28 967
Wijziging van de Landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 september 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

In artikel 1 wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door «Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit» en vervalt «centrale commissie: de commissie, bedoeld in artikel 7;».

B

In artikel I, onderdeel R, vervalt «lid».

C

In artikel I, onderdeel Y, wordt, onder vernummering van het derde tot vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:

3. In het zesde lid (oud) vervalt «, de landinrichtingscommissie».

D

In artikel I, onderdeel XX wordt «217» vervangen door: 217, eerste lid,.

E

In artikel I, onderdeel ZZ, wordt «regels» vervangen door: richtlijnen.

F

In de artikelen II, onderdelen D en F, en III, onderdeel A, wordt «Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» telkens vervangen door: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Toelichting

A en F. Door middel van deze wijzigingen wordt de aanduiding van de verantwoordelijke minister geactualiseerd.

B. Met deze wijziging wordt een misslag gecorrigeerd.

C. De voorgestelde wijziging van artikel 84, zesde lid, Landinrichtingswet had tot gevolg dat de landinrichtingscommissie aan zichzelf mededeling doet van wijziging van de grenzen van het blok. Met de thans voorgestelde wijziging wordt deze overbodig geworden toezending geschrapt.

D. Met deze wijziging wordt artikel I, onderdeel XX, verduidelijkt.

E. Op grond van de voorgestelde wijziging van artikel 195, eerste lid, worden in de toekomst de richtlijnen voor het plan van toedeling vastgesteld in een regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. In de artikelen 195, tweede lid, 196, eerste lid en 198 wordt met de term «richtlijnen» naar deze regeling verwezen. Gelet hierop dient in artikel 195, eerste lid, de term «richtlijnen» te worden gebruikt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman