29 200
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën

nr. 15
MOTIE VAN HET LID HERBEN

Voorgesteld 18 september 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat ingevolge artikel 8, eerste lid, onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap een vreemdeling het Nederlanderschap kan verkrijgen na een periode van vijf jaar van toelating of hoofdverblijf in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba;

constaterende, dat met de Vreemdelingenwet 2000 de termijn voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning is verlengd van drie naar vijf jaar;

van mening dat het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning niet zou moeten kunnen samenvallen met het moment van naturalisatie tot Nederlander;

van mening, ook dat het Nederlanderschap alleen zou moeten kunnen worden verkregen door die vreemdeling die bewezen heeft geïntegreerd te zijn in de Nederlandse samenleving;

verzoekt de regering artikel 8, eerste lid, onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap zodanig aan te passen dat het Nederlanderschap kan worden verkregen door die verzoeker die voorafgaand aan het verzoek tot naturalisatie ten minste 10 jaar in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba toelating of hoofdverblijf heeft gehad,

en gaat over tot de orde van de dag.

Herben

Naar boven