29 032
Wijziging van de Mediawet in verband met verlaging van de rijksomroepbijdrage

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 november 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2003, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2004.

Toelichting

De in het Strategisch Akkoord van het vorige kabinet en het Hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet afgesproken verlaging van de rijksomroepbijdrage dient vanaf 1 januari 2004 te worden gerealiseerd en is als zodanig verwerkt in de begroting voor 2004. Gelet op de tijd die gemoeid is met de procedure op grond van de Tijdelijke referendumwet en op de stand van behandeling van onderhavig voorstel van wet, kan genoemde inwerkingtredingsdatum niet worden gerealiseerd. De Tijdelijke referendumwet bevat een bepaling die voorziet in de mogelijkheid van snelle inwerkingtreding van wetten die geen uitstel kunnen leiden. Uit de kamerbehandeling van de wet blijkt dat gedacht is aan uit de begroting voortvloeiende aanpassingen in de wetgeving. Bij onderhavig wetsvoorstel doet zich deze situatie voor. Met deze nota van wijziging wordt de inwerkingtredingsbepaling vervangen. In de nieuwe bepaling wordt onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet de inwerkingtreding bepaald op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad. Indien onverhoopt de datum van uitgifte later is dan 31 december 2003, voorziet de bepaling in terugwerkende kracht.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Naar boven