29 200 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2004

nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2004

Tijdens de voorbereiding van de behandeling van Hoofdstuk IV 2004 heeft de Vaste commissie voor NAAZ schriftelijk verzocht om nadere informatie over het exacte verschil in zowel kwalitatief als kwantitatief opzicht tussen de in de Nederlandse Antillen feitelijk opgelegde en feitelijk geïnde belastingen. In de beantwoording van deze vraag heb ik toegezegd bij de Antilliaanse regering navraag hiernaar te zullen doen en de Kamer nader te informeren.

Het heeft moeite en tijd gekost om meer informatie over de gevraagde gegevens bij de regering van de Nederlandse Antillen en de Bestuurscolleges van de Eilandgebieden te verkrijgen. Het is nog niet gelukt alle gevraagde gegevens te achterhalen. Zodra deze gegevens zijn ontvangen zullen zij u alsnog worden toegezonden. Ik kan u thans echter wel het navolgende melden.

Omzetbelasting, invoerrechten en accijnzen

De belangrijkste belastingen die ten goede komen aan het Land Nederlandse Antillen zijn de omzetbelasting en deinvoerrechten. Hierbij is geen sprake van feitelijk opgelegde en feitelijk geïnde belastingen. De opbrengst van deze belastingen in 2003 bedroegen: ANG 261,6 miljoen (waarvan ANG 47,2 miljoen van Sint Maarten), respectievelijk ANG 197 miljoen. Voorts werd een bedrag van ANG 39 miljoen aan accijnzen geïnd.

Overige belastingen

De eilandgebieden innen als belangrijkste belastingen dewinstbelasting, de inkomsten-en loonbelasting en degrondbelasting. De navolgende gegevens hebben betrekking op het eilandgebied Curaçao. De gegevens over de andere eilandgebieden zijn nog niet ontvangen, maar wel kan worden gemeld dat de hieronder beschreven problemen zich ook daar in min of meer gelijke mate voordoen.

Winstbelasting

Off shore. Van de opgelegde aanslagen komt 80% direct binnen en de overige 20% na invorderingsacties. De opbrengst is ANG 130 miljoen.

VAS (Voldoening op Aangifte Systeem). De belasting wordt afgedragen bij de aangifte. De opgelegde belasting wordt dan ook voor 100% geïnd. De opbrengst daarvan is ANG 70 miljoen.

VAS (naheffing). In 2003 is voor een bedrag van ANG 208 miljoen aan naheffingsaanslagen opgelegd. Bij deze ambtshalve aanslagen is een schatting van de behaalde winst gemaakt. Hiervan is slechts 12 miljoen (6%) geïnd. Oorzaak van deze lagere opbrengst is de onevenredig hoge schatting van aanslagen die worden opgelegd wanneer er geen of te lage aangifte wordt gedaan. Het uitblijven van aangifte moet voor een deel worden toegeschreven aan vervuilde bestanden: veel ondernemingen bestaan al lang niet meer, maar krijgen toch nog aanslagen opgelegd. Wel is men thans druk bezig de bestanden te schonen.

Samengevat betekent dit dat aan winstbelasting in 2003 een bedrag van ANG 408 miljoen aan aanslagen is opgelegd. Hiervan is 212 miljoen geïnd (52%). Het openstaande bedrag van ANG 196 miljoen is goeddeels niet inbaar doordat de schattingen van de ambtshalve opgelegde aanslagen te irreëel zijn.

Inkomstenbelasting en loonbelasting

Aan aanslagen inkomstenbelasting is in 2003 een bedrag van ANG 116 miljoen opgelegd. Hiervan is ANG 66 miljoen ontvangen. En dit bedrag is weer voor een belangrijk deel teruggegaan naar de belastingplichtigen door de vele restituties in verband met aftrekposten. In 2003 is daardoor slechts ANG 5 miljoen in de schatkist gekomen. Het verschil tussen opgelegde en geïnde belastingen wordt behalve door de vele aftrekmogelijkheden verklaard door te hoog geschatte naheffingsaanslagen. Ook op dit terrein is men bezig de bestanden te actualiseren en zuiveren.

Aan loonbelasting is in 2003 ANG 378 miljoen op aangifte en ANG 12 miljoen uit naheffing ontvangen. Ook hier levert de naheffing zo weinig op door de te hoge ambtshalve aanslagen.

Grondbelasting

Aan grondbelasting zou jaarlijks ANG 30 miljoen kunnen worden geïnd. Er is echter een achterstand van drie jaar (ANG 90 miljoen). Er zijn inmiddels stappen ondernomen om deze inning ter hand te nemen en de betreffende bedragen alsnog binnen te halen.

Ik vertrouw u vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th. C. de Graaf

Naar boven