29 008
Wijziging van een aantal wettelijke bepalingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en enige aanverwante terreinen, teneinde enkele wetstechnische gebreken te herstellen alsmede andere wijzigingen van ondergeschikte aard aan te brengen (reparatie BZK-wetgeving 2003)

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 19 mei 2004

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de vraag van de fractie van de VVD. Deze leden merkten op dat bij de toelichting op artikel XXIV wordt vermeld dat de wijzigingen worden doorgevoerd «indien het wetsvoorstel, houdende wijziging van de Provinciewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het provinciebestuur (Wet dualisering provinciebestuur) tot wet wordt verheven en in werking treedt (...)». De leden van de VVD-fractie wezen de regering erop dat de Wet dualisering provinciebestuur reeds op 12 maart 2003 in werking is getreden. Dit laat onverlet dat de gedeputeerden aan de opsomming van artikel 2, eerste lid, van de Ambtenarenwet moeten worden toegevoegd. Ik ben het met de leden van de VVD-fractie eens dat deze opmerking wel gevolgen heeft voor de formulering van artikel XXIV. Dit artikel zal bij nota van wijziging vervallen. De toevoeging van «gedeputeerden» aan artikel 2 van de Ambtenarenwet wordt opgenomen in artikel 1 van deze reparatiewet.

Ook artikel XXIII van dit wetsvoorstel brengt wijzigingen aan onder de voorwaarde van eerdere inwerkingtreding van een ander wetsvoorstel. Het betreft het voorstel van wet, houdende wijziging van de Ambtenarenwet in verband met integriteit (Kamerstukken 27 602). Dat wetsvoorstel is eveneens reeds voor de indiening van het onderhavige wetsvoorstel, op 1 mei 2003, in werking getreden. Ook artikel XXIV zal door middel van de nota van wijziging vervallen. De wijzigingen worden, voor zover noodzakelijk, opgenomen andere artikelen van de reparatiewet.

Naast de bovengenoemde wijzigingen bevat de nota van wijziging nog enkele andere wijzigingen van het wetsvoorstel. Het betreft wijzigingen in de Algemene wet gelijke behandeling, de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Die wijzigingen zijn in de afgelopen periode, sinds de indiening van het onderhavige wetsvoorstel bij de Tweede Kamer, noodzakelijk gebleken en konden daardoor niet eerder worden opgenomen. De wijzigingen zijn uitsluitend technisch van aard en worden afzonderlijk toegelicht bij de nota van wijziging. Ze hebben betrekking op het corrigeren van foutieve verwijzingen en een foutieve artikelnummering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Naar boven