29 200 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004

29 030
Wijziging van de Mediawet met het oog op verbetering van de openheid en continuïteit van de landelijke publieke omroep

nr. 162
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 12 augustus 2004

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft op 23 juni 2004 overleg gevoerd met staatssecretaris Van der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:

– de brief van de staatssecretaris d.d. 27 mei 2004 inzake bezuinigingen mediabegroting (29 200 VIII, nr. 142);

– de brief van de staatssecretaris d.d. 14 juni 2004 inzake gebruik van het adviesrapport over het Nederlandse orkestenbestel (OCW 0400599);

– de brief van de staatssecretaris d.d. 21 juni 2004 met stand van zaken inzake de omroep BNN (29 200 VIII, 29 030, nr. 154).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Vergeer (SP) merkt op dat de discussie is gestart om weer een orkest, dit keer het Radiosymfonisch orkest (RSO), op te heffen. Er is geen kritiek op het repertoire, noch op de kwaliteit en op eventuele lege zalen of het gebrekkige educatieve karakter van het RSO. Er is slechts één argument: 7,5 mln euro. Zij vindt het echter een onverantwoorde klap voor de Nederlandse muziekcultuur. Ook de Raad voor cultuur noemt de bezuiniging op het MCO (Muziekcentrum van de omroep) onverantwoord. Niet alleen het RSO wordt bedreigd ook het Radio Kamerorkest (RKO) wordt in alle voorgestelde plannen bedreigd. Bovendien bouwt de staatssecretaris geen zekerheid in dat de versterking bij de andere orkesten ten goede komt aan de RSO-leden. Zij zegt namelijk dat deze arbeidsplaatsen «bij voorkeur» moeten worden ingevuld met musici van binnen het MCO. Mevrouw Vergeer vraagt zich verder af hoe deze bezuiniging zich verhoudt tot decennia artistieke en financiële investeringen van de overheid en de leden van het orkest en tot de vernietiging in de toekomst van educatie, bezigheden die de RSO-leden kunnen ontplooien naast hun werk, en hun complete rol binnen de Nederlandse muziekcultuur.

Er liggen drie plannen voor. Alle drie zijn een aderlating voor het MCO, maar het plan van de publieke omroep is nog het minst slecht. Mevrouw Vergeer doet een dringend beroep op de staatssecretaris van cultuur om het RSO te redden. Het MCO zou kunnen worden meegenomen in de nieuwe visie op de publieke omroep, waarmee in het voorjaar een start gemaakt wordt. Die visie zal ongetwijfeld financiële consequenties hebben, want ook daar komen ombuigingen en impulsen in voor, maar dat is een goede gelegenheid om te spreken over de positie van het MCO. Het is niet verstandig om nu een onomkeerbare beslissing te nemen over het orkest. Is de staatssecretaris bereid om het RSO nu overeind te houden en daar op een later tijdstip op terug te komen?

Mevrouw Vergeer steunt het opschuiven van de beslissing over BNN, ook in het kader van de visie op de publieke omroep. De Wereldomroep heeft medewerking verleend aan grootschalige bezuinigingen. Zij moeten echter nog 1 mln extra bezuinigen. Zij vindt dat die bezuiniging van tafel moet, omdat anders de primaire journalistieke activiteiten in gevaar komen. Zij verzoekt de staatssecretaris deze bezuiniging voor 2007 van tafel te halen en het geheel te bezien in de visie op de publieke omroep.

Mevrouw Kraneveldt (LPF) merkt op dat eigenlijk geen drie voorstellen voorliggen, maar vier: een van het MCO, een van de publieke omroep toen ze er nog niet samen uit konden komen, een van de publieke omroep met het MCO samen en het voorstel van de staatssecretaris zelf. Dat laatste is een botte-bijlvoorstel, de andere zijn kaasschaafvoorstellen. Zij vindt alle vier de voorstellen slecht. Zij wil bij de discussie over de toekomst van de publieke omroep kijken naar de rol van het MCO en een aantal orkesten. Daarna kan dan eventueel worden besloten om te bezuinigen en kan worden bekeken wat er met het MCO en de orkesten moet gebeuren. Er zijn diverse alternatieven voor deze bezuiniging, zoals het schrappen van de doorgifte van het analoge televisiesignaal via de ether. Daar zijn miljoenen euro's op te verdienen, waardoor de bezuiniging op het MCO en het RSO wellicht niet meer nodig zijn. Er moet dan uiteraard wel een oplossing worden gevonden voor de mensen die niet op de kabel zijn aangesloten.

Mevrouw Kraneveldt vindt het treurig dat er bezuinigd moet worden op de Wereldomroep. Zij vindt overigens een van de drie doelstellingen van de Wereldomroep, het verstrekken van onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand, geen taak van de Wereldomroep. Verder vindt zij de wetgeving met betrekking tot BNN gelegenheidswetgeving. De Kamer heeft het desbetreffende wetsvoorstel aangenomen, maar zij vindt dat geen zuivere wetgeving. Zij is daarom blij dat een aantal partijen in de Eerste Kamer een ander geluid hebben laten horen dan in de Tweede Kamer. Het is natuurlijk treurig voor BNN, maar zij hoopt dat de Eerste Kamer niet zal instemmen met het wetsvoorstel.

