Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28995 nr. 1;2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28995 nr. 1;2 |
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende aanpassing van bijzondere wetten aan de Wet dualisering gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de bevoegdheidsverdeling in bijzondere wetten in overeenstemming te brengen met de Wet dualisering gemeentebestuur:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN JUSTITIE
In artikel 16d Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 5, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
De Brandweerwet 1985 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:
2. Burgemeester en wethouders regelen de organisatie, het beheer en de taak van de gemeentelijke brandweer.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de besturen» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid, onderdeel 2, onder a, b en c, wordt «de gemeentebesturen» telkens vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 6, tweede lid, wordt «de besturen» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In de artikelen 8, eerste lid, en 9, tweede lid, wordt «De gemeentebesturen» telkens vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 13, vijfde lid, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 12, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet komt te luiden:
1. Onze Ministers kunnen op verzoek van de gemeenteraad de gemeente over een uitkeringsjaar een aanvullende uitkering verlenen.
De Wet algemene regels herindeling wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 5, tweede lid, wordt «Burgemeester en wethouders» vervangen door «De raden van de betrokken gemeenten» en wordt «het gemeentebestuur» vervangen door «de gemeenteraad».
In artikel 47, eerste lid, wordt «de besturen» vervangen door «de colleges van burgemeester en wethouders» en wordt «die besturen» vervangen door «die colleges».
In artikel 68, eerste lid, wordt «de raad» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 71, eerste en derde lid, wordt «het bestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 71a komt te luiden:
Het persoonsregister en het archiefregister, waarvoor burgemeester en wethouders van een gemeente die wordt opgeheven zorg dragen ter uitvoering van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, worden door burgemeester en wethouders van deze gemeente overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waaraan het gebied van de op te heffen gemeente wordt toegevoegd, dan wel, indien dat gebied aan meer dan één gemeente wordt toegevoegd, naar de op grond van artikel 71, derde lid, aan te wijzen gemeente.
De Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 80, derde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
2. In artikel 96, tweede lid, wordt «het bestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
De Wet op de lijkbezorging wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de raad van deze laatste» vervangen door: burgemeester en wethouders van de andere gemeente.
2. In het tweede lid wordt «het terzake bevoegde gemeentebestuur» vervangen «de terzake bevoegde gemeenteraad» en wordt «dat van de andere gemeente» vervangen door «die van de andere gemeente».
In artikel 39, eerste lid, wordt «de raad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «De raad kan tevens» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «draagt het gemeentebestuur» vervangen door: dragen burgemeester en wethouders.
b. In de tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 43, tweede lid, wordt «neemt de gemeenteraad» vervangen door: nemen burgemeester en wethouders.
In artikel 44 wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «de raad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
In artikel 53 wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 55, tweede lid, wordt «Indien de gemeenteraad nalatig blijft» vervangen door «Indien burgemeester en wethouders nalatig blijven» en wordt «wordt de gemeenteraad» vervangen door «worden burgemeester en wethouders».
De Wet rampen en zware ongevallen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3 komt te luiden:
Burgemeester en wethouders stellen voor het gehele gebied van de gemeente een rampenplan vast.
In artikel 5, tweede lid, vervalt de zinsnede «alsmede uitwerkingen daarvan, als bedoeld in artikel 3, tweede lid,»
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door «burgemeester en wethouders» en vervalt de zinsnede «,de uitwerkingen en wijzigingen, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, daaronder begrepen,».
2. In te tweede lid wordt «het betrokken gemeentebestuur» vervangen door: de betrokken burgemeester en wethouders.
3. In het derde lid wordt «Indien het gemeentebestuur geen gevolg geeft aan» vervangen door: Indien burgemeester en wethouders geen gevolg geven aan.
HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN-SCHAPPEN
De Archiefwet 1995 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 31 wordt «wijst de gemeenteraad» vervangen door: wijzen burgemeester en wethouders.
In artikel 32, derde lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
De Mediawet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de tweede volzin wordt «de gemeente» vervangen door: het College van Burgemeester en Wethouders.
b. In de derde volzin wordt «zij» vervangen door: het college.
2. In het derde lid wordt «de besturen van de betreffende gemeenten of provincies» vervangen door: de gemeenteraden van de desbetreffende gemeenten of de besturen van de desbetreffende provincies.
3. In het achtste lid, wordt «gemeentebestuur» vervangen door: gemeente.
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeente» vervangen door: de gemeenteraad.
2. In het tweede lid wordt «De gemeente» vervangen door: De gemeenteraad.
De Monumentenwet 1988 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «de raad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het vijfde lid wordt «De gemeenteraad brengt zijn» vervangen door: Burgemeester en wethouders brengen hun.
3. In het zesde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 4 wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 22, tweede lid, komt te luiden:
2. Ingeval de beslissing over de vergunningsaanvraag is genomen door burgemeester en wethouders in afwijking van het advies van Onze minister, besluiten zij, de schadebeoordelingscommissie gehoord, omtrent de schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid, ten laste van de gemeente. De artikelen 23 tot en met 29, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat burgemeester en wethouders in de plaats treden van Onze minister.
In artikel 34, derde lid, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 1.1.2, onderdeel h, en 2.3.2, eerste lid, wordt «de gemeentebesturen» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 2.3.3 wordt «Het bestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 2.3.4, eerste lid en tweede lid, onderdeel f, wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In de artikel 2.3.6, eerste lid, en 3.1.1, eerste lid, wordt «gemeentebesturen» telkens vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
Artikel 8.3.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en zevende lid wordt «De gemeentebesturen» telkens vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
3. In het vijfde lid wordt «de gemeentebesturen» telkens vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 28, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De besluitvorming van de zijde van de gemeente vindt plaats door de gemeenteraad.
In artikel 67, eerste lid, wordt «De gemeenteraad is» vervangen door: Burgemeester en wethouders zijn.
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het vijfde lid wordt «De gemeente» vervangen door: Burgemeester en wethouders.
In artikel 85 wordt «is de gemeente verplicht» vervangen door: zijn burgemeester en wethouders verplicht.
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «de gemeenteraad» vervangen door: de gemeente.
2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: De gemeenteraad draagt onderscheidenlijk burgemeester en wethouders dragen.
b. In de tweede volzin wordt «Hij behandelt» vervangen door: Hij behandelt onderscheidenlijk zij behandelen.
Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
2. In het derde en zevende lid wordt «De gemeenteraad neemt» telkens vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
3. In het vijfde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangend door: Burgemeester en wethouders kunnen.
5. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 94 wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
In artikel 95 wordt «De gemeenteraad stelt« vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
In artikel 96, tweede lid, wordt «De gemeenteraad wijst» vervangen door: Burgemeester en wethouders wijzen.
Artikel 97 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad beslist» vervangen door: Burgemeester en wethouders beslissen.
2. In het tweede lid vervalt: door de gemeente.
Artikel 110 komt te luiden:
Artikel 110 Informatieverstrekking aan burgemeester en wethouders
Het bevoegd gezag van een niet door de desbetreffende gemeente in stand gehouden school is gehouden aan de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verschaffen die de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders voor een adequate uitvoering van de bepalingen in deze afdeling noodzakelijk achten.
