28 998
Wijziging van de Wet toezicht beleggingsinstellingen met het oog op de modernisering van de wet en implementatie van richtlijn nr. 2001/107/EG en richtlijn nr. 2001/108/EG van 21 januari 2002

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2005

Zoals toegezegd tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb) op 9 september 20041 zend ik u hierbij het ontwerp van het Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005 (Btb 2005)2.

Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005

Het Btb 2005 bevat een nadere uitwerking van een deel van de wettelijke bepalingen uit de Wtb en vervangt het huidige Besluit toezicht beleggingsinstellingen (Btb). De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige Btb hebben betrekking op:

– de uitwerking van de mogelijkheid voor een beheerder om voor het aanbieden van meerdere (soorten) beleggingsinstellingen één vergunning te verkrijgen;

– het codificeren van bestaande beleidsregels zoals ontwikkeld door de toezichthouders;

– het stellen van verdergaande eisen aan transparantie in het prospectus over kosten, gelieerde partijen, het beleggen in andere beleggingsinstellingen en het afleggen van verantwoording hierover in de jaarrekening naar aanleiding van het rapport van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen;

– een verruiming van de beleggingsmogelijkheden voor beleggingsinstellingen die onder de richtlijn beleggingsinstellingen vallen (de zogenaamde icbe's); en

– de uitwerking van het buitenlandbeleid ten aanzien van aanbieders van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen die geen Europees paspoort hebben.

Nadat rekening is gehouden met uw opmerkingen zal het Btb 2005 in het Staatsblad worden gepubliceerd en, zoals het zich nu laat aanzien, tegelijk met de gewijzigde Wtb in september 2005 in werking treden.

Rapport Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen

In het Btb 2005 zijn de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen van 22 december 2004 verwerkt op de manier die is aangegeven in mijn brief van 24 maart 20051. Dit betreft met name opname van eisen aan transparantie in het prospectus en het afleggen van verantwoording in de jaarrekening van beleggingsinstellingen.

Enkele aanbevelingen zijn (nog) niet overgenomen omdat deze nog nader onderzocht moeten worden en/of aanpassing van de wet vergen. Het betreft in het bijzonder:

1. De aanbeveling van de Commissie om één handelsmoment per dag in te stellen voor transacties waarbij de beleggingsinstelling zelf betrokken is. Recentelijk is een werkgroep van de meest betrokken partijen gestart die nagaat hoe dit het best kan worden vormgegeven.

2. De Commissie beveelt aan om de afschaffing van de verplichte beursnotering voor beleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal uit te breiden tot beleggingsmaatschappijen die niet vergunningplichtig zijn op grond van de Wtb. Deze aanbeveling zal in overleg met het Ministerie van Justitie bekeken worden.

3. De Commissie beveelt aan voor te schrijven dat het economisch voordeel van het beheerde vermogen volledig ten goede komt aan de beleggingsinstelling (en dus aan de beleggers) en niet aan de beheerder of een andere partij. In het Btb 2005 is de lijn van transparantie gekozen; in het prospectus moet worden aangekondigd dat economische voordelen aan de beheerder of een derde kunnen toekomen en in de jaarrekening moet daar verantwoording over worden afgelegd. Bezien zal worden of het nodig is in de Wet op het financieel toezicht de gehele aanbeveling van de Commissie over te nemen.

4. De aanbeveling van de Commissie tot instelling van een Raad van Commissarissen bij elke beheerder wordt ondersteund, mits voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat de daarmee samenhangende stijging van de administratieve lasten binnen de perken blijft, mede in het licht van de Europese ontwikkelingen.

In Europees verband wordt inmiddels – mede in verband met een review op het terrein van beleggingsinstellingen van de Europese Commissie – bezien hoe een dergelijke trustee-achtige functie het best kan worden vormgegeven.

Daarnaast heb ik in mijn brief van 24 maart 2005 aangegeven dat de aanbevelingen van de Commissie ten aanzien van fee-sharing afspraken, kosten voor de distributiekanalen, mogelijkheden tot wijziging van de voorwaarden, het aanstellen van de beheerder als bestuurder van de door hem beheerde beleggingsmaatschappijen, de stemvolmacht van een Stichting beleggersgiro, in het nog bij de Kamer in te dienen Deel Gedragstoezicht van de Wft zullen worden neergelegd.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2003–2004, nr. 97, Tweede Kamer, pag. 6220–6226.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Kamerstukken II 2004/05, nr. 28 998, nr. 10.

Naar boven