29 200 VI
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2004

nr. 101
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 6 november 2003

De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 7 oktober 2003 overleg gevoerd met minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie over:

– de brief d.d. 27 augustus 2003 inzake legesverhoging in vreemdelingenzaken regulier (28 600-VI, nr. 141);

– de brief d.d. 2 oktober 2003 inzake Rapport onderzoek leges IND (Just 030 942);

– de brief d.d. 3 oktober 2003 inzake leges verblijfsvergunningen regulier.

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Vos (GroenLinks) merkt op dat de verhogingen voor leges bij vreemdelingenzaken dramatisch zijn en variëren van 300% tot ruim 1150%. Geen enkele organisatie in Nederland kan dergelijke prijsverhogingen doorvoeren. Het argument is dat kostendekkendheid van door de overheid verleende diensten een dergelijke verhoging rechtvaardigt. Het gevolg zal zijn dat het voor mensen die legaal in Nederland verblijven, onmogelijk wordt van hun verblijfsrecht gebruik te maken. Tot voor kort konden veel mensen nog een beroep doen op de bijzondere bijstand voor deze kosten, maar veel gemeenten hebben via een ambtelijk advies hun Centrum voor werk en inkomen (CWI) opgedragen geen middelen meer beschikbaar te stellen voor het bekostigen van de leges. De consequentie is dat door deze verhoging er een gedwongen terugkeerbeleid komt of dat mensen die legaal in Nederland verblijven de illegaliteit in worden gedwongen.

Mevrouw Vos zegt zich niet te verzetten tegen het betalen van leges. Het is reëel als dat proportioneel gebeurt. Voor een verleende overheidsdienst mag een bijdrage worden verwacht van mensen die daarvan gebruik maken. Die bijdrage moet wel reëel zijn en mag niet verworden tot een instrument om immigratie af te remmen. Het instrument wordt dan oneigenlijk gebruikt zodat er sprake is van détournement de pouvoir. Voormalig minister Sorgdrager schreef in juli 1998 dat hoewel in het kader van de vreemdelingenwetgeving leges worden geheven, het kostendekkend maken hiervan beleidsmatig niet opportuun is, omdat hierdoor de toelatingsmogelijkheden in belangrijke mate beperkt zouden worden.

Het is absurd dat bij het kostendekkend maken de IND uitgaat van de tijd die nodig is voor het in behandeling nemen van bezwaar en beroep, omdat mensen het recht hebben bezwaar en beroep aan te tekenen. Waarom moeten zij al op voorhand betalen voor het eigen bezwaar of beroep? Zelfs als je in beroep gaat tegen te hoge leges, worden die kosten verrekend in het te betalen bedrag. Zijn de overheadkosten van 200% niet erg hoog? In het bedrijfsleven is 40% normaal. Kan de minister iets meer zeggen over de becijfering en de positie van andere landen? Waarom is niet voorzien in hardheidsclausules? Als je de leges absoluut niet kunt betalen, zou de consequentie zijn dat je Nederland moet verlaten of de illegaliteit moet ingaan. Mevrouw Vos verzoekt de minister dringend haar beleid op dit punt aan te passen.

De heer Dijsselbloem (PvdA) memoreert dat de leges in twee stappen zijn verhoogd en dat een derde verhoging is aangekondigd. De argumenten van de regering zijn dat de tarieven kostendekkend moeten zijn, Nederland niet uit de pas loopt en dat de verhoging geen belemmering vormt voor toelating.

Tarieven kunnen kostendekkend zijn, maar waarom is het nieuwe credo van de regering dat zij dit moeten zijn? De tarieven mogen niet zo hoog zijn dat zij het verkrijgen van een vergunning belemmeren en onevenredig zijn aan het te dienen belang. Hij houdt vast aan de uitgangspunten van oud-minister Sorgdrager.

De prijzen zijn gebaseerd op een kostprijsonderzoek door de IND. Dit onderzoek roept veel vragen op. Is de minister bereid, de IND door een extern bureau door te lichten op kostenefficiency? Zijns inziens krijgt een monopolistische ambtelijke organisatie een vrijbrief iedere kostenuitgave of inefficiency te verrekenen in de leges. Waarom krijgt een rijksdienst carte blanche om elke willekeurige tariefsverhoging door te voeren en aan buitenlandse burgers op te leggen? Zij staan in geen enkele verhouding tot de tarieven die welbewust zijn gemaximeerd voor documenten voor Nederlandse burgers. Er is een bodemprocedure aangespannen door 25 organisaties die de juridische grondslag van deze verhogingen aanvechten. De uitslag daarvan moet worden afgewacht.