In artikel 115, eerste en derde lid, wordt «De gemeenteraad stelt» telkens vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 134, zesde lid, komt te luiden:
6. Voor de toepassing van dit artikel wordt een nevenvestiging aangemerkt als een nevenvestiging die is gelegen in de gemeente van de hoofdvestiging. De gemeenteraad kan in de verordening, bedoeld in het eerste lid, aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening gestelde regels, te besluiten dat in de gemeente gelegen nevenvestigingen van scholen waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente in afwijking van de eerste volzin in aanmerking komen voor een of meer van de in de regeling genoemde voorzieningen.
Artikel 136 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «door laatstbedoelde gemeente» vervangen door: door burgemeester en wethouders van laatstbedoelde gemeente.
2. In het vierde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
Artikel 137 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «zal» vervangen door «zullen».
2. In het tweede en derde lid wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 138 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
2. In het zesde lid wordt «stelt de gemeenteraad» telkens vervangen door «stellen burgemeester en wethouders» en wordt «bepaalt de gemeenteraad» vervangen door «bepalen burgemeester en wethouders».
3. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
b. In de tweede volzin wordt «drukt de gemeenteraad» vervangen door: drukken burgemeester en wethouders.
Artikel 141 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. De derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «heeft» vervangen door «hebben».
Artikel 153 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
b. In de derde volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
c. De vierde volzin komt te luiden: In dat geval besluiten burgemeester en wethouders op andere wijze omtrent de verdeling van de middelen, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a en b, waarbij zij het landelijk beleidskader in acht nemen.
2. Het derde lid, onder f, komt te luiden:
f. de wijze waarop burgemeester en wethouders het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid evalueren.
3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «de gemeenteraad bestemt» vervangen door: burgemeester en wethouders bestemmen.
b. In de laatste volzin, wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
4. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
b. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur uitnodigt» vervangen door: burgemeester en wethouders uitnodigen.
c. In onderdeel c wordt «het gemeentebestuur» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «neemt» vervangen door «nemen».
d. In de laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
5. In het zevende lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
6. Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
7. In het elfde lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 154, tweede lid, wordt «De gemeente verstrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouders verstrekken.
Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste en tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
b. In de derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 153, vierde lid, onderdelen a en b, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien burgemeester en wethouders op grond van artikel 153, eerste lid, tweede volzin, hebben afgezien van de vaststelling van het plan, kunnen burgemeester en wethouders de middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 153, vierde lid, onderdeel c, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, maken burgemeester en wethouders hiervan melding aan Onze minister.
4. In het vijfde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 157 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
b. In de derde volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
c. In de vierde volzin wordt «besluit de gemeenteraad» vervangen door: besluiten burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:
f. de wijze waarop burgemeester en wethouders het gemeentelijk beleid inzake onderwijs in allochtone levende talen evalueren.
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «de gemeenteraad bestemt» vervangen door: burgemeester en wethouders bestemmen.
b. In de tweede volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
4. In het vierde lid, onder c, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste en vijfde volzin wordt «De gemeenteraad stelt» telkens vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door «burgemeester en wethouders».
b. In de tweede volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
c. In de derde volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
d. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
e. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
f. Onderdeel c komt te luiden:
c. dat burgemeester en wethouders gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit nemen.
g. In de laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
6. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
7. In het negende lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 159, tweede lid, wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
Artikel 159a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
2. In de tweede volzin wordt «de gemeenteraad besluit» vervangen door: burgemeester en wethouders besluiten.
Artikel 161 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
b. In de tweede volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het bevoegd gezag van een school of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 157, vierde lid, onder c, dan wel een gemeente waaraan middelen zijn overgedragen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 157, derde lid, niet besteedt overeenkomstig het plan of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien wordt afgezien van de vaststelling van het plan, kunnen burgemeester en wethouders die middelen, geheel of gedeeltelijk inhouden.
3. In het vierde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 162b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en zevende lid wordt «De gemeentebesturen» telkens vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
3. In het vijfde lid wordt «gemeentebesturen» telkens vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 165 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders dragen al of niet in samenwerking met burgemeester en wethouders van een of meer andere gemeenten zorg voor de instandhouding van een schoolbegeleidingsdienst.
2. In het zesde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
3. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
b. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
c. Onderdeel c komt te luiden:
c. dat burgemeester en wethouders gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit nemen.
4. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 166, derde lid, wordt «Het gemeentebestuur verstrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouders verstrekken.
In de inhoudsopgave worden de omschrijvingen van de artikelen 89, 91 en 110 vervangen door:
Artikel 89. Voorziening in huisvesting door burgemeester en wethouders
Artikel 91. Vaststelling door burgemeester en wethouders van bekostigingsplafond voor nieuwe voorzieningen in de huisvesting
Artikel 110 Informatieverstrekking aan burgemeester en wethouders
In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op het onderwijstoezicht wordt «de besturen van gemeenten en provincie» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente en het bestuur van de provincie.
De Wet op het primair onderwijs, wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 17, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De besluitvorming van de zijde van de gemeente vindt plaats door de gemeenteraad.
In artikel 65, eerste lid, wordt «De gemeenteraad is» vervangen door: Burgemeester en wethouders zijn.
Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het vijfde lid wordt «De gemeente» vervangen door: Burgemeester en wethouders.
Artikel 75, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden: Indien het plan een of meer openbare scholen bevat, gaat het vergezeld van:
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
b. De tweede volzin komt te luiden: Burgemeester en wethouders nemen een openbare school voorts in het plan op, indien op grond van de in het eerste lid genoemde gegevens aannemelijk is, dat zij voldoet aan de normen van artikel 77, eerste lid.
In artikel 76, eerste lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 77, eerste lid, wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen
Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, derde en vijfde lid wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het zevende lid wordt «neemt de gemeenteraad» vervangen door: nemen burgemeester en wethouders.
Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien burgemeester en wethouders een verzoek tot opneming in het plan van een bijzondere of een openbare school niet hebben ingewilligd, kunnen de verzoekers administratief beroep instellen bij Onze minister.
2. In het tweede lid wordt «neemt de gemeenteraad» vervangen door: nemen burgemeester en wethouders.
In artikel 81, eerste lid, wordt «brengt de gemeenteraad» vervangen door: brengen burgemeester en wethouders.
In artikel 82, tweede lid, onderdeel c, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders
Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «neemt de gemeenteraad» vervangen door: nemen burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «raadsbesluit» vervangen door: besluit.
Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «de gemeenteraad» vervangen door: de gemeente.
2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: De gemeenteraad draagt onderscheidenlijk burgemeester en wethouders dragen.
b. In de tweede volzin wordt «Hij behandelt» vervangen door: Hij behandelt onderscheidenlijk zij behandelen.
Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
3. In het vijfde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangend door: Burgemeester en wethouders kunnen.
5. In het zevende lid wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
6. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 96 wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
In artikel 97 wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
In artikel 98, tweede lid, wordt «De gemeenteraad wijst» vervangen door: Burgemeester en wethouders wijzen.
Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad beslist» vervangen door: Burgemeester en wethouders beslissen.
2. In het tweede lid vervalt: door de gemeente.
Artikel 112 komt te luiden:
Artikel 112 Informatieverstrekking aan burgemeester en wethouders
Het bevoegd gezag van een niet door de desbetreffende gemeente in stand gehouden school is gehouden aan de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verschaffen die de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders voor een adequate uitvoering van de bepalingen in deze afdeling noodzakelijk achten.