De heer Bakker (D66) merkt op dat voor de invulling van de bezuinigingen tal van inventieve gedachten zijn ontwikkeld. Het MCO had eerst gekozen voor de opheffing van het RSO. Inmiddels is een nieuwe deal gemaakt tussen de publieke omroep en het MCO over hoe het ook zou kunnen. Daarbij worden tal van belangen gediend, maar niet noodzakelijkerwijs het artistiek belang. Hij heeft zelf het idee dat de benadering, zoals die door de NPS, AVRO en de TROS in voorbereiding was, in artistiek en omroeppolitiek oogpunt een veel verantwoordere oplossing was, hoewel die niet genoeg oplevert. Door de keuzes die het MCO maakt blijft aan de ene kant heel veel vet op de botten blijft zitten en wordt aan de andere kant iets wat artistiek van waarde is de nek omgedraaid. Hij vraagt de staatssecretaris daarom nog eens goed te kijken naar de logica, de interne logica en niet alleen de bestuurlijke logica, van de keuzes die worden gemaakt. Hij vindt overigens dat de bezuinigingen van 80 mln daadwerkelijk moeten worden gehaald, maar het moet een verantwoord besluit zijn. Hij heeft niet de indruk dat het besluit dat nu in de steigers staat het beste is. Het kan vele malen beter. Hij wijst het voorstel van de staatssecretaris om het RSO op te heffen af, evenals het voorstel dat afgelopen vrijdag door de publieke omroepen is gedaan.

Als het gaat om de invulling van de 64 mln die «Hilversum» moet bezuinigen, heeft de heer Bakker het oncomfortabele gevoel dat hetgeen de bedoeling was van regering en Kamer, namelijk te snijden in overhead, faciliteiten en overbodige dingen, niet of nauwelijks gebeurt en dat veel wordt afgewenteld op programma's en op de kwaliteit van programma's. Voor kwaliteit, voor mensen die prijzen hebben gewonnen met camerawerk, editing, regie en dergelijke, is steeds minder geld beschikbaar. Kan de staatssecretaris de Kamer een overzicht geven van de manier waarop Hilversum de bezuinigingen heeft laten neerslaan?

De heer Bakker heeft er bewondering voor dat de Wereldomroep de bezuiniging van 4,5 mln heeft gehaald. Hij vindt het niet verantwoord als daarnaast in de journalistieke kwaliteit van de Wereldomroep zou moeten worden gesneden. Hij vindt dan ook niet dat de staatssecretaris kan zeggen dat de Wereldomroep nog 1 mln moet bezuinigen. Hij kan zich wel vinden in de benadering van de staatssecretaris ten aanzien van BNN. Hij vindt dat BNN moet blijven.

Mevrouw Örgü (VVD) vindt dat er twee opties op tafel liggen: het nieuwe voorstel van MCO en de publieke omroep gezamenlijk en het voorstel van de staatssecretaris. De staatssecretaris legt, als het gaat om haar eigen voorstel, het advies van de Raad voor cultuur naast zich neer. Op basis van welke argumenten doet zij dat? Waarom gaat zij het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) en het Radio Kamerorkest (RKO) versterken, terwijl zij tegelijkertijd twijfelt aan de efficiency van beide orkesten? De voorkeur van mevrouw Örgü gaat uit naar het voorstel dat de instanties zelf afgelopen vrijdag hebben gedaan.

Een van de kerntaken van de Wereldomroep is het informeren van Nederlandstaligen in het buitenland. Mevrouw Örgü vraagt zich af of de Wereldomroep op dat punt nog wel een belangrijke taak vervult, want iedereen kan tegenwoordig via internet de Nederlandse omroep volgen. Kan de staatssecretaris middels een brief cijfers aan de Kamer doen toekomen over de mate waarin de internetvoorziening van de publieke omroep in de nieuwsvraag van Nederlanders in het buitenland voorziet?

Er zijn geruchten dat de Wereldomroep via haar dochterbedrijf Broadcast Facilities Nederland met omroepgeld commerciële muziekopnamestudio's zou beconcurreren. Ook zou de Wereldomroep allerlei nevenactiviteiten ontplooien die niets te maken hebben met de kerntaken. Kan de staatssecretaris onderzoeken welke winst te behalen is als de Wereldomroep haar opnameopdrachten niet langer exclusief aan Broadcast Facilities Nederland zou uitbesteden, maar ook aan andere bedrijven offertes zou vragen? Kan zij tevens de wereldwijde nevenactiviteiten van de Wereldomroep in kaart brengen?

Wat betreft BNN sluit mevrouw Örgü zich bij hetgeen de heer Bakker daarover heeft gezegd.