De regering stelt dat de tariefsverhoging geen belemmering vormt voor toelating. Als iemand in het kader van de gezinshereniging legaal zijn partner en kinderen naar Nederland haalt en hem dat duizenden euro's kost, is de verhoging gewoon prijsbeleid. Wat zijn de werkelijke doelstellingen van dit beleid? In minder draagkrachtige gezinnen zal de hoge leges voor de vergunning voor onbepaalde tijd ertoe leiden dat elk jaar de tijdelijke vergunning wordt verlengd. Het gevolg is dat men afhankelijk blijft van de relatie met de partner. Zelfs is het mogelijk dat gezinnen in de illegaliteit terechtkomen. Wat vindt de minister van het feit dat kinderen van migranten die in Nederland zijn geboren en op hun achttiende zonder meer aanspraak kunnen maken op een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd ook € 890 moeten betalen om hun wettelijk recht te halen?

De tariefsverhoging vormt ook een belemmering voor buitenlandse studenten en wetenschappelijk personeel om naar Nederland te komen. De motie-Dittrich/Bussemaker over dit punt is aangehouden, omdat de toenmalige minister van Justitie Nawijn heeft toegezegd te zullen kijken naar een specifieke regeling voor studenten en scholieren. Hoe is de stand van zaken? Hoe wil de regering een concurrerende internationale kenniseconomie realiseren als het verschil in leges met de omringende landen zo groot is? In Canada wordt gesproken over quotering van Nederlandse studenten als tegenmaatregel. Wat vindt de minister ervan dat uitwisselingsprogramma's en vakantiekampen deze zomer zijn geannuleerd als gevolg van de legesverhoging? Het bedrijfsleven wordt gehinderd in het aantrekken van buitenlandse werknemers, niet alleen door de hoge tarieven, maar ook door de zeer lange wachttijden. Dat laatste geldt ook voor universiteiten en uitwisselingsprogramma's.

De heer Dijsselbloem pleit voor een plafond in de tarieven conform de gemaximeerde prijs voor bijvoorbeeld het paspoort. De hoogte van de tarieven dient in overeenstemming te zijn met de omringende landen.

De heer Van Fessem (CDA) zegt het uitgangspunt te onderschrijven dat de burger moet betalen voor geleverde overheidsdiensten en dat de leges zoveel mogelijk kostendekkend moeten zijn. Mensen moeten zich van tevoren realiseren welke kosten aan verblijf in Nederland zijn verbonden. Zo nodig dient men daarvoor geld te reserveren. In de huidige systematiek van legesheffing zitten wel enkele onbevredigende elementen. De minister heeft al toegezegd dat zij zal bezien of daaraan wat gedaan kan worden, zoals aan de gezinsbedragen.

De overheid heeft de plicht, goed duidelijk te maken waarvoor men precies leges betaalt. De huidige bedragen zijn niet gedifferentieerd naar werklast per verschillende soort afgegeven vergunning. Uit het IND-onderzoek naar leges blijkt dat een tarief wordt gehanteerd waarin alles is opgenomen, dus de behandelkosten van eerste aanvraag plus bezwaar plus beroep plus voorlopige voorziening. Uit het onderzoek blijkt ook dat verhoging van de leges regulier tot het niveau van kostendekkendheid tot een ongewenst hoge toename leidt. Hij is blij met de toezegging van de minister de mogelijkheden te onderzoeken om het gebrek aan differentiatie en inzichtelijkheid op te heffen. Worden de resultaten van dit onderzoek begin of eind 2004 verwacht en wanneer is het voorstel voor een nieuwe legessystematiek er? Wordt deze systematiek gekoppeld aan de nieuwe aangekondigde Wet op de inburgering? Wanneer kan dit wetsvoorstel worden verwacht?

Het ministerie van Buitenlandse Zaken bereidt een nieuwe rijkswet voor op de consulaire tarieven per 1 januari 2004. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, kan de IND leges heffen voor MVV-aanvragen. Is het mogelijk daarop per 1 januari een voorschot op te nemen om de huidige pijn voor andere leges te verzachten?

