29 012
Wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met aanpassing van de procedure tot benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester

nr. 7
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN BEEK EN SPIES

Ontvangen 8 december 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt na «wijzigen» ingevoegd: en dat het tevens wenselijk is de periode gedurende welke ontheffing van het woonplaatsvereiste van de burgemeester mogelijk is, tijdelijk te verruimen.

II

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

In afwijking van artikel 71, tweede lid, van de Gemeentewet kan de raad de burgemeester die in de periode 1 juni 2003 tot 1 mei 2006 is benoemd dan wel wordt benoemd, tot 1 mei 2007 ontheffing dan wel aanvullende ontheffing verlenen van de verplichting om de werkelijke woonplaats in de gemeente te hebben.

Toelichting

Het vigerende artikel 71 van de Gemeentewet bepaalt dat burgemeesters moeten wonen in de gemeente waar zij het ambt bekleden, tenzij zij ontheffing krijgen. Voorgesteld wordt de raad de mogelijkheid te geven om burgemeesters die in de periode 1 juni 2003 tot 1 mei 2006 zijn benoemd of worden benoemd desgevraagd ontheffing te verlenen van de verplichting ex artikel 71 Gemeentewet (daadwerkelijk woonplaats in de gemeente te hebben) tot 1 mei 2007. Voor burgemeesters die na 1 mei 2006 worden benoemd geldt weer de normale ontheffingsmogelijkheid ex artikel 71 Gemeentewet.

Indien dit amendement wordt aangenomen wordt aan het opschrift toegevoegd: en in verband met het tijdelijk verruimen van de periode gedurende welke ontheffing van het woonplaatsvereiste van de burgemeester mogelijk is.

Van Beek

Spies

Naar boven