nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ
Ontvangen 8 december 2003
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de considerans wordt na «de aanbeveling te wijzigen» ingevoegd:
en het burgemeestersreferendum te doen vervallen.
II
Artikel II, onderdeel A, wordt vervangen door:
A
In artikel 61 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.
2. In het vijfde lid vervalt de zinsnede «, of, indien in overeenstemming
met de in artikel 61e genoemde eisen een raadplegend referendum ten behoeve
van de aanbeveling inzake de benoeming is gehouden, binnen een maand nadat
het raadplegend referendum is gehouden,» en vervalt de laatste volzin.
III
In artikel II, onderdeel C, vervalt «, tenzij een raadplegend referendum
is gehouden».
IV
Aan artikel II wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
Artikel 61e vervalt.
V
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Indien de gemeenteraad vóór de dag van inwerkingtreding
van deze wet overeenkomstig artikel 61, tweede lid, van de Gemeentewet heeft
besloten dat een referendum deel van de procedure uitmaakt, blijven de artikelen
61, 61c en 61e van de Gemeentewet zoals deze luidden voor de inwerkingtreding
van deze wet van toepassing.
Toelichting
Met dit amendement wordt de mogelijkheid van een raadplegend burgemeestersreferendum
uit de wet gehaald, omdat zo'n referendum gezien de bevoegdheden van de burgemeester
niet de betekenis kan hebben die het suggereert en in de praktijk nauwelijks
in een behoefte blijkt te voorzien.
Indien dit amendement wordt aangenomen wordt aan het opschrift toegevoegd:
en het doen vervallen van het burgemeestersreferendum.
Van der Staaij