Bekeken wordt of een aparte regeling mogelijk is voor studenten uit ontwikkelingslanden. Kan de minister daar iets meer over zeggen? Hij sluit zich aan bij de vragen van de heer Dijsselbloem over de motie-Dittrich/Bussemaker. Er zijn afspraken gemaakt over de hoogte van de leges voor verblijfsaanvragen van derdelanders in de Europese Unie. Wordt dat alsnog gedaan? Welke mogelijkheden zijn er om de Europese Richtlijn te wijzigen die beperkingen stelt aan de van EU-onderdanen te heffen legesbedragen? Ten opzichte van niet-EU-onderdanen is het onbevredigend dat voor hen het uitgangspunt van kostendekkendheid niet kan worden geëffectueerd.

De leges in andere landen, met name Engeland, Frankrijk en Duitsland, blijken aanzienlijk lager te zijn dan de Nederlandse. Is de situatie in de andere EU-landen vergelijkbaar? Wat kan Nederland eventueel leren van andere landen over de legessystematiek, de efficiency van werkprocessen en dergelijke? Worden de overheveling van toelatingstaken van de Vreemdelingendiensten naar de IND en gemeenten en de financiële gevolgen daarvan betrokken bij het door de minister aangekondigde onderzoek? Dit zou tot verlaging van de kosten kunnen leiden.

In het IND-rapport wordt gerefereerd aan het Europese nationaliteitsverdrag. Het is hem niet duidelijk welke mogelijkheden en onmogelijkheden dit verdrag biedt inzake het heffen van leges. Kan de minister daar iets over zeggen? In het Europese nationaliteitsverdrag is gesteld dat leges verbonden aan naturalisatie redelijk moeten zijn. Wat is redelijk? Waarom wordt in het IND-rapport gesteld dat de mogelijkheden van het verhogen van de leges voor naturalisatie als beperkt worden ingeschat?

De heer Visser (VVD) merkt op dat de argumenten voor de kostenverhoging van de leges de eigen verantwoordelijkheid van de burger en het doorberekenen van gemaakte kosten zijn. Daardoor worden kosten voor het afgeven van verblijfsvergunningen minder uit de algemene middelen en meer door de begunstigde zelf betaald. De minister wil dit principe niet alleen toepassen bij de verzoeken om reguliere verblijfsvergunningen en naturalisatie, maar ook uitbreiden naar aanvragen voor visa en machtiging voor voorlopig verblijf (MVV). Daarnaast onderzoekt zij of het mogelijk is te differentiëren naar product. In 2004 wil de minister een nieuwe legessystematiek presenteren.

In principe steunt de heer Visser het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. De vraag is wel hoever daarmee kan worden gegaan. De minister heeft als taakstelling een vermindering te realiseren van de kosten van 22,5 mln euro in 2006. De optelsom van leges weerspiegelt op dit moment niet de totaal gemaakte kosten. Zij wil de kosten meer inzichtelijk maken. Op basis daarvan kan misschien worden overgegaan op differentiatie van de kosten.

In het blad Binnenlands Bestuur van 3 oktober wordt gesuggereerd een onderscheid te maken naar kansrijke en kansloze aanvragen voor een verblijfsvergunning. Indien een persoon de verplichte MVV-procedure heeft doorlopen, is de aanvraag kansrijk. Als dat niet zo is, wordt de aanvraag in 99% van de gevallen afgewezen. De minister overweegt leges te heffen op de MVV. Iemand die zich keurig aan de procedure houdt, te weten eerst MVV en dan verblijfsvergunning, betaalt twee keer. Als er geen MVV is aangevraagd, worden bij de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor het eerst leges betaald. Als er geen onderscheid wordt gemaakt tussen personen die wel en niet in het bezit zijn van een MVV, zijn de kosten voor iemand die zich aan de regels houdt hoger dan voor iemand die dat niet doet. De aanpak zou kunnen leiden tot minder kansloze aanvragen, waardoor de druk op de vreemdelingenketen vermindert en de kosten zullen dalen. Die daling kan tot uitdrukking komen in de legeskosten.

Legesbedragen moeten inzichtelijk zijn. Bij het doorberekenen van kosten behoort ook kostenbeheersing. De volksvertegenwoordiging dient die te controleren. Controle is slechts mogelijk bij transparantie van de doorberekende kosten. Als de IND niet efficiënt werkt, zal dat leiden tot hogere legeskosten. Hoe kan dit worden voorkomen? Neemt de minister in een studie naar het nieuwe systeem het principe van een indexering op? Efficiencywinst moet de komende jaren ook in de prijzen terug te zien zijn.

In 2000 is een onderzoek naar de kosten gedaan. De loonkosten zijn de laatste jaren echter fors gestegen. Is dat tot uitdrukking gekomen in een evenredige stijging van de indirecte kosten? Is er geen efficiencywinst geboekt sinds 2000? Kostendaling moet ook in de prijs tot uitdrukking komen.

Uit het kostenonderzoek kan worden geconcludeerd dat de totale kosten worden doorberekend aan een beperkte groep. Voor EU-onderdanen is immers een maximumprijs vastgesteld. Is het juist dat niet-EU-onderdanen meebetalen in de kosten van degenen voor wie een vast bedrag geldt? Als het Rijk binnen de EU afspraken maakt voor beperkte leges, moeten die kosten worden betaald uit de algemene middelen. Als er binnen de EU afspraken worden gemaakt over hogere leges binnen EU-verband is dat goed als de doelstelling is gezamenlijk tot meer kostendekkendheid te komen. Kan de minister daar iets meer over zeggen? Als het uitgangspunt is kostendekkendheid voor het verstrekken van een reguliere verblijfsvergunning, dan moeten de kosten voor die reguliere verblijfsvergunning worden doorberekend en niet die van andere groepen.

De heer De Wit (SP) herinnert aan de historie van de legesverghoging. In januari zijn over de verhoging vragen gesteld, omdat hem toen al vanuit de samenleving verontruste berichten bereikten. De commissie heeft tot drie keer toe brieven aan de vorige minister van Justitie gestuurd met het dringende verzoek die vragen te beantwoorden. De minister is daarop tijdens overleggen aangesproken zonder dat er ooit een afdoend antwoord kwam. Omdat inmiddels de extra inkomsten uit deze verhoging zijn ingeboekt, is het de vraag of deze nog wel teruggedraaid kan worden. Het ligt aan de minister dat de commissie pas nu, bijna een jaar later, over deze schrijnende zaak kan spreken. Tegen die achtergrond is de vraag wat te doen met de reeds ingevoerde verhogingen.

De verhogingen variëren van 660% tot 1150% en moeten worden betaald door mensen die dat niet kunnen. Zij hebben wel het recht in Nederland te verblijven en hun familie hierheen te halen. Deze lasten moeten ook worden opgebracht door studenten en wetenschappers die bijdragen aan de kenniseconomie die dit kabinet hoog in het vaandel heeft. Deze verhogingen moeten van de baan, omdat de Kamer daartegen al in een vroeg stadium bezwaar heeft gemaakt. Zijn verzoek is dan ook met dit beleid te kappen. Geleerden in Nederland noemen de verhoging onverstandig, onredelijk en in strijd met internationale verdragen en de Grondwet.

De heer De Wit wijst op het Associatieverdrag met Turkije, met name de stand still-bepaling. Als iemand lid wil worden van de EU, mogen op grond van dat verdrag de voorwaarden niet tussentijds worden verzwaard en geen nieuwe beperkingen worden opgeworpen. De voorwaarden voor toelating zijn inderdaad niet veranderd, maar feit is dat je voor een daarbij horende vergunning veel meer moet betalen. Op papier kan iemand recht hebben op een vergunning, maar als hij die niet kan betalen, kan hij zijn recht niet halen. Volgens artikel 104 van de Grondwet kan niet bij een begroting worden vastgelegd dat op deze manier 20 mln euro wordt binnengehaald. Wil de minister daarop reageren?

Bij het toekennen van vergunningen kan niet worden uitgegaan van kostendekkendheid, omdat de mensen die kosten niet kunnen opbrengen. De IND stelt in zijn rapport voor, de legeskosten met 50% te verhogen. Dat is een heel ander percentage dan die nu worden gehanteerd.

Kan de verhoging ongedaan gemaakt worden, mede gezien de hoge kosten van de juridische procedure die tegen de Staat aanhangig is gemaakt en die waarschijnlijk lang gaat duren?

