28 975
Interpellatie inzake winkelcriminaliteit

nr. 2
MOTIE VAN HET LID EERDMANS

Voorgesteld 24 juni 2003

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de minister van Justitie in antwoord op vragen van het lid Van Haersma Buma heeft gesteld dat «als er een strafbaar feit wordt gepleegd tegen een ander of tegen een persoon zelf het gerechtvaardigd is om enig geweld toe te passen, teneinde aan die situatie een eind te maken»;

van mening, dat nog steeds onduidelijkheid bestaat over de wijze waarop burgers in het algemeen en winkeliers in het bijzonder mogen optreden wanneer zij zich geconfronteerd zien met het plegen van strafbare feiten;

verzoekt de regering aan het College van procureurs-generaal de instructie te doen uitgaan, inhoudende dat vervolging van winkeliers die met enig geweld een winkeldief overmeesteren en burgers die een einde willen maken aan het plegen van een strafbaar feit een lage prioriteit moet kennen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Eerdmans

Naar boven