In artikel 117, eerste en derde lid, wordt «De gemeenteraad stelt» telkens vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 140, zesde lid, komt te luiden:
6. Voor de toepassing van dit artikel wordt een nevenvestiging aangemerkt als een nevenvestiging die is gelegen in de gemeente van de hoofdvestiging. De gemeenteraad kan in de verordening, bedoeld in het eerste lid, aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening gestelde regels, te besluiten dat in de gemeente gelegen nevenvestigingen van scholen waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente in afwijking van de eerste volzin in aanmerking komen voor een of meer van de in de regeling genoemde voorzieningen.
Artikel 140a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «door de gemeente aan een of meer andere rechtspersonen» vervangen door «door burgemeester en wethouders aan een of meer andere rechtspersonen».
2. In het zesde lid wordt «aan die gemeente» vervangen door: aan burgemeester en wethouders van die gemeente.
Artikel 142 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «door laatstbedoelde gemeente» vervangen door: door burgemeester en wethouders van laatstbedoelde gemeente.
2. In het vierde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
Artikel 143 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «zal» vervangen door «zullen».
2. In het tweede en derde lid wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 144 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
2. In zesde lid wordt «stelt de gemeenteraad» telkens vervangen door «stellen burgemeester en wethouders» en wordt «bepaalt de gemeenteraad» vervangen door «bepalen burgemeester en wethouders.
3. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
b. In de tweede volzin wordt «drukt de gemeenteraad» vervangen door: drukken burgemeester en wethouders.
Artikel 147 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. De derde volzin komt te luiden: De toezending geschiedt binnen 2 weken na de dag waarop burgemeester en wethouders een besluit als bedoeld in de eerste volzin hebben genomen.
Artikel 155 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. In het derde lid wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
3. In het vierde lid wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 156, tweede lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «neemt» vervangen door «nemen».
Artikel 166 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
b. In de derde volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
c. De vierde volzin komt te luiden: In dat geval besluiten burgemeester en wethouders op andere wijze omtrent de verdeling van de middelen, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a en b, waarbij zij het landelijk beleidskader in acht nemen.
2. Het derde lid, onder f, komt te luiden:
f. de wijze waarop burgemeester en wethouders het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid evalueren.
3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «de gemeenteraad bestemt» vervangen door: burgemeester en wethouders bestemmen.
b. In de laatst volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
4. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
b. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur uitnodigt» vervangen door: burgemeester en wethouders uitnodigen.
c. In onderdeel c wordt «het gemeentebestuur» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «neemt» vervangen door «nemen».
d. In de laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
5. In het zevende lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
6. Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
7. In het elfde lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 168, tweede lid, wordt «De gemeente verstrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouder verstrekken.
Artikel 170 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste en tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
b. In de derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 166, vierde lid, onderdelen a en b, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien burgemeester en wethouders op grond van artikel 166, eerste lid, tweede volzin, hebben afgezien van de vaststelling van het plan, kunnen burgemeester en wethouders de middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 166, vierde lid, onderdeel c, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, maken burgemeester en wethouders hiervan melding aan Onze minister.
4. In het vijfde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 171 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
b. In de derde volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
c. In de vierde volzin wordt «besluit de gemeenteraad» vervangen door: besluiten burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:
f. de wijze waarop burgemeester en wethouders het gemeentelijk beleid inzake onderwijs in allochtone levende talen evalueren.
3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «de gemeenteraad bestemd» vervangen door: burgemeester en wethouders bestemmen.
b. In de tweede volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
4. In het vierde lid, onder c, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste en vijfde volzin wordt «De gemeenteraad stelt» telkens vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «de gemeenteraad» telkens vervangen door «burgemeester en wethouders».
b. In de tweede volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
c. In de derde volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
d. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
e. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
f. Onderdeel c. komt te luiden:
c. dat burgemeester en wethouders gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit nemen.
g. In de laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
6. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
7. In het negende lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 173, tweede lid, wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad»
Artikel 173a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders.
2. In de tweede volzin wordt «de gemeenteraad besluit» vervangen door: burgemeester en wethouders besluiten.
Artikel 175 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
b. In de tweede volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het bevoegd gezag van een school of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 171, vierde lid, onder c, dan wel een gemeente waaraan middelen zijn overgedragen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 171, derde lid, niet besteedt overeenkomstig het plan of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien wordt afgezien van de vaststelling van het plan, kunnen burgemeester en wethouders die middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.
3. In het vierde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 179 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders dragen al of niet in samenwerking met burgemeesters en wethouders van een of meer andere gemeenten zorg voor de instandhouding van een schoolbegeleidingsdienst.
2. In het zesde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
3. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
b. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
c. Onderdeel c. komt te luiden:
c. dat burgemeester en wethouders gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit nemen.
4. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 180, derde lid, wordt «Het gemeentebestuur verstrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouders verstrekken.
In de inhoudsopgave worden de omschrijvingen van de artikelen 91, 93 en 112 vervangen door:
Artikel 91. Voorziening in huisvesting door burgemeester en wethouders
Artikel 93. Vaststelling door burgemeester en wethouders van bekostigingsplafond voor nieuwe voorzieningen in de huisvesting
Artikel 112. Informatieverstrekking aan burgemeester en wethouders
In artikel 11a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
In de artikelen 42c, vierde lid, en 50, vierde lid, wordt «kan de gemeenteraad» telkens vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
Aan artikel 53c, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De besluitvorming van de zijde van de gemeente vindt plaats door de gemeenteraad.
In artikel 65a, tweede lid, wordt «gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeenten.
Artikel 75, derde lid, tweede volzin komt te luiden: Gedeputeerde staten kunnen burgemeester en wethouders binnen zes maanden nadat het verzoek te hunner kennis is gebracht opdragen het zodanige verzoek in te trekken, indien de ouders, voogden en verzorgers van een naar hun oordeel voldoend aantal leerlingen hiertoe de wens hebben te kennen gegeven en burgemeester en wethouders daaraan niet hebben voldaan.
Artikel 76b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «gemeenteraad» vervangen door: de gemeente.
2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: De gemeenteraad draagt onderscheidenlijk burgemeester en wethouders dragen.
b. In de tweede volzin wordt «Hij behandelt» vervangen door: Hij behandelt onderscheidenlijk zij behandelen.
Artikel 76d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 76e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 76f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
3. In het vijfde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangend door: Burgemeester en wethouders kunnen.
5. In het zevende lid wordt «De gemeenteraad neemt» vervangen door: Burgemeester en wethouders nemen.
6. Het negende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 76g wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door «Burgemeester en wethouders stellen» en wordt «hem» vervangen door «hen».
In artikel 76h wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
In artikel 76i, tweede lid, wordt «De gemeenteraad wijst» vervangen door: Burgemeester en wethouders wijzen.
Artikel 76j wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «De gemeenteraad beslist» vervangen door: Burgemeester en wethouders beslissen.
2. In het tweede lid vervalt: door de gemeente.
Artikel 76w komt te luiden:
Artikel 76w Informatieverstrekking aan burgemeester en wethouders
Het bevoegd gezag van een andere dan een gemeentelijke school is gehouden aan de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verschaffen die de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders voor een adequate uitvoering van de bepalingen in dit hoofdstuk noodzakelijk achten.