Mevrouw Lambrechts (D66) vindt het argument dat leges kostendekkend moeten zijn een te verdedigen standpunt. Bij vreemdelingenzaken heeft dit echter geleid tot zeer extreme prijsverhogingen. Gaan deze kosten geen onneembare drempel vormen voor mensen met een beperkt inkomen? Wil de minister daarmee rekening houden bij het voorziene nieuwe systeem dat zij in 2004 wil introduceren en de verschillende aspecten goed bekijken? Is het reëel om het aantekenen van bezwaar en beroep onderdeel te laten uitmaken van de kostendekkendheid? In veel gevallen leidt dat tot een verdubbeling van de prijs. Hoe is dat geregeld in de omringende landen?

De verhoging is inmiddels in twee fasen ingevoerd. Hoe functioneert een en ander inmiddels? Is het waar dat deze kosten in sommige gevallen worden betaald vanuit de bijzondere bijstand, zodat gemeenten ervoor moeten opdraaien? Op die manier wordt het uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en het meer bijdragen aan de eigen verblijfsvergunning niet op een goede manier waargemaakt.

Nederland heeft grote ambitie om op het gebied van kennis en innovatie tot de top van Europa te behoren. Alle universiteiten en in het bijzonder de technische drijven steunen voor een groot deel, soms meer dan de helft, op buitenlandse wetenschappers. De conclusie is dat Nederland een groot tekort aan goede onderzoekers heeft. De hoge leges en de lange procedures maken het voor studenten en wetenschappelijk medewerkers niet erg aantrekkelijk om naar Nederland te komen. De minister-president heeft tijdens de algemene beschouwingen gezegd dat buitenlands talent moet worden benut. Hoe staat het daarmee? Hij verwees ook naar het Innovatieplatform. Zijn er oplossingen aangereikt en, zo ja, welke?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) merkt op aanvankelijk begrip te hebben gehad voor het uitgangspunt van kostendekkendheid van de leges, maar zij is geschrokken van de gevolgen van deze hoge leges. Voor universiteiten en hogescholen wordt het moeilijker, studenten en wetenschappers naar Nederland te halen. Voor Nederlandse studenten is het gevolg dat het voor hen moeilijker wordt een plaats in het buitenland te vinden. Sommige vreemdelingen komen in grote financiële problemen als zij hun gezin naar Nederland willen halen. Wegen de voordelen van kostendekkendheid wel op tegen de negatieve effecten ervan?

De minister schrijft geen leges te heffen bij een eerste verblijfsaanvaarding, omdat een asielzoeker daartoe de middelen niet heeft. Dat zou anders liggen bij een verblijfsvergunning bij asiel voor onbepaalde tijd. Kan de minister uitleggen waaruit het verschil bestaat? De legesheffingen moeten in een goede verhouding komen te staan tot inburgeringsbeleid en naturalisatie. Er moet sprake zijn van een bepaalde opbouw. Legesbedragen moeten in lijn zijn met deze opbouw, tenzij daar een goed te motiveren financiële noodzaak voor zou zijn. Is die opbouw echter niet in strijd met de inzichtelijkheid van de kostendekkendheid? Worden de kosten van de leges niet voor een ander doel gebruikt dan voor het puur kostendekkend maken? Waarom moet er een logische opbouw zijn in de kosten van legesbijdragen als het uitsluitend gaat om het dekken van de kosten?

Indien vreemdelingen die voor ieder gezinslid leges moeten betalen, niet voor de verlenging betalen, heeft dat directe consequenties voor het verblijf. Is de conclusie juist dat als de kosten niet betaald worden het gezin het land uitgezet wordt? Wordt overwogen, in bepaalde gevallen de vreemdeling kwijtschelding te verlenen? Waarom is er geen hardheidsclausule?

Kostendekkendheid is een onvoldoende legitimatie voor de negatieve effecten van de hoge leges. Wil de minister deze verhoging heroverwegen? Overweegt zij een hardheidsclausule? Wil zij rekening houden met de kosten voor minvermogenden en grote gezinnen? De hoge leges mogen geen belemmering vormen voor vreemdelingen om gebruik te maken van hun recht op gezinshereniging.