Mevrouw Halsema (GroenLinks) vindt het gerommel bij het MCO treurigmakend. Het leidt tot grote onzekerheid bij de betrokken musici en waarschijnlijk tot verlies van arbeidsplaatsen nu en op termijn. Het schrappen van een orkest en van arbeidsplaatsen in de klassieke muziek leidt tot definitieve inkrimping van de arbeidsmarkt. Daar zullen komende generaties conservatoriumstudenten hinder van ondervinden, omdat er in Nederland minder ruimte zal zijn voor het musiceren en het professioneel bedrijven van klassieke muziek. Men moet zich goed realiseren wat dat betekent voor de nationale cultuur.

Mevrouw Halsema heeft de indruk dat de staatssecretaris deze bezuiniging met lange tanden doorzet. Op de nationale begroting is het een muizenkeutel, maar op de begroting van de staatssecretaris is het aanzienlijk meer. Zij vindt dan ook dat de staatssecretaris moet worden geholpen door de Kamer. Dat zou kunnen door bij de Voorjaarsnota ervoor te zorgen dat het bezuinigingsbedrag elders wordt ingeboekt. Er kan daarbij gedacht worden aan de vrij forse bedrijvensubsidies als het gaat om het innovatieplatform, aan asfalt of aan het infrastructuurplan. Zij hoopt dat de coalitiepartijen bereid zijn om daar met de oppositie goed naar te gaan kijken. Mocht de coalitie niet bereid zijn om deze toch kleine stap te zetten, is er het meer gematigde voorstel van de SP. Zij vindt dat van zo'n grote redelijkheid dat het niet zo maar terzijde kan worden geschoven, te meer daar iedereen erkent dat het eigenlijk gaat om een discussie over de toekomst van het publieke bestel en daar maken de omroeporkesten deel van uit.

Mevrouw Halsema verzet zich tegen de bezuiniging op de Wereldomroep. Ook daar kan bij de Voorjaarsnota naar worden gekeken. De Wereldomroep heeft zelf al bezuinigingen ingeboekt en er liggen moties van de Kamer over de onwenselijkheid van deze bezuiniging. Die kan dan ook niet op deze manier worden doorgezet.

Mevrouw Halsema vindt dat BNN op dit moment een unieke en belangrijke positie inneemt, omdat zij jongeren bedienen op een manier die andere omroepen iets te veel achterwege laten. BNN is dus nodig. De staatssecretaris is de Eerste Kamer al vergaand tegemoet gekomen door de erkenning terug te schroeven van vijf naar drie jaar. De Eerste Kamer mag de wetgeving kritisch beoordelen, maar ze mag niet de politieke keuzes van de Tweede Kamer teniet doen.

De heer Slob (ChristenUnie) zet vraagtekens bij de omvang van de bezuinigingen en de wijze waarop ze doorgevoerd zouden gaan worden. Bij de bezuinigingstaakstelling die er al in november lag, leek er weinig ruimte voor het maken van afwegingen over inhoudelijke nut en noodzaak. Het gaat er alleen maar om dat het bedrag wordt gehaald. Dat zet een enorme druk op het doorvoeren van die bezuinigingen. De staatssecretaris kreeg twee afzonderlijke plannen voorgelegd. Hij vindt de afweging van de staatssecretaris niet overtuigend. Zij geeft bijvoorbeeld aan dat zij zich in haar oordeel wil baseren op haar totale verantwoordelijkheid voor het gehele orkestenbestel, maar in haar afweging laat zij toch een aantal orkesten buiten beschouwing. Verder heeft de staatssecretaris gekeken naar de symfoniebehoefte van de publieke omroepen en concludeert dat er voldoende symfonisch aanbod is bij niet-omroeporkesten. Hij vindt dat geen sterk argument, want dezelfde vlieger kan opgaan voor het RKO of het Groot Omroepkoor. Bovendien zal de publieke omroep een vervangend orkest ook moeten bekostigen. Hij vraagt zich dan ook af of bij het voorstel van de staatssecretaris wel echt is nagedacht over de consequenties.

Op het allerlaatste moment zijn het MCO en de publieke omroep samen met de Radio 4-omroepen met een soort compromisvoorstel gekomen. Het is zeer te prijzen dat zij dat hebben geprobeerd. Het is echter een gelegenheidskeuze en men is met het mes op de keel tot zo'n compromis gekomen. Moet deze bezuiniging daarom wel op deze wijze worden doorgevoerd? Er wordt namelijk niet alleen gesneden in zaken die minder efficiënt zijn en waar ook in gesneden kan worden, maar er wordt ook ingegrepen in de inhoud. De heer Slob heeft daar grote moeite mee. Wat hem betreft wordt gekeken naar creatieve oplossingen om dit probleem op een veel bevredigender wijze op te lossen.

