28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft de Staatssecretaris van EL&I en mij gevraagd om een reactie van de Gezondheidsraad op het persbericht en de nieuwsbrief van GGD Nederland inzake de afstand tussen de intensieve veehouderij en woonkernen. De commissie wenst de reactie van de Gezondheidsraad en het oordeel van het kabinet daarover uiterlijk een week voor het algemeen overleg intensieve veehouderij op 1 december te ontvangen. Mede namens de Staatssecretaris van EL&I reageer ik op het verzoek van de vaste commissie.

De Staatssecretaris van EL&I en ik hebben uw Kamer geïnformeerd over de vraag aan de Gezondheidsraad om een advies over een beoordelingskader voor micro-organismen en endotoxinen afkomstig uit veehouderijen (Tweede Kamer, 2010–2011, 28 973, nr. 67). Een afschrift van de adviesaanvraag vindt u in de bijlage.1 De Gezondheidsraad heeft in zijn werkprogramma aangegeven dit advies in het derde kwartaal van 2012 af te ronden (Tweede Kamer, 2011–2012, 33 000 XVI, nr. 6).

Het bericht van GGD Nederland is aan de Gezondheidsraad gegeven en het verzoek van uw commissie is besproken. De Gezondheidsraad heeft de genoemde adviesaanvraag met urgentie ter hand genomen en zal het bericht van GGD Nederland daarbij betrekken. De raad kan onmogelijk aan uw verzoek voldoen om voor het debat van 1 december te reageren op het bericht. De wijze waarop de Gezondheidsraad tot een advies over de stand van de wetenschap komt en de vereiste zorgvuldigheid zijn niet te verenigen met het gevraagde tijdpad.

In antwoord op vragen van het lid Thieme (PvdD) (brief van 7 november 2011) heb ik aangegeven dat ik het bericht van GGD Nederland pas wil en kan beoordelen nadat de Gezondheidsraad het gevraagde advies heeft uitgebracht.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven