29 032
Wijziging van de Mediawet in verband met verlaging van de rijksomroepbijdrage

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 januari 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel I, onderdeel A, wordt vervangen door de volgende onderdelen:

A

De punt aan het eind van artikel 1, onderdeel rr, wordt vervangen door een puntkomma.

Aa

In artikel 50, achtste lid, vierde volzin, wordt «artikel 41a, derde lid» vervangen door: artikel 41a, vijfde lid.

Ab

In artikel 64, eerste lid, onderdeel d, wordt «met met» vervangen door: met.

Ac

In artikel 82i, eerste lid, onderdeel d, wordt «de televisieprogramma's» vervangen door: twee televisieprogramma's.

Ad

In artikel 109, eerste lid, wordt de eerste volzin vervangen door: De instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep – met uitzondering van de overheid – en de Wereldomroep leggen financiële rekening en verantwoording af aan het Commissariaat voor de Media ten behoeve van de rechtmatigheidstoetsing van de uitgaven. Zij doen daartoe jaarlijks voor 1 juni hun jaarrekening toekomen aan het Commissariaat.

Ae

In artikel 171 wordt na «toepassing» ingevoegd: van.

2.

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Indien het bij koninklijke boodschap van 22 oktober 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet (het vervallen van de verspreidingsbeperking voor de programma's van lokale en regionale omroepinstellingen, wijziging van de doorgifteplicht via omroepnetwerken van de programma's van lokale omroepinstellingen, alsmede wijziging van bepalingen inzake programmaraden) (Kamerstukken II, 2002/03, 28 639, nrs. 1–2) tot wet is verheven en in werking treedt nadat deze wet in werking treedt, wordt de Mediawet als volgt gewijzigd:

In artikel 82i, eerste lid, onderdeel d, wordt «de televisieprogramma's» vervangen door: twee televisieprogramma's.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt er toe enkele nog resterende technische fouten in de Mediawet te herstellen. De wijziging in onderdeel Ac strekt er toe de tekst van de bepaling inzake de doorgifte van de Belgische publieke televisieprogramma's te laten aansluiten bij de praktijk waarin twee Belgische publieke programma's moeten worden doorgegeven. De in artikel IA opgenomen afstemmingsbepaling is nodig om te voorkomen dat laatstgenoemde wijziging onbedoeld ongedaan wordt gemaakt als het bij koninklijke boodschap van 22 oktober 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet (het vervallen van de verspreidingsbeperking voor de programma's van lokale en regionale omroepinstellingen, wijziging van de doorgifteplicht via omroepnetwerken van de programma's van lokale omroepinstellingen, alsmede wijziging van bepalingen inzake programmaraden) (Kamerstukken II, 2002/03, 28 639, nrs. 1–2) later dan onderhavig voorstel van wet in werking zou treden.

Het bepaalde in onderdeel Ad stond al in onderhavig voorstel van wet.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Naar boven