De heer Slob vindt het te prijzen dat de Wereldomroep zelf zeer constructief heeft nagedacht over de wijze waarop de bezuiniging kan worden ingevuld. Hij heeft echter moeite met het feit dat die bezuiniging in 2007 met nog een keer met 1 mln zal worden verhoogd, aangezien dat gevolgen zal hebben voor de journalistieke kernactiviteiten van de Wereldomroep.

Het is de taak van de Eerste Kamer om kritisch te kijken naar hetgeen in de Tweede Kamer aan behandeling van wetgeving is geweest en daar een oordeel over uit te spreken. Het oordeel van de Eerste Kamer over de wetgeving met betrekking tot BNN was dat het gelegenheidswetgeving is. De heer Slob vindt dat de leden van de Eerste Kamer daar in hun stemgedrag consequenties aan mogen verbinden.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA) is het ermee eens dat de wetgeving omtrent BNN gelegenheidswetgeving is. Veel wetgeving zou, als je het staatsrechtelijk zou bekijken, echter onder gelegenheidswetgeving kunnen vallen, omdat er vaak dingen worden veranderd in de wet en veel daarvan is ingegeven door de waan van de dag.

De Wereldomroep is in de afgelopen tijd in staat gebleken 4,5 mln te bezuinigen, terwijl zij eigenlijk niet hoefde te bezuinigen. De Kamer heeft in 2002 namelijk kamerbreed uitgesproken dat de Wereldomroep niet verder hoefde te bezuinigen. Vervolgens heeft de Kamer in 2003 gezegd dat gekeken zou moeten worden of Ontwikkelingssamenwerking en EZ zouden kunnen bijdragen aan de Wereldomroep. De staatssecretaris heeft al eerder laten weten dat dat haar niet gelukt is. Mevrouw Van Nieuwenhoven is niet bereid om de Wereldomroep nog eens 1 mln te laten bezuinigen. Zij roept alle andere collega's op om dat ook niet te doen en dat ene miljoen te laten voor wat het is en bij de begroting van 2007 te kijken of het nog nodig is of dat het misschien ingelopen is. Anders zou tegen die tijd EZ en Ontwikkelingssamenwerking kunnen worden aangesproken. Die hebben in ieder geval meer geld dan er van cultuur en dus het omroepbeleid is te halen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven vindt het niet nodig om nu al te zeggen dat het RSO opgeheven moet worden. Het MCO moet 20% van het budget bezuinigen, terwijl de publieke omroep als totaal een veel kleiner deel hoeft te bezuinigen. En dat terwijl de publieke omroep nog een Karel V-fonds heeft, waar ze geld uit kan halen als ze snel even iets bij moet passen. Verder is er een omroepreserve. Zij snapt niet waarom die 5,5 mln tot 6,5 mln of 7,5 mln voor het MCO niet tijdelijk, voor een jaar, uit die omroepreserve kan worden gehaald. Dan kan er een goede discussie worden gevoerd over het rapport van de visitatiecommissie-Rinnooy Kan en over het rapport van McKinsey. Dan kan bij de taak van het MCO ook de positie van Radio 4 betrokken. Er zijn maar een paar omroepen die zich druk maken over de programmering van Radio 4. Er is echter een grote aanhang van klassieke muziek in Nederland. Zij zou het jammer vinden als dat zou verdwijnen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven is er voor dat de bezuiniging een jaar opgeschoven wordt en eerst de discussie over de taken van de publieke omroep, waar het MCO toe behoort, wordt gevoerd. Als dat niet mogelijk is en de coalitiepartijen niet bereid zijn om met dat jaar de staatssecretaris te helpen om deze moeilijk bezuiniging niet te doen, moet het advies van de Raad voor cultuur serieus worden genomen. Zij wil naar het totaal van de orkesten kijken en niet nu zeggen dat het RSO weg moet. Het verdwijnen van de fte's is heel desastreus voor het muziekleven in Nederland. Dat is geen goed beleid. Er moet een artistiek inhoudelijke onderbouwing komen en niet alleen kwantitatieve argumentatie.

De heer Atsma (CDA) vindt dat de afgesproken bezuiniging gewoon gehaald moet worden, maar dat die niet ten koste mag gaan van de programma-inhoud. Hij heeft signalen gekregen dat dat op verschillende fronten wel aan de orde is. Hij heeft sterk de neiging om het aanvankelijke advies van de raad van bestuur van de publieke omroep te volgen. Dat hield ondermeer in dat het RSO in grote lijnen overeind zou kunnen worden gehouden en dat de bezuinigingen op een andere manier zouden kunnen worden ingevuld. De raad van bestuur kwam echter op de valreep samen met de directie van het MCO met een ander voorstel.

In de laatste brief van de publieke omroep wordt aangegeven dat er nog een onderzoek komt naar het functioneren van het MCO en naar de afstemming met het MCO. Het is daarom verstandig om te kijken naar het totaal van het MCO en niet alleen naar deze orkesten. De ambitie is dat de bezuiniging wordt gehaald, maar de heer Atsma betwijfeld of de keuze die de staatssecretaris maakt wel de juiste is. Hij zou graag een bredere discussie zien. Overigens geeft de publieke omroep zelf aan dat in hun ogen er nog aanvullend bezuinigd zou kunnen worden.

