28 988
Wijziging van de Colportagewet in verband met krediettransacties

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Colportagewet in verband met krediettransacties.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

3 juli 2003

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitvoering te geven aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 13 december 2001, zaak C-481/99, inzake buiten verkoopruimten gesloten krediettransacties;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Colportagewet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. geldkrediet, goederenkrediet, kredietgever, kredietnemer en leverancier: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet op het consumentenkrediet.

B

Artikel 23, vierde lid, komt te luiden:

4. De rechtsvordering tot vernietiging verjaart door verloop van een jaar na de aanvang van de dag waarop de kredietgever de kredietnemer schriftelijk heeft gewezen op de mogelijkheid een beroep te doen op de vernietigbaarheid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken,

Naar boven