Het antwoord van de minister

De minister antwoordt, niet gelukkig te zijn met de bedragen die worden gehanteerd in de huidige legesregeling en de onderbouwing daarvan. Gezien haar financiële taakstelling is er geen ruimte voor verlaging van de bedragen. Haar doelstelling is, in 2004 te komen met een geheel nieuwe systematiek voor de legesheffing door een draagvlakverbreding. Het totaal aan af te geven vergunningen, handelingen van de overheid, is niet doorgerekend en wordt niet verrekend. Uitgangspunten blijven kostendekkendheid, omdat het werk dat de overheid verricht, betaald moet worden en de eigen verantwoordelijkheid van de burger, die bijvoorbeeld kan sparen voor een verblijfsvergunning. Een systeem moet wel duidelijk zijn. De basis van bepaalde bedragen moet aan de burger kunnen worden uitgelegd. Met het huidige systeem is dat niet mogelijk.

De IND heeft de opdracht gekregen een nieuw gedifferentieerd en vooral transparant kostprijsonderzoek te doen. Duidelijk moet zijn waaruit de kostprijs bestaat. Bij dit onderzoek wordt rekening gehouden met de reorganisatie en de overdracht van taken van de Vreemdelingendienst. De IND moet begin 2004 klaar zijn met het onderzoek vanwege de urgentie van de problematiek.

De minister antwoordt de kritiek op de juridische onderbouwing van de leges niet te delen en verwijst naar haar schriftelijke antwoorden, waarbij is ingegaan op de relatie met de verdragen. Zij gaat ervan uit dat de Vreemdelingenwet een voldoende solide basis is voor het kunnen heffen van leges. Het Europees Vestigingsverdrag verzet zich niet tegen het vorderen van leges voor administratieve handelingen. Legesverhoging ter dekking van noodzakelijke behandelkosten vormt geen extra beperking die de verblijfsrechten op grond van het Associatieverdrag tussen de EG en Turkije zou schaden. Zij gaat niet nader op de kritiek in, aangezien de zaak onder de rechter ligt. De uitspraak van de rechter zal uiteraard betrokken worden bij haar oordeelsvorming en de opzet van de totale legessystematiek.

Het is niet onredelijk, de kosten van bezwaar en beroep te verrekenen in de leges, te meer daar in het bezwaar vaak veel onvolkomenheden van de aanvrager worden hersteld. De hoogte van de overheadkosten zal worden betrokken bij de heroverweging. Als er een transparante kostprijs is, komt daar een opslag uit voort die getoetst kan worden aan de redelijkheid.

Bij het opzetten van een nieuw totaal systeem zal de mogelijkheid van een hardheidsclausule worden betrokken.

De IND zal niet worden doorgelicht, aangezien er geen signalen zijn dat de IND inefficiency doorberekent aan de burger. Voorheen zijn de werkelijke kosten die toegerekend kunnen worden aan de producten die de IND levert, nooit doorberekend. Dat gebeurt nu wel.

Dit jaar zijn in juni en juli helaas weer achterstanden ontstaan in de aanvragen van studenten die in Nederland wilden komen studeren. Er zijn maatregelen getroffen om die volgend jaar echt te voorkomen. Eind september waren de achterstanden ingelopen.

De minister deelt mee in gesprek te zijn met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) over de uitwerking van een regeling voor buitenlandse studenten en scholieren. Op ambtelijk niveau hebben daaraan voorafgaand al veel gesprekken plaatsgevonden. Zij zegt toe dat er voor het einde van het jaar een regeling zal zijn.

Over het Innovatieplatform zegt zij toe niet alleen te overleggen met de minister van OCW, maar ook in contact te zullen treden met andere bewindspersonen onder wie de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om na te gaan hoe buitenlandse kennis binnengehaald kan worden.

De kosten voor een verblijfsvergunning in de omringende landen zullen bij het nieuwe totale systeem worden betrokken. De leges in Engeland bedragen € 230 als de aanvragen per post worden gedaan en € 375 als de aanvraag in persoon wordt gedaan. In Frankrijk wordt bij arbeid in loondienst onderscheid gemaakt tussen de door de werkgever te vergoeden kosten en de kosten die door de vreemdeling zullen moeten worden betaald. De leges voor de werkgever variëren tussen € 160 en € 1375, al naar gelang het inkomen van de werknemer of het type arbeid. De door de vreemdeling te betalen leges zijn maximaal € 220. In Duitsland zijn de leges voor een verblijfsvergunning onbepaalde tijd € 61. Griekenland volgt de Nederlandse bedragen.

Het Europees Nationaliteitsverdrag acht het heffen van redelijke leges toelaatbaar. Onder redelijk moet worden verstaan: redelijk in verhouding tot de gemaakte kosten. Aan de naturalisatieleges ligt een kostprijsberekening ten grondslag gerelateerd aan werklast van Rijk en gemeente. De minister zegt toe in het kader van het totale legessysteem deze leges nog eens kritisch te zullen beschouwen.