De raad van bestuur schrijft dat er een directe relatie is tussen Radio 4 en het MCO. De populair klassieke zender Classic FM wordt gemist in Nederland. De heer Atsma kan zich dan ook voorstellen dat Radio 4 kiest voor een populairder programmering. Nederland is een van de landen met de rijkste traditie als het gaat om amateurorkesten enkoren. Die zijn vaak van een heel hoog niveau. Je vindt ze echter nauwelijks meer terug op de publieke omroep. Hij pleit er dan ook voor dat er meer koren en korpsen komen op Radio 4. Dat kan financieel ook interessant zijn.

Het CDA heeft verleden jaar gepleit voor meer Radio 1 op de middengolf. Daar is een breed gesteunde motie over aangenomen. Dat levert per saldo ook een bezuiniging op. De heer Atsma zou graag de harde toezegging van de staatssecretaris krijgen dat de middengolf weer overwegend het signaal van Radio 1 doorgeeft.

Het is de heer Atsma niet duidelijk wat de exacte argumenten zijn van EZ en vooral van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking om niet mee te willen betalen aan de Wereldomroep. Hij wil daar graag wat meer over horen van de staatssecretaris. Verder vraagt hij of er een mogelijkheid is om de middelen van de Taalunie in te zetten voor de taken van de Wereldomroep. Er ligt namelijk een duidelijke relatie als het gaat om het verspreiden van het Nederlands in algemene zin.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris moet in een situatie opereren, waarin veel partijen het niet met elkaar eens zijn. Zij had gehoopt dat afgelopen vrijdag een doorbraak zou kunnen worden bewerkstelligd en zij stond ook niet onwelwillend tegenover het voorstel, maar het RKO heeft aangegeven dat met hen geen overleg is gevoerd over het voorstel van afgelopen vrijdag. Er is dus geen sprake van eensgezindheid in het MCO. Zij probeert nu een zo wijs mogelijk beslissing te nemen. Zij heeft met haar voorstel een heldere keuze willen maken.

De Raad voor cultuur en de publieke omroep waren voorstander van een fusie, maar het MCO was voorstander van het opheffen van het RSO. De staatssecretaris heeft gesprekken gevoerd met de drie orkesten van het MCO, voorafgaand aan de beslissing. Zij is, alles afwegende, tot de conclusie gekomen dat het artistiek inhoudelijk beter was om het RSO op te heffen. Daarnaast waren nog andere argumenten, bijvoorbeeld om zo snel mogelijk helderheid te kunnen geven aan de mensen die het aangaat. Verder wil zij bij de organisatie niet tot op het bot gaan, maar haar ruimte geven om kwaliteit te leveren. Bij de fusievariant gaat het om een bezuiniging tot op het bot. Er is dan geen ruimte om tot nieuwe inzichten te komen of tot een tijdelijke vergroting van een orkesten voor verschillende producties.

Het symfonisch aanbod in Nederland is voldoende om het gat dat valt als het RSO wordt opgeheven, op te vangen, enerzijds door een versterking van het Radio Filharmonisch Orkest (RFO), dat een deel van het repertoire en van de capaciteit van het RSO op moet vangen, anderzijds door de inzet van niet-omroeporkesten. Bij een fusie is onzeker wat het aanbod van het nieuw te vormen orkest zal worden. De staatssecretaris heeft gekozen voor een versterking van het RKO en het RFO, omdat zij zich goed realiseert dat als je één orkest volledig weghaalt, je binnen de gegeven financiële kaders, een aantal compenserende maatregelen moet nemen.

De onderbouwing van de advisering van de Raad voor cultuur ging uit van de premisse dat omdat het een orkest van de publieke omroep is, de argumenten van de publieke omroep het zwaarst moeten wegen. De raad heeft echter geen afstand genomen van het andere alternatief en heeft niet gezegd dat het artistiek inhoudelijk het beste is om te fuseren. De staatssecretaris is echter alles afwegende tot een andere conclusie gekomen dan de Raad voor cultuur. Zij heeft daarbij zwaar laten wegen dat het MCO, dat de consequenties van die bezuiniging moet dragen, voorstander was van het opheffen van het RSO.

Het oorspronkelijke plan van de publieke omroep, dat gesteund werd door de Raad voor cultuur, leidde maar tot een bezuiniging van 4,5 mln, in plaats van minimaal 5,5 mln. De staatssecretaris zou in financieel opzicht een groot risico nemen als zij daarin mee zou gaan. Dat heeft ook meegewogen in haar afweging. Zij heeft echter eerst naar het artistiek inhoudelijke aspect gekeken en daarna naar het financiële. Ook in het huidige voorstel zitten een aantal financiële onzekerheden, maar er is wel zekerheid voor 5,5 mln. Dat is het gevolg van de beperking van de aanstelling van 44 fte's van 100% naar 70%. Zij heeft daar echter wel zorgen over, want kan worden voorkomen dat mensen die op 70% komen te zitten en een gezin moeten onderhouden, niet alsnog vertrekken naar een ander orkest, waar ze 100% betaald krijgen? Hoe kan de kwaliteit van het gefuseerde orkest worden gegarandeerd?

