nr. 12
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SNIJDER-HAZELHOFF C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
Ontvangen 1 december 2003
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel XX, komt te luiden:
XX
In artikel 174 en 175, eerste lid, wordt «de centrale commissie»
telkens vervangen door: Onze Minister.
II
In artikel I worden na artikel XX twee onderdelen ingevoegd, luidende:
XXa
Artikel 176 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met het achtste lid wordt
na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. Van de behandeling van de bezwaren door de rechter-commissaris maakt
deel uit een plaatsopneming als bedoeld in artikel 201 van het Wetboek van
Burgerlijke rechtsvordering, indien degene die bezwaar maakt dit wenst.
2. In het vierde en zesde lid (nieuw) wordt «de centrale commissie»
telkens vervangen door: Onze Minister.
XXb
In de artikelen 184, 185, tweede lid, 188, 201 en 217, eerste lid, wordt
«de centrale commissie» telkens vervangen door: Onze Minister.
III
In artikel I wordt na onderdeel AAA een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
AAAa
In de artikelen 202, onderdeel c, en 216, onderdeel c, wordt «vijfde
lid» telkens vervangen door: zesde lid.
Toelichting
Dit amendement beoogt een betere afhandeling van de bezwaren tegen de
vaststelling van de rechten, de schattingen en het plan van toedeling. Het
heeft betrekking op alle toekomstige toedelingsgeschillen. Het blijkt dat
tijdens de rechtsgang van toedelingszaken, dat de Landinrichtingscommissie
en de ambtenaar van het Kadaster het object van het toedelingsgeschil niet
in ogenschouw hebben genomen en hun beslissing van achter hun bureau hebben
gemaakt. Als een zgn. descente door de rechter-commissaris deel uitmaakt van
de behandeling, zal de Landinrichtingscommissie ter voorbereiding van de behandeling
ook zelfstandig onderzoek ter plaatse moeten doen. Dit levert een meer serieuze
behandeling van de toedelingsbezwaren door de Landinrichtingscommissie op,
dit bespaart de rechter-commissaris en de rechtbank uiteindelijk werk.
Snijder-Hazelhoff
Schreijer-Pierik
Van de Brink