In artikel 86, eerste lid, onder g, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: de gemeente.
Artikel 96g, zesde lid, komt te luiden:
6. Voor de toepassing van dit artikel wordt een nevenvestiging aangemerkt als een nevenvestiging die is gelegen in de gemeente van de hoofdvestiging. De gemeenteraad kan in de verordening, bedoeld in het eerste lid, aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening gestelde regels, te besluiten dat in de gemeente gelegen nevenvestigingen van scholen waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente in afwijking van de eerste volzin in aanmerking komen voor een of meer van de in de regeling genoemde voorzieningen.
Artikel 96g1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de raad ten aanzien van een of meer door de gemeente in stand gehouden openbare scholen besluiten dat deze met ingang van een datum die is gelegen in de periode die aanvangt met een bij koninklijk besluit te bepalen datum en eindigt met ingang van het zevende schooljaar daaropvolgend, in stand zullen worden gehouden door een of meer andere rechtspersonen dan de gemeente, kan de regeling, bedoeld in artikel 96g, eerste lid, dan wel de regeling, bedoeld in artikel 96h, eerste lid, bij effectuering van dat besluit ten aanzien van die scholen en in afwijking van artikel 96g, tweede lid, dan wel een regeling op grond van dit artikel bij effectuering van dat besluit ten aanzien van die scholen, erin voorzien dat door burgemeester en wethouders aan een of meer andere rechtspersonen dan de gemeente die die scholen in stand houden, een vergoeding voor administratie, beheer en bestuur wordt toegekend als aangegeven in het tweede lid.
2. In het zesde lid wordt «aan die gemeente» vervangen door: aan burgemeester en wethouders van die gemeente.
Artikel 96i wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
2. In het zesde lid wordt «stelt de gemeenteraad» telkens vervangen door «stellen burgemeester en wethouders» en wordt «bepaalt de gemeenteraad» vervangen door «bepalen burgemeester en wethouders».
3. In het zevende lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door «stellen burgemeester en wethouders» en wordt «drukt de gemeenteraad» vervangen door «drukken burgemeester en wethouders».
4. In het negende lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 108, vijfde lid, wordt «de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 118b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
b. In de tweede volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
c. De derde volzin komt te luiden: In dat geval besluiten burgemeester en wethouders op andere wijze omtrent de verdeling van de middelen, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a en b, waarbij zij het landelijk beleidskader in acht nemen.
2. Het derde lid, onder f, komt te luiden:
f. de wijze waarop burgemeester en wethouders het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid evalueren.
3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «de gemeenteraad bestemt» vervangen door: burgemeester en wethouders bestemmen.
b. In de laatste volzin wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
4. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «het gemeentebestuur de Onderwijsraad kan verzoeken» vervangen door: burgemeester en wethouders de Onderwijsraad kunnen verzoeken.
b. In onderdeel b wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders
c. In onderdeel c wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
d. In de laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door «burgemeester en wethouders» en wordt «neemt» vervangen door «nemen».
5. In het zevende lid wordt «stelt de gemeenteraad» vervangen door: stellen burgemeester en wethouders.
6. Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «kan de gemeenteraad» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
b. In de vierde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
7. In het elfde lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 118d, tweede lid, wordt «De gemeente verstrekt» vervangen door:
Burgemeester en wethouders verstrekken.
Artikel 118f wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste en tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
b. In de derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 118b, vierde lid, onderdelen a en b, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, of een besluit omtrent de verdeling van middelen indien burgemeester en wethouders op grond van artikel 118b, eerste lid, tweede volzin, hebben afgezien van de vaststelling van het plan, kunnen burgemeester en wethouders de middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 118b, vierde lid, onderdeel c, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, maken burgemeester en wethouders hiervan melding aan Onze minister.
4. In het vijfde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 118h wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde en zevende lid wordt «De gemeentebesturen» telkens vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
3. In het vijfde lid wordt «de gemeentebesturen» telkens vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
4. In het zesde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN FINANCIËN
De Pandhuiswet 1910 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2, tweede lid, wordt «den raad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «den gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
In artikel 4, eerste lid, wordt «de gemeenteraad daarin verder wenscht» vervangen door: burgemeester en wethouders daarin verder wensen.
In artikel 6 wordt «De gemeenteraad is» vervangen door: Burgemeester en wethouders zijn.
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
2. In het tweede lid wordt «verordening» telkens vervangen door: besluit.
In de artikelen 50, 51, tweede lid, en 56, tweede lid, wordt «verordening» telkens vervangen door: besluit.
De Wet op het consumentenkrediet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 6 wordt «de gemeenteraad» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 7, eerste lid, wordt «De gemeenteraad» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN DEFENSIE
De Inkwartieringswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 9 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
In artikel 10 vervalt «of door de gemeenteraad».
HOOFDSTUK 6. MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
De Huisvestingswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4, tweede lid, wordt «een daartoe ingestelde commissie» vervangen door: een daartoe door burgemeester en wethouders ingestelde commissie.
In artikel 79 wordt »De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en wordt «verslag uitbrengen aan de gemeenteraad» vervangen door «aan hen verslag uitbrengen».
Artikel 49e van de Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef van het vijfde lid komt te luiden:
5. Regels als bedoeld in het tweede en derde lid worden gesteld door:
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De beslissing op een verzoek om vergoeding van schade als bedoeld in het eerste lid wordt genomen door:
a. Onze Minister wie het aangaat, indien het betreft schade ten gevolge van de toepassing van artikel 46;
b. burgemeester en wethouders, indien het betreft schade ten gevolge van de toepassing van artikel 49b of van de toepassing van artikel 173, 175 of 176 van de Gemeentewet bij een ongeval met een categorie B-object;
c. de beheerder van het oppervlaktewater, indien het betreft schade ten gevolge van de toepassing van artikel 49d.
De Onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 6 wordt «het bestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 7, tweede lid, wordt «de hoofden der gemeentebesturen» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 9, eerste lid, wordt «het hoofd van het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 10, tweede lid, wordt «het hoofd van het betrokken gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente.
In artikel 11, eerste lid, wordt «van het hoofd van het gemeentebestuur» vervangen door: van burgemeester en wethouders.
In artikel 12, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur geeft» vervangen door: Burgemeester en wethouders geven.
In artikel 15, tweede lid, wordt «de hoofden der gemeentebesturen» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 23 wordt «het hoofd van het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 64a, tweede lid, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 77, vierde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
Artikel 80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
2. In het tweede lid wordt «doen burgemeester en wethouders» vervangen door: doet de gemeenteraad.
Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «burgemeester» vervangen door: gemeenteraad.
2. In het derde lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: de gemeenteraad.
In artikel 87, zesde lid, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 89, onderdeel a, onder 2, wordt «het hoofd van het gemeentebestuur» vervangen door: de voorzitter van de gemeenteraad.
In de artikelen 144, 148, tweede lid, en 149 wordt «het hoofd van het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
De Waterleidingwet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 17, eerste lid, wordt «raden» telkens vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 20, tweede lid, wordt «gemeenteraden» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
Artikel 80, eerste lid, van de Wet bodembescherming komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders kunnen Onze Minister verzoeken de gemeente vrij te stellen van de verplichting tot het betalen van de ingevolge artikel 79 verschuldigde bijdrage, indien zij ten genoegen van Onze Minister aantonen dat het gemeentebestuur ten aanzien van het betrokken geval getracht heeft de verontreiniging te voorkomen of tegen te gaan met alle middelen die het gemeentebestuur daarvoor redelijkerwijs ter beschikking stonden.