Om de MVV per 1 januari 2004 in de legesheffing te kunnen betrekken, is overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken noodzakelijk. Aangezien de doelstelling is, met een integrale aanpak te komen, wil zij daarop niet vooruitlopen.

Het wetsvoorstel inburgering kent enkele fases. De eerste twee kleine wijzigingen vinden per 1 april 2004 plaats. Publicatie in het Staatsblad volgt in november 2004. Voor het nieuwe stelsel is meer tijd nodig. De procedure begint in 2004. In september 2004 is de indiening voorzien. Het wetsvoorstel inburgering staat los van het nieuwe totaalsysteem voor de leges dat eerder zal worden ingevoerd. De vraag naar de verhouding tussen de lagere tarieven voor EU-onderdanen en de tarieven voor niet-EU-onderdanen zal worden betrokken bij het totale kostprijsonderzoek. Volgens EG-richtlijn 68 360, artikel 9, lid 1, volgen de leges voor EU-onderdanen de kosten voor het nationale identiteitsdocument. Als de Raad van State ermee akkoord gaat, kost de identiteitskaart voor Nederlanders binnenkort € 30 en dat was€ 28. De leges voor EU-onderdanen kunnen dan met € 2 worden verhoogd. De tekorten die ontstaan bij de leges voor EU-onderdanen worden niet afgewenteld op andere tarieven, maar worden betaald uit de algemene middelen.

Gemeenten kunnen in principe zelf bepalen waaraan zij de gelden voor bijzondere bijstand besteden. Het is dus mogelijk dat uit de bijzondere bijstand een verzoek om leges betaald wordt, hoewel de minister dat niet wenselijk acht.

Universiteiten en bedrijven kunnen gebruik maken van de zogenaamde verkorte procedure voor de MVV. Die doorlooptijd is ongeveer drie weken. De vergunningaanvraag duurde in het verleden langer. In de toekomst zal het sneller gaan nu de Vreemdelingendienst zijn taken op dit punt aan de IND overdraagt. De huidige tarieven lijken de bewindsvrouw ook voor de universiteiten niet onoverkomelijk. Doorgaans worden de leges niet door de individuele medewerker betaald, maar door het bedrijf. Dit aspect zal eveneens worden betrokken bij het onderzoek.

Asielgerechtigden mogen in Nederland werken. Als zij een bijstandsuitkering hebben, zijn zij sollicitatieplichtig. Vanuit een oogpunt van eigen verantwoordelijkheid voor door de overheid verleende voorzieningen is het redelijk, ook van asielgerechtigden die mogen of moeten werken leges te vragen. Dat kan niet bij de eerste verblijfsaanvraag. Een verzoek om asiel mag niet buiten behandeling worden gesteld om financiële redenen. Er kan mogelijk wel om leges worden gevraagd bij de aanvraag van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Onderzocht moet worden wat dit financieel betekent, wat de werklast is die gepaard gaat met omzetten van de vergunning voor bepaalde tijd in een vergunning voor onbepaalde tijd en wat de kosten daarvan zijn. Duidelijk moet ook zijn, hoe de Europese partners op een dergelijk voorstel zullen reageren. Invoering van leges bij een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd vergt tevens een wijziging van de Vreemdelingenwet. Dat kost waarschijnlijk anderhalf jaar. Of deze weg zal worden ingeslagen, hangt af van de financiële noodzaak.

Een logische volgorde in de opbouw van de leges is nodig, omdat de kostendekkendheid het hele systeem betreft. De behandelkosten van een eerste aanvraag zijn waarschijnlijk hoger dan van een verlenging.

Nadere gedachtewisseling

De heer Dijsselbloem (PvdA) verzoekt de minister de legestarieven te bevriezen en de doorgevoerde verhogingen terug te draaien. Als er efficiencyverbeteringen worden bereikt, dienen die in de prijzen tot uitdrukking te komen.

De minister heeft een nieuwe regeling toegezegd voor studenten en wetenschappelijk medewerkers. Geldt deze regeling met terugwerkende kracht of met onmiddellijke ingang? Worden de tarieven weer internationaal vergelijkbaar?

