nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 29 september 2003
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel,
heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben
beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
I. Algemeen
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de voorgestelde wijziging in de Ambtenarenwet. Deze leden vinden het een goede
zaak dat verschillen in de arbeidsverhoudingen tussen ambtenaren en arbeidscontractanten
in overheidsdienst worden opgeheven. Hoewel deze leden zich kunnen vinden
in de intentie van dit voorstel hebben zij nog een tweetal vragen.
Kunnen ambtenaren geen beroep doen op het Burgerlijk Wetboek voor datgene
wat niet in de Ambtenarenwet is geregeld?
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het voorstel tot wijziging van de Ambtenarenwet in verband met de invoering
van een verbod van onderscheid in arbeidsvoorwaarden op grond van het al dan
niet tijdelijk karakter van de aanstelling. Deze leden kunnen zich vinden
in het beoogde doel van de wijziging, maar hebben enkele vragen over de praktische
toepassing van de wetswijziging.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van dit wetsvoorstel,
waarmee zij instemmen. Wel willen zij weten waarom het, ondanks de genoemde
adviezen van de Raad van State en Stichting van de Arbeid en Commissie Gelijke
Behandeling van eind 2000 en begin 2001, nog zo lang geduurd heeft voordat
de regering het wetsvoorstel naar de Kamer heeft gestuurd.
II. Artikelen
Artikel I
Artikel 125h
Eerste lid
Het is denkbaar dat voor een tijdelijke vacature in dezelfde loonschaal
iemand wordt gezocht.
Het eventuele verschil in beloning heeft dan te maken met het aantal periodieken,
dat geboden wordt. Wordt dit verstaan onder «anciënniteit en ervaring»
als objectief onderscheid, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Een tweede mogelijkheid is dat de tijdelijke vacature wordt ingevuld op
een loonschaal lager dan de collega's met een vaste betrekking. Wat is het
oordeel van de regering over deze handelwijze? Is hier in alle gevallen sprake
van strijd met de wet, of kan dit ook verklaard worden door objectieve verschillen?
Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een reactie van de regering.
Een derde mogelijkheid betreft een tijdelijke vacature die om reden van
schaarste op de arbeidsmarkt wordt ingeschaald in een hogere schaal, dan de
collega's met een vaste aanstelling, wat is hier het oordeel van de regering,
zo vragen deze leden.
Hoe denkt de regering in bovengenoemde situaties de wetsbepaling te kunnen
handhaven en controleren, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Is de regering het met deze leden fractie eens, dat het vrijwel onmogelijk
is om onderscheid te maken in objectieve verschillen en subjectieve verschillen?
Anders gezegd: is voor een subjectief verschil altijd wel een objectieve
verklaring te vinden? Gaarne krijgen zij daarop een reactie van de regering.
Tweede lid
De leden van de CDA-fractie hebben een vraag bij artikel 125h tweede lid,
dat bepaalt dat het bevoegd gezag de ambtenaar die is aangesteld in tijdelijke
dienst tijdig en duidelijk in kennis stelt van een vacature met een dienstverband
voor onbepaalde tijd. Wordt in dit artikel een soortgelijke, passende vacature
bedoeld?
De voorzitter van de commissie,
Noorman-den Uyl
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Samenstelling: Leden: Van Fessem (CDA), Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA),
Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GL), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA),
De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld
(VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA),
Tonkens (GL), Smilde (CDA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Haverkamp
(CDA), Straub (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD),
Van Hijum (CDA) en Vacature (D66).
Plv. leden: Van Bochove (CDA), De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens
(PvdA), Halsema (GL), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Rijpstra
(VVD), Slob (CU), Wilders (VVD), Rambocus (CDA), Varela (LPF), Vergeer-Mudde
(SP), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Gent (GL), Algra (CDA), Çörüz
(CDA), Nawijn (LPF), Atsma (CDA), Bruls (CDA), Hamer (PvdA), Leerdam, MFA
(PvdA), Griffith (VVD), Balemans (VVD), Eski (CDA) en Giskes (D66).