De Wet geluidhinder wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het vijfde lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
Artikel 81, eerste lid, komt te luiden:
1. Binnen zes maanden nadat de resultaten van het in artikel 80 bedoelde onderzoek zijn verkregen, nemen burgemeester en wethouders een besluit, bepalende welke maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat de geluidsbelasting die de weg na zijn aanleg binnen de zone zal veroorzaken, de waarden die ingevolge de artikelen 82, 82a, 83 en 85 als de ten hoogste toelaatbare worden aangemerkt, te boven zou gaan.
In artikel 99, eerste lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikelen 111, 111a en 112 wordt «treft de gemeenteraad» telkens vervangen door: treffen burgemeester en wethouders.
Artikel 162 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het derde lid wordt «draagt de gemeenteraad» vervangen door: dragen burgemeester en wethouders.
3. In het vierde lid wordt «De gemeenteraad stelt bij verordening» vervangen door: Burgemeester en wethouders stellen.
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.16 wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders.
Artikel 4.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «houdt het gemeentebestuur» vervangen door: houdt de gemeenteraad onderscheidenlijk houden burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «het gemeentebestuur is» vervangen door: de gemeenteraad is onderscheidenlijk burgemeester en wethouders zijn.
3. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op besluiten die door een orgaan van een ander openbaar lichaam worden genomen in de plaats van de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders, wegens het in gebreke blijven van de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders.
Artikel 4.20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad stelt» vervangen door: burgemeester en wethouders stellen.
2. In het tweede lid, onder a, wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
3. In het derde lid wordt «houdt de gemeenteraad» vervangen door: houden burgemeester en wethouders.
Artikel 4.21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.
In artikel 7.6, tweede lid, wordt «de besturen van de gemeenten en waterschappen» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeenten en de besturen van de waterschappen.
In artikel 10.11, eerste lid, wordt «gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeenten.
Artikel 10.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «dat de gemeenten» vervangen door: dat burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «de gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 10.21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Elke gemeente draagt» vervangen door «Burgemeester en wethouders van elke gemeente dragen» en wordt «haar grondgebied» vervangen door «het grondgebied van de gemeente».
2. In het derde lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 10.22, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «Elke gemeente draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders van elke gemeente dragen.
2. In onderdeel a wordt «haar grondgebied» vervangen door: het grondgebied van de gemeente.
In artikel 10.27 wordt «draagt de gemeente» vervangen door: dragen burgemeester en wethouders.
In artikel 10.28, tweede lid, wordt «de gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 10.29, tweede lid, wordt «de gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 10.33, eerste lid, wordt «Elke gemeente draagt zorg» vervangen door «De gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders van elke gemeente draagt onderscheidenlijk dragen zorg» en wordt «haar grondgebied» vervangen door «het grondgebied van de gemeente».
In artikel 10.35, derde lid, wordt «gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 10.40, derde lid, komt te luiden:
3. Op verzoek van een provincie of burgemeester en wethouders van een gemeente die terzake is onderscheidenlijk zijn, worden de gegevens, als bedoelt in het eerste lid, aan die provincie of burgemeester en wethouders gezonden.
In artikel 10.47, tweede lid, onder a, wordt «de gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 10.62, eerste lid, wordt «aan een gemeente» vervangen door: aan een gemeenteraad.
In artikel 15.33, eerste lid, wordt «Elke gemeente» vervangen door: De gemeenteraad.
In artikel 21.7 wordt «gemeenten» vervangen door: gemeenteraden.
De Wet op de stads- en dorpsvernieuwing wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 7, tweede lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders.
In artikel 8 wordt «Het gemeentebestuur betrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouders betrekken.
In artikel 24 wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 29, eerste lid, wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerst lid, onder a en b, en het tweede lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het eerste lid, onder c, wordt «het gemeentebestuur ernaar streeft» vervangen door: burgemeester en wethouders ernaar streven.
3. In het eerste lid, onder e, wordt «het gemeentebestuur voornemens is» vervangen door: burgemeester en wethouders voornemens zijn.
4. In het eerste lid, onder f, g en h, wordt «het gemeentebestuur zich voorstelt» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders zich voorstellen.
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 29, vierde lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 63, eerste lid, wordt «kan een gemeentebestuur» vervangen door: kunnen burgemeester en wethouders.
In artikel 75, eerste lid, wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 80, eerste en vierde lid, wordt na «de gemeenteraad» telkens toegevoegd: onderscheidenlijk burgemeester en wethouders.
Artikel 81, vierde lid, komt te luiden:
4. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kan worden bepaald dat de gemeenteraad onderscheidenlijk provinciale staten bij verordening voorschriften onderscheidenlijk voorschriften geven omtrent het door burgemeester en wethouders onderscheidenlijk provinciale staten verstrekken van subsidie ten laste van de uit 's Rijks kas aan de gemeente onderscheidenlijk provincie verstrekte financiële middelen voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid.
In artikel 98, eerste lid, wordt «raadsbesluit» vervangen door «besluit» en wordt «elk door de raad vastgesteld verslag» vervangen door «elk aan de raad overlegd verslag».
In artikel 100, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur voorziet» vervangen door: Burgemeester en wethouders voorzien.
HOOFDSTUK 7. MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Artikel 5 van de Belemmeringenwet verordeningen komt te luiden:
De voorgaande artikelen zijn mede van toepassing wanneer ten behoeve van een werk of handeling ontheffing van de bepaling van een gemeente- of waterschapsverordening, of een daarbij gevorderde vergunning nodig is ter uitvoering van een openbaar werk dat door de raad onderscheidelijk het college van burgemeester en wethouders van een gemeente of door het bestuur van een waterschap is bevolen en waarvan het openbaar belang door Ons is erkend.
In artikel 20, tweede lid, van de Grondwaterwet wordt «De besturen van gemeenten, waterschappen en waterleidingsbedrijven,» vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten en de besturen van waterschappen en waterleidingsbedrijven,.
In artikel 28, derde lid, van de Luchtvaartwet wordt «gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
Artikel 10 van de Ontgrondingenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «De raad» vervangen door «Het college van burgemeester en wethouders» en wordt «of het gemeentebestuur bereid is» vervangen door «of de raad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders bereid zijn».
2. In het achtste lid wordt «tenzij de raad van de betrokken gemeente heeft meegedeeld planologische medewerking te zullen verlenen» vervangen door: tenzij het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente heeft meegedeeld dat de raad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders planologische medewerking zal verlenen.
De Planwet verkeer en vervoer wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2, tweede lid, wordt «gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:
1. Het provinciaal bestuur betrekt bij de voorbereiding van het provinciale verkeers- en vervoersplan de naar zijn oordeel meest belanghebbende bestuursorganen. Daartoe behoren in ieder geval Onze Minister, de colleges van burgemeester en wethouders, de besturen van de aangrenzende provincies en de dagelijkse besturen van waterschappen die tevens wegbeheerder zijn.