De heer Van Fessem (CDA) vreest dat in de nieuwe legessystematiek de tarieven nog hoger zullen worden. De tarieven in de omliggende landen stonden reeds in de stukken. Zijn vraag gold andere dan de omliggende landen.

De heer Visser (VVD) waarschuwt niet te veel naar andere landen te kijken voor de legesheffing, omdat niet bekend is welk systeem zij hanteren. De prijs in een ander land kan laag lijken, terwijl de kosten hoog zijn door inefficiency en uit de algemene middelen worden betaald. 30% van de aanvragen wordt gedaan door EU-onderdanen en 70% door niet-EU-onderdanen. Voor de EU-onderdanen geldt een vastgesteld bedrag dat wordt aangevuld uit de algemene middelen. Hij wijst erop dat als de EU uitbreidt het percentage EU-onderdanen dat een aanvraag doet, toe zal nemen en dus de kosten voor de algemene middelen.

De heer De Wit (SP) vraagt zich af of het nog wel geoorloofd is, deze forse verhogingen door te voeren als de minister toezegt volgend jaar met een nieuw, transparant systeem te komen. Hij pleit voor stopzetting van de verhogingen. De minister constateert zelf dat het huidige systeem niet deugt. Er komt een gerechtelijke procedure met zeer hoge kosten voor de advocaten, een mogelijke veroordeling van de Staat, mogelijke terugbetaling aan mensen en bijkomende kosten. Worden deze kosten ook verwerkt in het transparante systeem? Hij verzoekt de minister dan ook met klem, af te zien van de verhogingen, het IND-onderzoek af te wachten en dan de nieuwe tarieven te bepalen.

Mevrouw Lambrechts (D66) is blij met de toezegging van de minister in 2004 te komen met een nieuw kostendekkend, uitlegbaar en transparant legessysteem.

De minister heeft toegezegd dat er voor eind 2003 een nieuwe regeling zal zijn voor studenten en wetenschappers. Vervolgens zei zij dat de huidige tarieven voor universiteiten en hogescholen niet onoverkomelijk zijn. Welke uitspraak is juist?

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie) vraagt of de minister het met haar eens is dat hoge leges een belemmering kunnen vormen voor vreemdelingen om gebruik te maken van hun recht op gezinshereniging. Worden gezinnen uitgezet als zij de leges voor een verlenging niet kunnen betalen?

Zij is blij met de toezegging inzake de hardheidsclausule.

De minister antwoordt dat zij met de minister van OCW spreekt over een nieuwe regeling voor studenten en wetenschappelijk medewerkers. Een andere vraag is wie de leges betaalt. Dat wordt meestal door de bedrijven gedaan en niet door de medewerker persoonlijk. De antwoorden betroffen dus twee verschillende vragen.

Uitgaande van de huidige tarieven wordt voor buitenlandse studenten de mogelijkheid bekeken van onderlinge verrekening tussen de ministeries van OCW en Justitie. De student hoeft dan de kosten dus niet meer te betalen.

De manier waarop de kosten voor niet-EU-onderdanen worden berekend, zal in het nieuwe systeem zeer genuanceerd worden bekeken.

De huidige tarieven gelden sinds 1 januari 2003. Zij zullen niet worden teruggedraaid, maar worden gehandhaafd.

De voorzitter concludeert dat de minister de IND opdracht heeft gegeven, een onderzoek te doen naar een nieuw systeem, waarbij transparantie en kostendekkendheid voorop staan. De uitspraak van de rechter over de juridische onderbouwing zal daar tevens bij worden betrokken. De mogelijkheid een hardheidsclausule in het systeem op te nemen, zal worden bekeken. Tevens zal worden gekeken naar de naturalisatiekosten en de verhouding van de bedragen die worden betaald door EU-onderdanen en niet-EU-onderdanen. Voor eind 2003 zal er in overleg met de minister van OCW een nieuwe regeling zijn voor buitenlandse studenten en wetenschappers.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-van der Meer

De griffier van de vaste commissie voor Justitie,

Pe


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Klaas de Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (VVD), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA), Tonkens (GroenLinks), Jan de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Nawijn (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Griffith (VVD), Van der Laan (D66) en Visser (VVD).

Plv. leden: Van Hijum (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Vergeer (SP), Arib (PvdA), Karimi (GroenLinks), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Joldersma (CDA), Hermans (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Örgü (VVD), Lambrechts (D66) en Rijpstra (VVD).

Naar boven