nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 30 september 2003
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft
de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat te hierin
gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord,
acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
voorbereid.
1. Algemeen
De leden van de PvdA-fractie en van de fractie van de ChristenUnie hebben
met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij willen
de regering hierover enkele vragen voorleggen.
1.1. Eerste Wijziging: wijziging overgangsrecht middels
verlenging overgangstermijn
De leden van de PvdA-fractie waarderen het voorstel tot verlenging van
het bij de Wet beperking export uitkeringen (Wet BEU) behorende overgangsrecht
van 12 maanden. De verlenging is bestemd voor mensen die nu onder het overgangsrecht
vallen en die in een land wonen waarmee verdragsonderhandelingen gaande zijn.
Deze leden hebben als uitgangspunt dat de wet BEU moet leiden tot controleerbaarheid
en handhaving van de regels omtrent uitkeringen. Als dat door het sluiten
van een verdrag mogelijk is, mag uitkeringsgerechtigden hun rechtmatige uitkering
niet worden ontzegd.
De regering licht toe dat de reden om de Algemene Ouderdomswet (AOW),
de Algemene nabestaandenwet (ANW) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO) wel onder de verlenging te laten vallen is omdat mensen van hun levensonderhoud
afhankelijk zijn van deze uitkering. Dat zelfde geldt toch ook voor het levensonderhoud
van de kinderen in het geval van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), zo vragen
de leden van de PvdA-fractie.
De leden van de PvdA-fractie vragen wat precies de reden is om de AKW
niet onder de verlenging van de overgangstermijn te laten vallen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of nog altijd het wettelijk
regime geldt dat verzekerden, die in de overgangsperiode 65 jaar zijn geworden
in een niet-verdragsland en die een jongere partner hebben, geen recht hebben
op een partnertoeslag, in elk geval niet met terugwerkende kracht? Zo ja,
om hoeveel personen gaat het naar schatting? Zijn hierover dit jaar nog klachten
of vragen bij het ministerie binnengekomen?
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van
het voornemen de verlenging van de overgangstermijn niet te laten gelden voor
de Algemene Kinderbijslagwet. Zij vragen of het mogelijk is dat het stopzetten
van de kinderbijslag ertoe kan leiden dat uitkeringsgerechtigden onder het
sociaal minimum terechtkomen, zonder dat ze gecompenseerd worden. Zo ja, acht
de regering compenserende maatregelen dan niet noodzakelijk?
1.1.1. Uitvoeringstechnisch commentaar SVB/UWV
De leden van de PvdA-fractie vragen of er inmiddels bezwaar en beroepsprocedures
zijn gestart door burgers die menen dat er sprake is van ongelijke behandeling
omdat de export van kinderbijslag wel naar de twintig landen plaats vindt
maar niet naar de landen waarvoor de termijn thans wordt verlengd. Zo ja hoeveel?
1.2. Tweede wijziging: vervallen driemaandstermijn
1.2.1. Uitvoeringstechnisch commentaar SVB/UWV
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de extra risico's zijn die bij
het vervallen van de driemaandstermijn bij de Toeslagenwet kunnen ontstaan.
Waarom zou de Toeslagenwet daarbij speciaal een extra handhavingrisico betekenen?
Welke maatregelen zullen worden genomen? Voorts willen deze leden graag weten
wat de gevolgen zijn voor de mensen die tijdelijk een studie in het buitenland
volgen. Wordt voor hen de termijn waarbinnen dat kan terwijl men niet uitgeschreven
wordt dan bekort? Wat zijn de gevolgen?
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering kan toelichten wat
de recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in september over de
afbouw van de Toeslagenwet voor Marokko en de Verenigde Staten betekent? Kan
de regering wat betreft de uitvoering ingaan op de gevolgen van deze uitspraak?
Dient het verdrag met Marokko van juli 2002 te worden aangepast? Zou in het
onderhavige wetsvoorstel een regeling getroffen moeten worden om de bedoeling
van de wet BEU te effectueren? Namelijk dat de Toeslagenwet niet exporteerbaar
zou zijn?
Heeft de regering overwogen om de Toeslagenwet aan te passen als reactie
op de uitspraak van het Europese Hof? Is het niet mogelijk het bijstandskarakter
van de wet in de wet vast te leggen? Immers de Toeslagenwet kent net zo als
de bijstand een partnertoets. Bepalend voor de toeslag is niet arbeidsongeschiktheid
of werkloosheid maar het feit dat het gezinsinkomen onder bijstandstandsniveau
is. Vanwege dit bijstandkarakter is oorspronkelijk ook het verbod op exporteerbaarheid
vast gesteld.
Indien de regering dat als mogelijkheid ziet in plaats van de opzegging
van het ILO-verdrag, welke bepalingen dienen dan te worden aangepast?
De voorzitter van de commissie,
Hamer
Adjunct-griffier van de commissie,
Post
XNoot
1Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Rouvoet (CU),
De Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), voorzitter,
Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Örgü
(VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter,
Van Loon-Koomen (CDA), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Aptroot (VVD),
Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF) en Hirsi Ali
(VVD).
Plv. leden: Depla (PvdA), Dittrich (D66), Van der Vlies (SGP), Blok (VVD),
Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens
(GL), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD),
Algra (CDA), Lazrak (SP), Vietsch (CDA), Van Dijk (CDA), Hessels (CDA), Hermans
(LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Wilders (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom
(PvdA), Kalsbeek (PvdA), Eerdmans (LPF) en Schippers (VVD).