronder kapitaalvernietiging, te voorkomen.
Binnen twee werkgroepen, waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd,
worden de financiële en personele gevolgen voor roc's en gemeenten geanalyseerd
en worden scenario's uitgewerkt. Daaruit zal onder meer moeten blijken of
en in welke mate wachtgeldaanspraken gegrond zijn. Ook een eventuele wijziging
in de verdeelsleutel van het educatiebudget Web vanaf 2006 komt in de
werkgroepen aan de orde. De randvoorwaarden, zoals opgenomen in de Contourennota
Inburgering en in het beleidskader GSB III, vormen het uitgangspunt voor de
nadere uitwerking.
Inmiddels zijn door een voorbereidingsgroep in samenwerking met alle partijen
de knelpunten, vragen en aandachtspunten geïnventariseerd en overzichtelijk
gebundeld. De opdracht aan de werkgroepen zal naar verwachting half september
door de betrokken bewindslieden worden vastgesteld. Ik verwacht dat het transitietraject
begin 2005 is afgerond.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Rutte