29 021
Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, PbEG L 189 (geluidsbelastingkaarten en actieplannen)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 januari 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd.

1. In artikel I, onderdeel B, vervalt in het voorgestelde artikel 122, eerste lid, «en vervolgens vóór 18 mei van ten minste elk vijfde kalenderjaar,» en wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Indien er sprake is van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidhindersituatie, en daarnaast ten minste elke vijf jaar na de vaststelling wordt het actieplan opnieuw overwogen, en zo nodig aangepast.

2. In artikel II vervalt in het voorgestelde artikel 8.30d, eerste lid, «en vervolgens vóór 18 mei van ten minste elk vijfde kalenderjaar,» en wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Indien er sprake is van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidhindersituatie, en daarnaast ten minste elke vijf jaar na de vaststelling wordt het actieplan opnieuw overwogen, en zo nodig aangepast.

Toelichting

In de nota naar aanleiding van het verslag heb ik, mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, al aangegeven dat het wetsvoorstel zou worden aangevuld met een nadere regeling voor het opstellen van actieplannen. Aanvankelijk was niet gekozen voor een afzonderlijke bepaling ter implementatie van artikel 8, vijfde lid, van de richtlijn voorzover daarin is bepaald dat actieplannen in geval van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidhindersituatie, opnieuw worden bezien en zo nodig aangepast. In het kader van het opstellen van het wetsvoorstel werd er van uitgegaan dat de bestaande wetgeving via het verplichte milieuprogramma voldoende voorziet in het zo nodig actualiseren van een geldend plan. In de memorie van toelichting is hierop nader ingegaan (Kamerstukken II 2002/03, 29 021, nr. 3, blz. 20). Uit nader overleg met de Europese Commissie over de voorgenomen implementatie van de richtlijn in Nederland bleek dat een expliciete implementatie desalniettemin aangewezen was. De onderhavige wijziging strekt hiertoe.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven