Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2014
Hierbij zend ik u de vijfde voortgangsrapportage van het samenwerkingsverband van
de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV)1. Met deze brief geef ik een korte toelichting op de resultaten.
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij (UDV)
De UDV is een samenwerkingsverband van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties
en overheden gericht op de verduurzaming van de veehouderij. De UDV heeft als ambitie
om samen te werken «een in alle opzichten toonaangevende veehouderij in 2023.» Daaronder
wordt verstaan «een veehouderij die met behoud van concurrentiekracht produceert met
respect voor mens, dier, milieu en omgeving, inclusief de effecten van de Nederlandse
veehouderij elders in de wereld.»
Deelnemers aan dit samenwerkingsverband zijn: de Centrale Organisatie voor de Vleessector
(COV), de Dierenbescherming (DB), de Groene Kennis Coöperatie (GKC), het Interprovinciaal
Overleg (IPO), de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO), het Ministerie van
Economische Zaken (EZ), de stichting Natuur & Milieu (N&M), de Nederlandse Zuivel
Organisatie (NZO), de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) en de Rabobank
Nederland.
Resultaten
De afgelopen periode zijn diverse stappen gezet richting verdere verduurzaming. De
UDV constateert dat de verschillende ketens daarbij steeds meer zelf de regie nemen.
De ketens werken actief aan het verhogen van het duurzaamheidsniveau in de markt en
het vertalen hiervan in criteria voor het primaire bedrijf. Een voorbeeld hiervan
is het Recept Duurzaam Varkensvlees.
De voortgangsrapportage gaat in op de stappen die gezet zijn om de plusstallen te
realiseren. De UDV heeft als ambitie uitgesproken dat vanaf 2015 alle nieuwe stallen,
waarvoor veehouders een vergunning aanvragen, minimaal voldoen aan het niveau van
de zogenaamde Plusstal. Plusstallen scoren op de belangrijkste duurzaamheidaspecten
(dierenwelzijn, milieu, energie, ammoniak) hoger dan het wettelijke niveau. De partijen
van de UDV hebben uitgewerkt hoe ze dit willen stimuleren, bijvoorbeeld door te bevorderen
dat ondernemers bij nieuwbouwplannen een eigen duurzaamheidsplan uitwerken. Dit duurzaamheidsplan
beschrijft hoe de nieuwbouwplannen passen binnen het toekomstbeeld dat ondernemers
hebben voor de verduurzaming van hun eigen bedrijf. Ook komen plusstallen vanaf 2015
in aanmerking voor garantstelling vanuit de overheid bij de financiering. Ik heb Stichting
Milieukeur (SMK) gevraagd hiervoor een certificeringssysteem te ontwikkelen. In aanvulling
op dit stimuleringspakket werken de UDV partijen aan een stalbouwwijzer met adviezen
over stalsystemen die goed en minder goed passen bij een toekomstgerichte veehouderij.
De voortgangsrapportage beschrijft ook de voortgang van de diverse versnellingsprojecten
die door het samenwerkingsverband zijn ingezet. Ook dit jaar zijn in het kader van
de Subsidieregeling Verduurzaming Veehouderij (UDV) projecten ingediend die zijn gericht
op de verduurzaming van de veehouderij. Op korte termijn maak ik bekend welke projecten
in dit verband worden gehonoreerd.
Tot slot
Ik constateer op basis van deze rapportage dat er ook dit jaar weer stappen zijn gezet
om de veehouderij te verduurzamen. Ook zie ik toenemende dynamiek ontstaan binnen
ketens en bij ondernemers waaruit nieuwe initiatieven ontstaan die bijdragen aan duurzamere
dierlijke ketens.
Voor meer informatie over de voortgang verwijs ik u naar de website van de UDV:www.uitvoeringsagendaduurzameveehouderij.nl. Het samenwerkingsverband zal volgend najaar wederom een voortgangsrapportage opstellen.
Zodra deze beschikbaar is zal ik uw Kamer opnieuw informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma