29 031
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van richtlijn nr. 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequentie van de opvang van deze personen (PbEG L 212)

nr. 12
MOTIE VAN DE LEDEN KLAAS DE VRIES EN VOS

Voorgesteld 27 mei 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat ingevolge de Richtlijn 2001/55/EG aan ontheemden tijdelijke bescherming dient te worden geboden;

overwegende, dat de regering hen daartoe, in plaats van het instellen van een nieuwe status, rechtmatig verblijf als asielzoeker zal toekennen;

overwegende, dat op grond van de Vreemdelingenwet 2000 ook bescherming kan worden geboden aan (tijdelijk) ontheemden door toepassing van het categoriaal beschermingsbeleid;

overwegende, dat de rechten die aan (tijdelijk) ontheemden op basis van het categoriaal beschermingsbeleid toekomen op een beduidend hoger niveau liggen dan de rechten van asielzoekers;

overwegende, dat het niet de bedoeling is van de Europese Richtlijn om (tijdelijk) ontheemden die naar ons land komen, een slechtere rechtspositie te geven dan wanneer zij volgens de Nederlandse wet- en regelgeving in aanmerking zouden komen voor categoriale bescherming;

verzoekt de regering indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, gedurende het van kracht zijn van een Raadsbesluit over het instellen van tijdelijke bescherming, ook te besluiten tot categoriale bescherming, zodat aan (tijdelijk) ontheemden een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd kan worden verleend,

en gaat over tot de orde van de dag.

Klaas de Vries

Vos

Naar boven