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. De eerste volzin komt te luiden: De gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het – zichtbaar – voeren van een samenhangend en uitvoeringsgericht verkeers- en vervoersbeleid, dat richting geeft aan de door de raad en het college te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer.
2. In de tweede volzin wordt «Het gemeentebestuur neemt» vervangen door: De gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders neemt.
In artikel 9, eerste lid, komt te luiden:
1. Het provinciaal bestuur kan de gemeenteraad de verplichting opleggen tot het vaststellen van een gemeentelijk verkeers- en vervoersplan indien de gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders aantoonbaar nalatig is in de uitoefening van de hen in artikel 8 opgedragen taak. De verplichting wordt niet eerder opgelegd dat nadat tevoren met de gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders overleg is gepleegd.
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin wordt «Het gemeentebestuur betrekt» vervangen door «De gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders betrekt» en wordt «door het gemeentebestuur te voeren beleid» vervangen door «door de gemeenteraad onderscheidenlijk het college te voeren beleid».
b. In de tweede volzin wordt «de besturen van de aangrenzende gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de aangrenzende gemeenten.
2. In het derde lid wordt «geeft het gemeentebestuur» vervangen door: geeft de gemeenteraad onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 11, eerste lid, wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: de gemeenteraad.
De Tracéwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3, tweede lid, derde volzin, komt te luiden: Bij de voorbereiding betrekt Onze Minister de raden van de gemeenten en de besturen van de provincies, regionale openbare lichamen en waterschappen op het gebied waarvan de trajectnota redelijkerwijs betrekking kan hebben dan wel betrekking heeft.
In artikel 15, tiende lid, wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
Artikel 9 van de Verenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. Voor zover het veerrecht betrekking heeft op een verbinding waar de op de veerverbinding aansluitende openbare wegen in de zin van de Wegenwet in beheer bij een of meer gemeenten of waterschappen zijn, treedt voor de toepassing van het tweede en het derde lid het college van burgemeester en wethouders van de gemeente of de gemeenten, waarin het veer is gelegen, in de plaats van provinciale staten.
2. In het vijfde lid wordt «de raad van een gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 75, tweede lid, en artikel 80, eerste lid, van deWaterschapswet wordt «de besturen» telkens vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
De Waterstaatswet 1900 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 7 wordt «en de besturen van gemeenten en waterschappen» vervangen door: , de colleges van burgemeester en wethouders en de besturen van waterschappen.
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «of door het bestuur van een gemeente, waterschap,» vervangen door: , door het college van burgemeester en wethouders of door het bestuur van een waterschap,.
2. In het zevende lid wordt «een gemeentebestuur» vervangen door: een college van Burgemeester en Wethouders.
In artikel 44, eerste lid, wordt «of door de besturen van waterschappen en gemeenten» vervangen door: , door de besturen van waterschappen of door de colleges van burgemeester en wethouders.
De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 18, eerste lid, onder d, komt te luiden:
d. voor zover zij betreffen het verkeer op andere wegen door burgemeester en wethouders, of krachtens besluit van hen, door een door hen ingestelde bestuurscommissie of het dagelijks bestuur van een deelgemeente.
In artikel 19, eerste lid, wordt «van gemeenten» vervangen door: aan burgemeester en wethouders.
Artikel 149, eerste lid, onder d, komt te luiden:
d. voor andere wegen door burgemeester en wethouders of krachtens besluit van hen, door een door hen ingestelde bestuurscommissie of het dagelijks bestuur van een deelgemeente.
In artikel 156a wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 173, tweede lid, onder c, komt te luiden:
c. de aanwijzing van de weggedeelten en wegen, voor de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onderdeel c..
De Wegenwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11, tweede lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad kan» vervangen door «Burgemeester en wethouders kunnen» en «de gemeenteraad» vervangen door «burgemeester en wethouders».
2. In het derde lid wordt «den gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
3. In het vierde lid wordt «den raad» vervangen door burgemeester en wethouders.
In artikel 21, eerste lid, wordt «de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeente.
Artikel 22, eerste lid, komt te luiden:
1. Gedeputeerde Staten maken hun besluit op een verzoek om goedkeuring van een krachtens artikel 19, derde, vierde en vijfde lid, genomen besluit onverwijld bekend aan het bestuur van het waterschap of aan burgemeester en wethouders, alsmede aan hen, die volgens het besluit van het bestuur van het waterschap of het besluit van burgemeester en wethouders van onderhoud worden bevrijd, en aan degenen, die volgens dat besluit van het bestuur van het waterschap of dat besluit van burgemeester en wethouders ingevolge artikel 19, vierde lid, verplicht worden tot jaarlijkse afkoopbare uitkeringen.
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «den raad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het vierde lid wordt «het bestuur van de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 39, tweede lid, wordt «gemeentebesturen» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 46, tweede lid, wordt «het bestuur van de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 27, onderdeel b, van de Wet op de waterkering wordt «van de gemeente vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
HOOFDSTUK 8. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet komt te luiden:
Burgemeester en wethouders zijn belast met de coördinatie van de binnen het grondgebied van de gemeente door aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of van omroepnetwerken uit te voeren werkzaamheden in verband met de aanleg en instandhouding van kabels, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid.
HOOFDSTUK 9. MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
De Landinrichtingswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 23, onderdeel b, wordt «gemeenten» vervangen door: gemeenteraden.
In artikel 25, tweede lid, onder b, artikel 26, eerste lid, onder b, en artikel 27, tweede lid, onder b, wordt «de gemeenten» telkens vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
In artikel 37, eerste lid, wordt «met de betrokken gemeenten en waterschappen.» vervangen door: met de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten en de besturen van de betrokken waterschappen.
In artikel 43, zevende lid, onder c, wordt «de gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «met de betrokken gemeenten en waterschappen» vervangen door: met de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten en de besturen van de betrokken waterschappen.
2. In het tweede lid wordt «met die gemeente» vervangen door: met het college van burgemeester en wethouders van die gemeente.
In artikel 82, zevende lid, onder c, wordt «de gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
Artikel 3 van de Wet agrarisch grondverkeer wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het derde lid wordt «van het door de raad te nemen besluit» vervangen door: van het in het eerste lid bedoelde besluit.
In artikel 31, eerste lid, van de Wet op de openluchtrecreatie wordt «De gemeenteraad kent» vervangen door: Burgemeester en wethouders kennen.
HOOFDSTUK 10. MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
De Algemene bijstandswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid komt te luiden:
3. Indien degene aan wie een boete is opgelegd inmiddels bijstand of uitkering als bedoeld in het tweede lid ontvangt van een andere gemeente dan de gemeente waarvan burgemeester en wethouders de boete hebben opgelegd, betaalt die andere gemeente het bedrag van die boete, zonder dat daarvoor machtiging nodig is van de belanghebbende, op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente die de boete heeft opgelegd.
2. In het vierde lid wordt «op haar verzoek» vervangen door op verzoek van burgemeester en wethouders.
Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
2. In het tweede lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: de gemeenteraad.
In artikel 43, tweede lid, onder n, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: de gemeenteraad.
In artikel 63a, vierde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
In artikel 92, tweede lid, wordt «De gemeente kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 96a, tweede lid, wordt «door die gemeente» vervangen door: door burgemeester en wethouders van die gemeente.
