Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2022
Zoals ook aan de Tweede Kamer gemeld heb op 19 augustus jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 339), spant het kabinet zich in om ervoor te zorgen dat de Nederlandse gasopslagen voor
de komende winter zoveel mogelijk worden gevuld. Dit is van belang voor de leveringszekerheid
in de aankomende winter, met het oog op een mogelijke verdere beperking of volledige
beëindiging van de toevoer van Russisch gas naar Noordwest-Europa. Het streven naar
het zoveel mogelijk vullen van de gasopslagen is in lijn met de wens van uw Kamer
(moties van het lid Kops en van de leden Erkens en Kröger, Kamerstukken 29 023, nrs. 313 en 317) en adviezen van onder andere GTS en de Mijnraad. Uw Kamer is de afgelopen
maanden op verschillende momenten geïnformeerd over de voortgang van het vullen van
de gasopslagen (onder andere Kamerstukken 29 023, nrs. 308, 312, 337, en Kamerstuk 33 529, nr. 1056) en zoals aan uw Kamer is toegezegd is de actuele vulgraad van de Nederlandse gasopslagen
te volgen op de website van de rijksoverheid.
Gasopslag in Bergermeer
Het kabinet heeft besloten om via een aanvullende opdracht aan EBN te vragen de opslag
verder te vullen. Hiertoe wordt een subsidie verstrekt, ter grootte van maximaal 210 miljoen
euro ter compensatie van kosten, en een lening, ter grootte van maximaal 2,3 miljard
euro. Hiermee kan ook de gasopslag Bergermeer zo maximaal mogelijk verder worden gevuld.
Ten behoeve van het realiseren van de beoogde vulgraad zal net als reeds het geval
was bij de vulling tot 68% gebruik worden gemaakt van de door Gazprom niet benutte
capaciteit, de zogenaamde interruptible space. Gebleken is dat de gesloten contracten
tussen Gazprom en de opslagbeheerder hiervoor voldoende ruimte bieden.
Budgettaire consequenties
Uitgangspunt is dat de kosten die met de maatregelen voor Bergermeer gemoeid zijn
worden gedragen door de gebruikers (ofwel: de gebruiker betaalt). Dit betreft zowel
gebruikers in Nederland als daarbuiten.
Er is nog budget over van de eerdere subsidies om Bergermeer te vullen, zo’n 200 miljoen
euro. Dat betekent dat er zo’n 10 miljoen euro additionele subsidiebehoefte is.
Ten behoeve van het verhaal van de uiteindelijke gemaakte kosten op gebruikers wordt
als bekend gewerkt aan een heffing op geboekte capaciteit voor transport via het landelijk
gastransportnet van Gasunie Transport Services (GTS); dit bovenop – maar niet in –
de tarieven voor gastransport. Op die manier kan de rekening worden gelegd bij de
gebruikers die profiteren van de vulling van de gasopslagen (leveringszekerheid),
inclusief de gebruikers in het buitenland. Deze heffing wordt zodanig uitgewerkt dat
de financiering een vorm van voorfinanciering is en de uiteindelijke kosten door de
gebruikers van het gastransportnet worden opgebracht. Deze beoogde heffing zal met
de additionele subsidie met 10 miljoen euro moeten worden opgehoogd.
Uw Kamer ontvangt ook een incidentele suppletoire begroting waarin e.e.a. budgettair
wordt verwerkt. Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal
de begrotingswetten heeft geautoriseerd. Het is niet in het belang van het Rijk om
uitvoering van de maatregelen in deze brief uit te stellen. Daarom doe ik in deze
brief een beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten De Staatsecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief