29 200
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën

nr. 55
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2004

Bij brief van 22 april jl. (013-04-Fin) heeft u geïnformeerd naar de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de (gewijzigde) motie De Nerée tot Babberich c.s. Deze motie (29 200, nr. 48) verzoekt het kabinet voor 1 april 2004 te komen met voorstellen voor een evenwichtig bezoldigingsbeleid voor bestuurders in de (semi-)publieke sector. Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen heb ik aangegeven dat de motie mee wordt genomen in het kabinetsstandpunt op het advies van de adviescommissie beloning en rechtspositie ambtelijke en politieke top (commissie Dijkstal). Het advies van de commissie Dijkstal is onlangs uitgebracht en bij brief van mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 20 april aan uw Kamer aangeboden. De vaste Commissie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vervolgens op 29 april besloten het kabinetstandpunt af te wachten, dat naar verwachting voor het zomerreces zal worden afgerond.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven