Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2011
In mijn brief van 11 mei 2011 heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van het publieksonderzoek en de opzet van de maatschappelijke
dialoog over schaalgrootte en toekomst van de veehouderij (vergaderjaar 2010–2011, 28 973, nummer 48). Ik heb toen aangegeven dat, wat mij betreft, de dialoog geslaagd is als alle relaties tussen schaalgrootte en de aspecten
van duurzaamheid op tafel komen en er door alle betrokkenen en belangstellenden doorgepraat is over de consequenties van de
keuzen die daarbij te maken zijn. Op mijn verzoek heeft de heer J.G.M. (Hans) Alders de dialoog geleid. Vandaag heeft hij
mij zijn rapportage over deze dialoog aangeboden. Zoals ik u heb toegezegd stel ik deze rapportage ook direct ter beschikking
aan uw Kamer. U vindt deze als bijlage bij deze brief.1
Dit verslag van de maatschappelijke dialoog over schaalgrootte en de toekomst van de veehouderij is voor mij een belangrijke
basis voor de visie die ik u heb toegezegd. De Commissie van Doorn heeft begin september haar advies «Al het vlees duurzaam»
over de toekomst van de veehouderij aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant uitgebracht. Ik zal dit advies en het in oktober
te verwachten standpunt hierover van de provincie Noord-Brabant bij mijn visie betrekken. Ik zal mijn visie uiterlijk in november
aan uw Kamer aanbieden.
Aanbod bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties
De dialoog maakt duidelijk dat een belangrijke groep van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties,
kennisinstellingen en overheden het aanbod doet om nu echt werk te maken van een veehouderij die toekomstbestendig en duurzaam
is. Alders geeft daarover aan dat «er een gezamenlijke bereidheid is om een ultieme poging te wagen. De problemen en de omvang
ervan worden erkend en er is geen misverstand over de complexe samenhang die daarbij aan de orde is.»
Ik sta positief tegenover dit aanbod en ga graag met betrokken partijen in gesprek.
Als onderdeel van mijn op te stellen visie wil ik daarom kijken welke afspraken tussen partijen kunnen worden gemaakt om tot
een – wat de heer Alders noemt – «nieuwe stip aan de horizon» met bijbehorende stappen en maatregelen te komen op weg naar
een duurzame veehouderij.
Advies Gezondheidsraad
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Gezondheidsraad gevraagd om een beoordelingskader te maken voor
de gezondheidsrisico’s van blootstelling aan verschillende micro-organismen die afkomstig zijn van de veehouderij. Ze heeft
de Gezondheidsraad ook verzocht om daarbij het nut en de noodzaak van een norm voor een minimale afstand tussen veebedrijven
en woongebieden te onderzoeken (vergaderjaar 2010–2011, 28 973, nummer 67).
Schaalgrootte
De heer Alders schenkt in zijn rapportage ook aandacht aan het benoemen van de schaalgrootte met behulp van de Nederlandse
Grootte Eenheid (NGE). Daarbij stelt hij vast dat een goed en actueel totaaloverzicht van alle daadwerkelijk in Nederland
aanwezige locaties met stallen groter dan 300 NGE niet voorhanden is. Ik heb daarom de Wageningen Universiteit en Research
Centrum gevraagd een betrouwbaar totaaloverzicht te maken. Ik zal u de rapportage hiervan bij mijn visie aan uw Kamer toesturen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker