nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2005
Zoals toegezegd tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel
tot wijziging van de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb) op 9 september
20041 zend ik u hierbij het ontwerp van het Besluit
toezicht beleggingsinstellingen 2005 (Btb 2005)2.
Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005
Het Btb 2005 bevat een nadere uitwerking van een deel van de wettelijke
bepalingen uit de Wtb en vervangt het huidige Besluit toezicht beleggingsinstellingen
(Btb). De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het huidige Btb hebben
betrekking op:
– de uitwerking van de mogelijkheid voor een beheerder om voor het
aanbieden van meerdere (soorten) beleggingsinstellingen één
vergunning te verkrijgen;
– het codificeren van bestaande beleidsregels zoals ontwikkeld door
de toezichthouders;
– het stellen van verdergaande eisen aan transparantie in het prospectus
over kosten, gelieerde partijen, het beleggen in andere beleggingsinstellingen
en het afleggen van verantwoording hierover in de jaarrekening naar aanleiding
van het rapport van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen;
– een verruiming van de beleggingsmogelijkheden voor beleggingsinstellingen
die onder de richtlijn beleggingsinstellingen vallen (de zogenaamde icbe's);
en
– de uitwerking van het buitenlandbeleid ten aanzien van aanbieders
van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen die geen Europees paspoort
hebben.
Nadat rekening is gehouden met uw opmerkingen zal het Btb 2005 in het
Staatsblad worden gepubliceerd en, zoals het zich nu laat aanzien, tegelijk
met de gewijzigde Wtb in september 2005 in werking treden.
Rapport Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen
In het Btb 2005 zijn de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie
Modernisering Beleggingsinstellingen van 22 december 2004 verwerkt op
de manier die is aangegeven in mijn brief van 24 maart 20051. Dit betreft met name opname van eisen aan transparantie in het prospectus
en het afleggen van verantwoording in de jaarrekening van beleggingsinstellingen.
Enkele aanbevelingen zijn (nog) niet overgenomen omdat deze nog nader
onderzocht moeten worden en/of aanpassing van de wet vergen. Het betreft in
het bijzonder:
1. De aanbeveling van de Commissie om één handelsmoment
per dag in te stellen voor transacties waarbij de beleggingsinstelling zelf
betrokken is. Recentelijk is een werkgroep van de meest betrokken partijen
gestart die nagaat hoe dit het best kan worden vormgegeven.
2. De Commissie beveelt aan om de afschaffing van de verplichte beursnotering
voor beleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal uit te breiden tot
beleggingsmaatschappijen die niet vergunningplichtig zijn op grond van de
Wtb. Deze aanbeveling zal in overleg met het Ministerie van Justitie bekeken
worden.
3. De Commissie beveelt aan voor te schrijven dat het economisch voordeel
van het beheerde vermogen volledig ten goede komt aan de beleggingsinstelling
(en dus aan de beleggers) en niet aan de beheerder of een andere partij. In
het Btb 2005 is de lijn van transparantie gekozen; in het prospectus moet
worden aangekondigd dat economische voordelen aan de beheerder of een derde
kunnen toekomen en in de jaarrekening moet daar verantwoording over worden
afgelegd. Bezien zal worden of het nodig is in de Wet op het financieel toezicht
de gehele aanbeveling van de Commissie over te nemen.
4. De aanbeveling van de Commissie tot instelling van een Raad van Commissarissen
bij elke beheerder wordt ondersteund, mits voldoende aannemelijk wordt gemaakt
dat de daarmee samenhangende stijging van de administratieve lasten binnen
de perken blijft, mede in het licht van de Europese ontwikkelingen.
In Europees verband wordt inmiddels – mede in verband met een review
op het terrein van beleggingsinstellingen van de Europese Commissie –
bezien hoe een dergelijke trustee-achtige functie het best kan worden vormgegeven.
Daarnaast heb ik in mijn brief van 24 maart 2005 aangegeven dat de
aanbevelingen van de Commissie ten aanzien van fee-sharing afspraken, kosten
voor de distributiekanalen, mogelijkheden tot wijziging van de voorwaarden,
het aanstellen van de beheerder als bestuurder van de door hem beheerde beleggingsmaatschappijen,
de stemvolmacht van een Stichting beleggersgiro, in het nog bij de Kamer in
te dienen Deel Gedragstoezicht van de Wft zullen worden neergelegd.
De Minister van Financiën,
G. Zalm