De staatssecretaris is benieuwd hoe de Kamer op basis van haar reactie aankijkt tegen de situatie. Zij heeft drie weken geleden geprobeerd om een helder besluit te nemen. Daarmee wilde zij in één klap duidelijkheid verschaffen aan alle mensen die hieronder leiden. Voor de RSO-musici was dat een dramatische beslissing, maar de mensen van RFO en RKO haalden opgelucht adem. Door de ontwikkelingen van de afgelopen dagen verkeren nu drie orkesten in volstrekte onrust. Zij heeft eigenlijk tijd nodig, om dit nieuwe plan goed te bestuderen. Daarmee breekt echter weer een onzekere periode van zeker een paar weken aan voor drie orkesten. Zij vindt het belangrijk om in tweede termijn te horen wat de verschillende fracties vinden. In eerste termijn heeft een meerderheid zich uitgesproken voor de fusievariant. In tweede termijn moet helder worden met welke opdracht de Kamer haar naar huis stuurt. Beide varianten kunnen worden uitgevoerd. Het is een zware beslissing en zij wil die met de grootste zorgvuldigheid nemen.

In het voorstel van de publieke omroep wordt er ook van uitgegaan dat de operabespeling door de MCO-orkesten afneemt en dat dat kan worden opgevangen door niet-omroeporkesten. De staatssecretaris moet nog bestuderen of dat wel kan, want dat kost ook geld. Het kan niet zo zijn dat de omroep nu een soort dekking regelt via de middelen van de Cultuurnota.

Verleden jaar in november is gesproken over de invulling van de bezuiniging van 80 mln, die is verdeeld in 64 mln en 16 mln. Toen is ook de disproportionaliteit aan de orde gesteld. In het deel van de begroting van de staatssecretaris zijn echter een aantal budgetten heilig verklaard, zoals de regionale omroep, het stimuleringsfonds en de film. Die mochten niet meetellen bij het oplossen van die 16 mln. Dat betekent dat een zwaardere druk wordt gelegd op de zaken die wel mogen worden meegewogen.

De staatssecretaris wacht de discussie in de Eerste Kamer over BNN af. Zij blijft van mening dat het wetsvoorstel gewoon moet worden aangenomen, omdat daarmee het voortbestaan van BNN op korte termijn zeker wordt gesteld, maar ook omdat zij principieel van mening is dat een A- en een B-status in het huidige omroepbestel een prima zaak is. Het is dan wellicht gelegenheidswetgeving, maar zij vindt het principieel juist dat een differentiatie komt in ledenaantallen.

In haar brief heeft de staatssecretaris geschreven dat niet wordt uitgesloten dat de bezuiniging van 1 mln op de Wereldomroep een programmatische zaak zal zijn. Zij sluit echter niet uit dat door technologische ontwikkelingen en nieuwe ontwikkelingen in de internationale samenwerking met andere posten, er mogelijkerwijs geen programmatische gevolgen zullen zijn. Daarom wil zij dit punt van die 1 mln even laten rusten en tot medio 2006 de tijd nemen om te kijken of er andere mogelijkheden zijn. Er kan inderdaad een bezuiniging plaatsvinden als het gaat om de middengolf, maar die is reeds in de 64 mln opgenomen. Als het gaat om de Taalunie zijn er verdragsrechtelijke verplichtingen met Vlaanderen. Het budget van de Taalunie ligt dan ook vast voor de komende jaren. Daar kan de staatssecretaris niet aan komen, los van het feit of zij dat zou willen. Op de vraag of internet in een rol kan spelen bij de bezuiniging op de Wereldomroep, zal zij schriftelijk terug komen.

Op dit moment loopt een klachtprocedure over de nevenactiviteiten van Broadcast Facilities Nederland. Het Commissariaat voor de media heeft het onderzocht en gezegd dat op dit moment 80% van Broadcast Facilities werkt voor de Wereldomroep. Dit is niet strijdig met de Mediawet. De staatssecretaris kijkt nu echter wel of niet tot een aanscherping van die nevenactiviteitenregeling moet worden gekomen. Het roept voor een aantal partijen namelijk onduidelijkheid op. Zij zal de Kamer daar te gelegener tijd over informeren.

EZ en Ontwikkelingssamenwerking zijn van oordeel dat het niet tot kerntaken behoort om mee te betalen aan de Wereldomroep. Zij vinden dat het een kerntaak van OCW. De staatssecretaris heeft die opvatting gerespecteerd.

De staatssecretaris heeft ook signalen gekregen dat door de bezuinigingen op de omroep de kwaliteit van de programma's wordt aangetast. Die signalen hebben haar uiterste aandacht. Zij is het volledig met de Kamer eens dat de kwaliteit van de programma's niet mag worden aangetast. Zij zal daar een objectief onderzoek naar laten doen. Zij verwacht in september daar de rapportage over te ontvangen. Zij zal de Kamer daar na dat bestudeerd te hebben, nader over informeren. Verder zal zij in augustus een gesprek hebben met de raad van bestuur over de wijze waarop alle bezuinigingen worden ingevuld.

Radio 4 wordt in het kader van de bezuinigingen van de publieke omroep gereorganiseerd. Daarbij wordt rekening gehouden met de bezuinigingen bij het MCO. Er komt een eenduidige artistieke leiding voor Radio 4 en er wordt een grote efficiencyslag gemaakt binnen Radio 4. De verschillende redacties worden bijvoorbeeld samengevoegd. De artistiek leider is het aanspreekpunt als het gaat om de samenhang tussen Radio 4 en de MCO-orkesten.

Er kan nu niet volledig over worden gegaan op 747. Dat is technisch onmogelijk. Dat neemt niet weg dat er op dit moment wel zo veel mogelijk wordt doorgeplugd. Dat levert een aantal bezuinigingen op. De staatssecretaris kan nu niet melden hoeveel dat precies is, want dat is een onderdeel van het gesprek dat zij in augustus zal hebben met de raad van bestuur. Als ze worden ingeboekt, worden ze echter niet bijgeplust bij het MCO, maar bij de 64 mln.

Nadere gedachtewisseling

Mevrouw Vergeer (SP) houdt er nogmaals een pleidooi voor het MCO mee te nemen in een bredere visie op de publieke omroep. Zij vindt het onbegrijpelijk dat nu een onomkeerbare beslissing moet worden genomen. Alle plannen zijn niet alleen slecht voor de kwantiteit, maar ook voor de artistieke kwaliteit van de drie orkesten. Zij roept de staatssecretaris op om iets meer te doen dan dit. Zij vindt het verhaal van de publieke omroep het minst slecht en geeft de staatssecretaris alle ruimte om dat af te wegen tegen alle andere plannen die er nog komen in het reces.

Mevrouw Kraneveldt (LPF) kiest niet voor een bepaald voorstel, want zij vindt ze allemaal slecht. Zij vindt dat er eerst een discussie moet komen over de toekomst van het publieke bestel en de rol van het MCO en de orkesten daarin en dat dan pas een beslissing moet worden genomen over eventuele bezuinigingen.

De heer Bakker (D66) zou het slecht vinden als de structurele discussie over de publieke omroep zou worden belast met allerlei financiële taakstellingen. Hij vindt de keuze die de staatssecretaris heeft gemaakt, niet de juiste. Hij vindt het eerste plan van de publieke omroep een vertrekpunt voor het werk van de staatssecretaris. Dat hoeft niet per se de uitkomst te zijn, want daarmee wordt niet genoeg bezuinigd. Er zijn echter nog andere keuzes die in beeld kunnen worden gebracht.

De heer Bakker vindt het niet erg als de staatssecretaris dat ene miljoen van de Wereldomroep nog even laat hangen. Hij wil echter wel duidelijk maken dat het niet moet gaan om het inboeten op journalistieke kwaliteit en capaciteit. Hij vindt de Wereldomroep namelijk iets om trots op te zijn.

Mevrouw Örgü (VVD) vindt, alles overwegende, dat de staatssecretaris moet gaan werken aan iets dat tussen het eerste en het laatste voorstel van de publieke omroep in ligt. Als het toch het eerste plan van de publieke omroep wordt, vindt zij dat de raad van bestuur garant moet kunnen staan voor het bedrag dat nog ontbreekt. Die voorwaarde wil zij meegeven aan de staatssecretaris.

Mevrouw Halsema (GroenLinks) loopt niet echt warm voor het fusiealternatief. Zij ziet echter wel het voordeel van behoudt van de werkgelegenheid en vindt dat een zwaarwegend argument. Zij vindt dat de staatssecretaris de komende weken ruimte moet hebben om te onderhandelen. Dat geeft de Kamer namelijk ook ruimte om bij Voorjaarsnota te kijken wat de Kamer kan doen. Zij neemt graag de handschoen op om te kijken of het leed de komende weken verzacht kan worden voordat er verkeerde beslissingen worden genomen.

De heer Slob (ChristenUnie) is van mening dat de situatie er na het antwoord van de staatssecretaris niet overzichtelijker op is geworden. De laatste variant van MCO en de publieke omroep was sympathiek omdat dat er een breed draagvlak zou zijn om met elkaar op te gaan pakken wat misschien onvermijdelijk is. Nu worden er echter kanttekeningen geplaatst bij dat brede draagvlak. Hij wil op dat punt graag meer duidelijkheid hebben. Waar staan deze groeperingen voor? Vertegenwoordigen zij ook echt hun achterbannen? Hoe solide is dat laatste voorstel? Dit alles zou moeten worden meegenomen bij het maken van een definitieve keuze.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA) vindt dat de bezuiniging op dit moment onterecht is en vindt dat die niet door zou moeten gaan. Zij vindt dat de staatssecretaris de tijd zou moeten nemen. Dat is vervelend voor de betrokkenen, maar je kunt beter even wachten en dan een goede keuze maken, dan nu gedwongen door de tijd een keuze maken die uiteindelijk niet helpt.