Artikel 98 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «De gemeente kan» vervangen door: Burgemeester en wethouders kunnen.
In artikel 102, eerste lid, wordt «de gemeente» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 118, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
Artikel 120 komt te luiden:
1. Een mandaat van burgemeester en wethouders aan gemeenteambtenaren tot het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand kan zich niet uitstrekken tot het beschikken op bezwaarschriften en tot het instellen van beroep.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van organen, ingesteld bij of krachtens de wet, ter behartiging van belangen waarbij meer dan een gemeente is betrokken en ten aanzien van de Centrale organisatie werk en inkomen.
In artikel 57, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 20, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 39, tweede lid, van de Werkloosheidswet wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 57, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 49, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
In artikel 37, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars wordt «van de gemeente» vervangen door: van burgemeester en wethouders.
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 11a, derde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
Artikel 20f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid komt te luiden:
3. Indien degene aan wie een boete is opgelegd inmiddels bijstand of uitkering als bedoeld in het tweede lid ontvangt van een andere gemeente dan de gemeente waarvan burgemeester en wethouders de boete hebben opgelegd, betaalt die andere gemeente het bedrag van die boete, zonder dat daarvoor machtiging nodig is van de belanghebbende, op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente die de boete heeft opgelegd.
2. In het vierde lid wordt «op haar verzoek» vervangen door op verzoek van burgemeester en wethouders.
In artikel 42, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
Artikel 43 komt te luiden:
1. Een mandaat van burgemeester en wethouders aan gemeenteambtenaren tot het nemen van besluiten inzake de verlening van uitkering kan zich niet uitstrekken tot het beschikken op bezwaarschriften en tot het instellen van beroep.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van organen, ingesteld bij of krachtens de wet, ter behartiging van belangen waarbij meer dan een gemeente is betrokken en ten aanzien van de Centrale organisatie werk en inkomen.
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 11a, derde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
Artikel 20f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid komt te luiden:
3. Indien degene aan wie een boete is opgelegd inmiddels bijstand of uitkering als bedoeld in het tweede lid ontvangt van een andere gemeente dan de gemeente waarvan burgemeester en wethouders de boete hebben opgelegd, betaalt die andere gemeente het bedrag van die boete, zonder dat daarvoor machtiging nodig is van de belanghebbende, op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente die de boete heeft opgelegd.
2. In het vierde lid wordt «op haar verzoek» vervangen door op verzoek van burgemeester en wethouders.
In artikel 42, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
Artikel 43 komt te luiden:
1. Een mandaat van burgemeester en wethouders aan gemeenteambtenaren tot het nemen van besluiten inzake de verlening van uitkering kan zich niet uitstrekken tot het beschikken op bezwaarschriften en tot het instellen van beroep.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van organen, ingesteld bij of krachtens de wet, ter behartiging van belangen waarbij meer dan een gemeente is betrokken en ten aanzien van de Centrale organisatie werk en inkomen.
De Wet inschakeling werkzoekenden wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en zesde lid wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
2. In het derde lid wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
3. In het vierde lid wordt «draagt de gemeente er zorg voor» vervangen door: draagt het college van burgemeester en wethouders er zorg voor.
4. In het vijfde lid wordt «een gemeente die» vervangen door: een college van burgemeester en wethouders dat.
5. In het zevende lid wordt «de gemeente» vervangen door «het college van burgemeester en wethouders» en wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door «college van burgemeester en wethouders».
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
In artikel 3a, eerste lid, wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
2. In het derde lid wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 5, eerste en tweede lid, wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste en tweede lid wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
b. In het vierde lid wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 7, eerste lid, wordt «De gemeente» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 8, eerste, tweede en derde lid, wordt «Het gemeentebestuur» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeente» vervangen door «Het college van burgemeester en wethouders» en wordt «de gemeente» vervangen door «het college van burgemeester en wethouders».
2. In het tweede lid wordt «De gemeente» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 10, tweede lid, wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 13, tweede lid, wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 14, tweede lid, onder c, wordt «de gemeenten» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 15, vierde lid, wordt «tenzij de gemeente» vervangen door: tenzij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 16, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een opgave van de gemeente» vervangen door: een opgave van het college van burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 19, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In de artikelen 20, vierde en vijfde lid, en 21, eerste lid, wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door «colleges van burgemeester en wethouders» en «gemeentebestuur» vervangen door «college van burgemeester en wethouders».
2. In het tweede, vierde en vijfde lid, wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
2. In het derde lid wordt «of de gemeenten» vervangen door «de colleges van burgemeester en wethouders» en wordt «door het gemeentebestuur» vervangen door «het college van burgemeester en wethouders».
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Taak gemeenten» vervangen door: Taak college van burgemeester en wethouders.
2. In het eerste lid wordt «De gemeenten hebben» vervangen door: De colleges van burgemeester en wethouders hebben.
3. In het tweede lid wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeenten» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «op de gemeenten» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
3. In het vierde lid, wordt «op verzoek van een gemeente die» vervangen door: op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente dat.
In artikel 54, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
De Wet sociale werkvoorziening wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, tweede lid, wordt «gemeentebesturen» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeente» vervangen door «Het college van burgemeester en wethouders» en wordt «zij» vervangen door «het».
2. In het derde lid wordt «Het gemeentebestuur kan» vervangen door «Het college van burgemeester en wethouders kan» en wordt «Het gemeentebestuur regelt» vervangen door «Het college regelt».
In de artikelen 4, eerste lid, 5 en 7, eerste lid, wordt «De gemeente» telkens vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
In artikelen 6, derde lid, wordt «de gemeente» vervangen door «het college van burgemeester en wethouders» en wordt «zij» vervangen door «het».
In artikel 9, eerste lid, onder c, wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 10 wordt «door de gemeenten» telkens vervangen door: door het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
2. In het vijfde lid wordt «de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door «Het college van burgemeester en wethouders» en wordt «haar» vervangen door «hem».
2. In het vijfde lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste, vierde en vijfde lid wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door «college van burgemeester en wethouders».
2. In het derde lid wordt «een gemeentebestuur» vervangen door «een college van burgemeester en wethouders» en wordt «dat gemeentebestuur» vervangen door «dat college».
In artikel 14, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door «colleges van burgemeester en wethouders» en «gemeentebestuur» door «college van burgemeester en wethouders».
b. In het tweede, vierde en vijfde lid wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 9 wordt «de gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 23, eerste lid, komt te luiden:
1. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten bevorderen door samenwerking met de colleges van burgemeester en wethouders van andere gemeenten op de regionale arbeidsmarkt de totstandkoming van regionale platforms waarin periodiek overleg plaatsvindt over werk en inkomen met andere partijen die op die markt actief zijn. De Centrale organisatie werk en inkomen ondersteunt desgevraagd door het voeren van het secretariaat de instandhouding van die platforms.
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onder a, wordt «de gemeentebesturen» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
2. In het zevende lid wordt «gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
De Wet voorzieningen gehandicapten wordt als volg gewijzigd:
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
b. Het tweede lid, onder b, komt te luiden:
b. dat het college van burgemeester en wethouders tijdig advies vraagt aan de lokale platforms over wijziging in de verordening en uitvoeringsregelingen;.
c. In het tweede lid, onder c, wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerst lid komt te luiden:
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen ten behoeve van de deelneming aan het maatschappelijk verkeer van in de gemeente woonachtige gehandicapten. De gemeenteraad stelt met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet daartoe regels vast bij verordening.
