nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2003
Bij brief van 10 september 2003 heb ik u geantwoord op de vragen van het
lid Rijpstra over de veiligheid in het zwemonderwijs (ingezonden 19 augustus
2003, Aanhangsel Handelingen II 2002–2003, nr. 1895). Hierin heb ik
toegezegd uw Kamer nader te informeren over de uitvoering van het amendement
Rijpstra betreffende de bevordering van de veiligheid van zwembaden door middel
van elektronische detectiesystemen (28 600 VIII, nr. 33). Met deze brief
voldoe ik aan deze toezegging.
Door het Nederlands Instituut voor Sport en Recreatie (LC) is in september
van dit jaar een projectplan ingediend voor de uitvoering van projecten met
het invoeren van elektronische detectiesystemen in zwembaden. Het plan is
op 30 september besproken in de stuurgroep Schoolzwemmen en Zwemvaardigheid.
Deze stuurgroep oordeelde positief over het projectplan. Naar aanleiding daarvan
heb ik besloten om het LC in de gelegenheid te stellen het voorgestelde projectplan
uit te voeren.
Het plan voorziet in de subsidiëring van het invoeren van elektronische
detectiesystemen in zwembaden. Nagegaan wordt of en onder welke condities
het invoeren van een elektronisch detectiesysteem een zinvolle bijdrage levert
aan de veiligheid in zwembaden. Er wordt gestreefd naar deelname van circa
16 zwembaden. De hoogte van de subsidie is maximaal 50% van de kosten met
een maximum van € 50 000. Vertegenwoordigers van de ministeries
van OCW, VWS en VROM vormen een stuurgroep die op hoofdlijnen richting geeft
aan het proces. De stuurgroep wordt ondersteund door het LC. Daarnaast is
er een werkgroep die de uitvoering van het project begeleidt. Hieraan nemen
naast het LC, het Interprovinciaal Overleg (IPO), het bedrijfsleven, de opleidingen
en de Recron deel.
Om in aanmerking te komen voor de onderhavige subsidie moet een zwembad
voldoen aan de volgende criteria.
1. Het moet gaan om een publiek toegankelijk zwembad.
2. Het zwembad moet voldoen aan veiligheidscriteria volgens de Wet hygiëne
en veiligheid zwem- en badinrichtingen (WHVZB), bij voorkeur verwerkt aan
de hand van het Keurmerk Veilig & Schoon of ISO-certificering. Er moeten
plannen met betrekking tot toezicht, calamiteiten, ontruiming, ARBO-reglement
en bedrijfshulpverlening aanwezig en in werking te zijn.
3. Het zwembad moet bereid zijn tot medewerking aan monitoren en evaluatie
van het pilotproject.
4. Het zwembad moet bereid zijn te fungeren als leerbedrijf voor andere
zwembaden.
5. De installatie van het systeem mag niet als doelstelling hebben het
inkrimpen van het personeelsbestand, de bezetting bij de bassins of het verminderen
van oculair toezicht op uren met een lage bezettingsgraad. Hiertoe dient een
inspanningsverplichting te worden opgesteld en ondertekend.
Ik hoop u met deze informatie voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. J. A. van der Hoeven