A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING
ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
I. Voorstel van Wet
De in Artikel I, onderdeel B, opgenomen tweede volzin van artikel 35,
tweede lid, luidde oorspronkelijk: Bij ministeriële regeling kan voor
bepaalde ondernemers of groepen van ondernemers ontheffing worden verleend
van de verplichting ingevolge de vorige volzin.
II. Memorie van Toelichting
1. Algemeen deel
De voorlaatste en de laatste volzin van de vierde alinea van paragraaf 2
(Factuurplicht), luidden oorspronkelijk: In het licht van een beperking van
de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, is overigens voorzien in
de mogelijkheid om ondernemers of groepen van ondernemers bij ministeriële
regeling te ontheffen van de verplichting om ook facturen uit te reiken aan
niet-ondernemers. Richtsnoer hierbij zal zijn de afwezigheid van een onaanvaardbaar
frauderisico.
Aan het slot van de derde alinea van paragraaf 4 (Electronische facturering)
was oorspronkelijk als laatste volzin opgenomen: Die termijn is immers de
periode tijdens welke de Belastingdienst kan controleren en de ondernemer
«tegenbewijs» kan leveren omtrent een stelling die de Belastingdienst
inneemt.
2. Toelichting op de artikelen
De tweede en de zevende volzin van de tweede alinea van de toelichting
op Artikel I, onderdeel B (artikel 35c van de Wet OB), ontbraken oorspronkelijk.
In bijlage B bij de memorie van toelichting (Transponeringstabel) luidde
de rechterkolom naast «Artikel 2, onderdeel 2 (lid 3d), 2e
alinea» oorspronkelijk: Artikel I, onderdeel B (nieuw artikel 35c, tweede
lid).