In de artikelen 3, 7, 8, eerste lid, en 10b, eerste lid, wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 6, eerste lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: De gemeenteraad.
In de artikelen 41, eerste en tweede lid, 42, eerste lid, onder b, 43, 44, eerste, tweede en derde lid, 45 van de Wet werkloosheidsvoorziening wordt «gemeentebestuur» telkens vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 40, tweede lid, van de Ziektewet wordt «van de gemeente» vervangen door: van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente.
HOOFDSTUK 11. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
In artikel 56, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
De Infectieziektenwet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De gemeente draagt de kosten van de maatregelen die krachtens deze wet worden genomen. Ook draagt de gemeente, onverminderd het tweede lid, de kosten van door haar toegekende tegemoetkomingen aan hen, die door de maatregelen, bedoeld in de artikelen 14, 25 en 26, inkomsten derven.
2. In het tweede lid wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 28, tweede lid, wordt «Het gemeentebestuur» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
De Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 12, eerste lid, wordt «de gemeenteraad» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 15, eerste lid, wordt «De gemeenteraad» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.
De Vleeskeuringswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 20a, eerste lid, komt te luiden:
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 20, eerste lid, wordt op verzoek van een gemeenteraad dan wel de gemeenteraden die de keuringsdienst gezamenlijk hebben geregeld, de keuringsdienst geregeld door Onze Minister van Landbouw en Visserij, met inachtneming van het in het derde lid bepaalde.
In artikel 21, onderdeel e, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
De Welzijnswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11 komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders die subsidie verstrekken voor activiteiten op de in artikel 2 genoemde terreinen dragen er zorg voor dat de subsidie-ontvanger desgevraagd meewerkt aan door of namens Onze Minister ingestelde onderzoeken die er op zijn gericht Onze Minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de uitvoering van de landelijke functie.
2. Het provinciaal bestuur dat subsidie verstrekt voor activiteiten op de in artikel 2 genoemde terreinen draagt er zorg voor dat de subsidie-ontvanger desgevraagd meewerkt aan door of namens Onze Minister ingestelde onderzoeken die er op zijn gericht Onze Minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de uitvoering van de landelijke functie.
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Burgemeester en wethouders van een gemeente die op grond van artikel 10a een uitkering ontvangt, overleggen over de besteding van die uitkering met de burgemeester en wethouders van de omringende gemeenten.
2. In het tweede lid, wordt «gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 18 wordt «Het gemeentebestuur verstrekt» vervangen door: Burgemeester en wethouders verstrekken.
De Wet ambulancevervoer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het bestuur van deze gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
2. In het tweede lid wordt «de besturen» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders.
In artikel 7, derde lid, wordt «de betrokken gemeenten» vervangen door: de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten.
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij deze mededeling wordt tevens een termijn gesteld, na welke het college of de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente onderscheidenlijk gemeenten verplicht zijn in het nodige ambulancevervoer te voorzien, indien binnen deze termijn niet voldoende vergunningen zijn verleend.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Gedeputeerde staten doen mededeling aan het college of de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente onderscheidenlijk gemeenten van het ontstaan van deze verplichting
3. Het vierde lid komt te luiden:
4. Gedeputeerde staten zijn bevoegd te bepalen, dat de colleges van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeenten binnen een door hen te bepalen termijn een gemeenschappelijke regeling met betrekking tot het ambulancevervoer treffen.
De Wet collectieve preventie volksgezondheid wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad bevordert» vervangen door: Burgemeester en wethouders bevorderen.
2. In het tweede lid wordt «draagt de gemeenteraad» vervangen door: dragen burgemeester en wethouders.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Onze Minister kan ter zake van de bestrijding van een epidemie van infectieziekten een aanwijzing geven aan burgemeester en wethouders, indien zij niet of niet naar behoren maatregelen treffen ter bestrijding van de epidemie, terwijl er ernstig gevaar voor de volksgezondheid dreigt en een bovenregionale verspreiding van de desbetreffende infectieziekte te verwachten is.
3. In het derde lid wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
Artikel 3a, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
2. In het tweede lid wordt «draagt de gemeenteraad» vervangen door: dragen burgemeester en wethouders.
Artikel 3b komt te luiden:
1. De gemeenteraad stelt vóór 1 juli 2003 een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast, waarin hij ten minste aangeeft hoe hij uitvoering geeft aan de in de artikelen 2, 3, eerste lid, en 3a genoemde taken en de in artikel 5, tweede lid, genoemde verplichting.
2. Burgemeester en Wethouders stellen vanaf 2007 elke vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast, waarin zij ten minste aangeven hoe zij uitvoering geven aan de in de artikelen 2,3, eerste lid, en 3a genoemde taken en de in artikel 5, tweede lid, genoemde verplichting.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de gemeenteraden» vervangen door: burgemeester en wethouders.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Alvorens besluiten te nemen die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de collectieve preventie vragen burgemeester en wethouders advies aan de gemeentelijke gezondheidsdienst.
In artikel 5a wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 6, eerste lid, wordt «De gemeenteraad draagt» vervangen door: Burgemeester en wethouders dragen.
In artikel 8, eerste lid, wordt «gemeenten» vervangen door: burgemeester en wethouders.
In artikel 10, eerste lid, van de Wet op de orgaandonatie wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
In artikel 18a, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt «het bestuur van de gemeente» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.
In artikel 73b, eerste lid, van de Ziekenfondswet wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 12. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
1. Deze wet heeft geen gevolgen voor de rechtskracht van vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet genomen beslissingen, ten aanzien waarvan na dat tijdstip een ander bestuursorgaan bevoegd is.
2. In afwijking van het eerste lid vervallen besluiten tot delegatie van een bevoegdheid van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders en mandaatbesluiten met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
3. In afwijking van het eerste lid vervallen besluiten tot instelling van een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet die op 7 maart 2004 niet aan de in dat artikel gestelde eisen voldoen, met ingang van die datum.
4. Terzake van beslissingen die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn genomen, ten aanzien waarvan na dat tijdstip een ander bestuursorgaan bevoegd is, wordt het bezwaar of beroep behandeld door dat andere bestuursorgaan.
5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op beslissingen ten aanzien waarvan de bevoegdheid ten gevolge van de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel PPP, van de Wet dualisering gemeentebestuur is overgegaan naar een ander bestuursorgaan, met dien verstande dat voor «het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet» telkens wordt gelezen: het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel PPP, van de Wet dualisering gemeentebestuur.
1. Gemeenschappelijke regelingen tot het treffen waarvan na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een ander bestuursorgaan van de deelnemende gemeente bevoegd is, worden met ingang van dat tijdstip geacht te zijn getroffen door dat andere bestuursorgaan.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op gemeenschappelijke regelingen waarvan de bevoegdheid tot het treffen daarvan ten gevolge van de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel PPP, van de Wet dualisering gemeentebestuur is overgegaan naar een ander bestuursorgaan, met dien verstande dat voor «het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet» wordt gelezen: het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel PPP, van de Wet dualisering gemeentebestuur.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In het koninklijk besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28995-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.