In het laatste voorstel van het MCO en de publieke omroep wordt het arbeidsvoorwaardenbeleid heel ingewikkeld. Ook binnen het MCO wordt het ingewikkeld, omdat op een totaal verschillende manier met mensen zal worden omgegaan. Mevrouw Van Nieuwenhoven begrijpt het voorstel van de raad van bestuur en de directie van het MCO dan ook niet.

Mevrouw Van Nieuwenhoven begrijpt ten slotte niet waarom nu een besluit moet worden genomen over de bezuiniging van 1 mln op de Wereldomroep als die pas in 2007 aan de orde is.

De heer Atsma (CDA) heeft een voorkeur voor het eerste voorstel van de publieke omroep, dat gedragen wordt door de Raad voor cultuur. Daarin wordt vooral gekozen voor het overeind laten van het RSO. Er moet echter wel voor worden gezorgd dat de totale bezuinigingsdoelstelling wordt gehaald.

De heer Atsma vindt dat, zeker nu de staatssecretaris heeft aangekondigd dat er een fundamenteel debat over de toekomst van het publieke bestel moet komen, er argumenten zijn om voor het komende jaar van een soort status quo uit te gaan als het gaat om BNN.

De staatssecretaris moet een goede keuze maken, maar die bestaat niet. Er bestaat alleen een minst slechte. Zij verwacht niet dat zij een beslissing kan nemen die op een breed draagvlak kan rekenen. Wat zij ook doet, er zal verdeeldheid over bestaan, omdat er keuzes worden gemaakt. Zij voelt zich verantwoordelijk voor het creëren van duidelijkheid voor verschillende mensen en wil dat niet op de lange baan schuiven. Zij wil daarom proberen nog voor het reces een brief aan de Kamer te sturen, waarin zij aan zal geven wat volgens haar de keuze zou moeten zijn. Zij zal proberen het zo goed mogelijk te doen, maar een deel van de mensen zal het er niet mee eens zijn, maar dat is de consequentie van deze situatie. Aangezien de Kamer nog maar een week vergadert voor het reces begint, zal zij proberen om die brief maandag bij de Kamer te laten zijn. Het kan zijn dat zij er niet uit kan komen, maar alles zal erop gericht zijn om de Kamer maandag nadere informatie of een concreet voorstel te sturen. Als het allemaal niet lukt, zal zij in de loop van het reces of in het nieuwe jaar met een voorstel komen.

Het uitstellen van de beslissing lost niets op. De staatssecretaris moet namelijk in 2005 4,5 mln bezuinigen. Daar komt dan elk jaar een miljoen bij. Zij ziet de discussie over het MCO ook volledig los van de langeretermijndiscussie. Ook de financiële kaders liggen volledig los van elkaar. Voor de langetermijndiscussie is sprake van een budgettair-neutrale situatie. Het moet bij die discussie juist gaan om de inhoud en niet om de financiën.

De staatssecretaris concludeert dat een meerderheid van de Kamer voor de fusievariant is. Het laatste voorstel van de publieke omroep en het MCO is vrijwel hetzelfde als het eerste. Het verschil is dat ene miljoen die in het laatste voorstel meer wordt bezuinigd. Zij begrijpt dat de Kamer haar vraagt te kijken naar alternatieven voor de operaproblematiek en te kijken of op een andere wijze kan worden voldaan aan die bezuiniging van 6,5 mln. Daar is zij toe bereid. Zij zal kijken naar het alternatief waar de Kamer voor is, en een oplossing zoeken.

Als het gaat om dat laatste miljoen voor de Wereldomroep is het nodig om nu uit te spreken of het zo zal worden gedaan. De staatssecretaris heeft namelijk de verantwoordelijkheid om een meerjarige reeks te laten zien over hoe zij de bezuiniging gaat invullen. De programmatische kant wordt wat haar betreft zo veel mogelijk ontzien. Zij sluit echter niet uit dat op dat gebied ook zal moeten worden bezuinigd.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Cornielje

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Kler


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje (VVD), voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Azough (GroenLinks), Van Bommel (SP), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (ChristenUnie), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Eijsink (PvdA), Leerdam (PvdA), ondervoorzitter, Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA) en Visser (VVD).

Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Ferrier (CDA), Verbeet (PvdA), Rijpstra (VVD), Van der Laan (D66), Boelhouwer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Tonkens (GroenLinks), Van Oerle-van der Horst (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Nawijn (LPF), Adelmund (PvdA) en Aptroot (VVD).

Naar boven