28 965
Zorgplicht bij financiële dienstverlening

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2006

Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister van Justitie, aan het verzoek van de vaste commissie van Financiën om u de stand van zaken te doen toekomen met betrekking tot de zaak Dexia, waarbij ik inga op de Duisenberg-regeling, de lopende rechtszaken, de juridische bijstand en het mogelijk vastlopen van het rechtssysteem. Het was niet mogelijk om, conform uw verzoek, de informatie binnen twee weken te verstrekken, omdat van diverse instanties informatie moest worden ingewonnen.

Stand van zaken Duisenberg-regeling

Op 23 juni 2005 is een hoofdovereenkomst ondertekend door Dexia, Stichting Leaseverlies, Stichting Eagalease, Consumentenbond en Vereniging van Effectenbezitters. In deze overeenkomst hebben partijen zich formeel gebonden aan het akkoord dat in april 2005 was bereikt na onderhandelingen onder leiding van de heer dr. W.F. Duisenberg. In mei 2006 is er een verruiming overeengekomen van de Duisenberg-regeling betreffende overeenkomsten die betrekking hebben op producten waarbij op de maximumlooptijd een restschuld kan worden overgehouden. Als een dergelijke overeenkomst ná 1 mei 2005 maar vóór de minimumlooptijd wordt beëindigd kan ook voor een vergoeding in aanmerking worden gekomen.

Op grond van de op 27 juli 2005 in werking getrede Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM) hebben de betrokken belangenorganisaties en Dexia op 18 november 2005 het Gerechtshof Amsterdam verzocht om de hoofdovereenkomst verbindend te verklaren voor alle schuldeisers van Dexia. Gevolg van een dergelijke verbindendverklaring is dat alle benadeelden een gelijke behandeling krijgen, ook degenen die niet bij een van de partijen van hoofdovereenkomst waren aangesloten. In de afweging van het Gerechtshof worden onder andere de representativiteit van de bij de hoofdovereenkomst betrokken belangenorganisaties en de redelijkheid van de hoogtes van de vergoedingen in aanmerking genomen. Op basis van het recht op toegang tot een onafhankelijke rechter, blijven partijen wel een «opt out» mogelijkheid behouden. Hierop kan pas een beroep worden gedaan, nadat van de beschikking van de rechter tot verbindendverklaring aankondiging is gedaan.

Van 16 tot 19 mei 2006 mei heeft de behandeling bij het Gerechtshof Amsterdam plaatsgevonden. De tegenstanders van de Duisenberg-regeling zijn daarbij in de gelegenheid gesteld hun bezwaren naar voren te brengen. Op 20 juni 2006 heeft het Gerechtshof de AFM als deskundige verzocht te onderzoeken of Dexia de aandelen die zij aan de beleggers heeft geleased ook daadwerkelijk heeft verworven. Aanleiding tot dit onderzoek is de stelling van enkele tegenstanders van de Duisenberg-regeling dat Dexia de aandelen nooit heeft gekocht en daarmee dus ook geen nadeel zou hebben ondervonden. Inmiddels heeft de AFM aan het gerechtshof het concept-rapport van het onderzoek aangeboden. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld vóór 13 oktober 2006 opmerkingen bij het concept-rapport te plaatsen. Na kennisneming en verwerking daarvan zal de AFM enkele weken later het definitieve rapport indienen. Voorlopige conclusie van het concept-rapport is dat Dexia de betreffende aandelen daadwerkelijk ten behoeve van de cliënten heeft verworven.

Lopende rechtszaken, juridische bijstand en het vastlopen van het rechtssysteem

Naar verwachting zal het Hof eind 2006 op het verzoek tot verbindendverklaring beslissen. De WCAM biedt de mogelijkheid de rechter te verzoeken om tijdens de behandeling van het verzoek lopende individuele procedures te schorsen. De tegen Dexia lopende procedures zijn geschorst. De zogenoemde depot-zaken lopen evenwel door.

Omdat Dexia, als de grootste aanbieder van aandelenlease-producten, in Amsterdam is gevestigd, zijn de meeste zaken bij de rechtbank daar aanhangig. De Raad voor de rechtspraak heeft aangegeven dat veel zaken door middel van verzameldagvaardingen worden aangebracht. Het aantal beleggers dat als eiser optreedt is dus groter dan het aantal dagvaardingen. De verzameldagvaardingen bevatten uiteenlopende achterliggende vorderingen en zijn ook daarom moeilijk te verwerken en te behandelen. De Amsterdamse rechtbank heeft de verzameldagvaardingen per eiser gesplitst. Rekening houdend met de splitsing zijn bij de kanton- en de civiele sector van de Amsterdamse rechtbank 4500 zaken aanhangig.

De maatregelen die de rechtspraak tot op heden heeft genomen, zijn adequaat genoeg gebleken om het rechtssysteem goed te laten functioneren. Wel heeft zij daarbij te maken met voortschrijdende inzichten over de stand van de jurisprudentie, met het uiteenlopende karakter van de vorderingen en met de wassende stroom zaken.

In de eerste plaats heeft het landelijke overleg van de civiele- en kantonsectoren van de rechtbanken (LOVC en LOK) met steun van de Raad voor de rechtspraak in augustus 2004 een plan opgesteld om de toevloed van aandelenlease-zaken het hoofd te bieden.

In de tweede plaats heeft de Amsterdamse rechtbank in overleg met rechters elders, gefaciliteerd door de Raad voor de rechtspraak, beslismodules opgesteld. De modules bieden een landelijk gehanteerd referentiekader voor de beoordeling van aandelenlease-zaken, gebaseerd op jurisprudentie en literatuur. Zij beogen ook de bevordering van de rechtsvorming en de rechtseenheid, alles met inachtneming van de autonomie van de beoordelende rechter.

In de derde plaats heeft de Vliegende Brigade bijstand geboden bij het schrijven van vonnissen.

In de vierde plaats heeft de Amsterdamse rechtbank een analyse gemaakt van de toestroom van zaken die de rechtbank verwacht. Op basis daarvan heeft de Raad voor de rechtspraak geld beschikbaar gesteld voor de afdoening van 4 000 aanhangige zaken, exclusief kosten voor huisvesting. De rechtbank Amsterdam is begonnen met de oprichting van een team aandelenlease, om te voorkomen dat de behandeling van andere zaken stokt. De inzet van de rechtbank is de thans aanhangige aandelenlease-zaken binnen een termijn van circa drie à vier jaar weg te werken.

De regering benadrukt dat noch zij, noch de Raad voor de rechtspraak, de gerechtsbesturen of de landelijk overleggen in de onafhankelijkheid treden van de rechters die over de individuele zaken oordelen. Bovengenoemde maatregelen en plannen zijn louter bedoeld om de zaken voor zowel de rechtspraak als de procederende partijen zo adequaat mogelijk af te handelen.

Het voorgaande maakt duidelijk dat de aandelenlease-zaken grote inspanning vergen en zullen vergen, in het bijzonder van de rechtbank Amsterdam. De zaken zijn gecompliceerd en vragen elk een afdoening «op maat». De rechtspraak over diverse essentiële vragen is nog niet uitontwikkeld. Het normale zaaksaanbod bij de gerechten blijft bestaan, de aandelenlease-zaken komen erbij. Hoe groot het aantal nieuwe zaken zal zijn, is op dit moment echter volstrekt ongewis. De regering herhaalt dat de maatregelen die de rechtspraak tot op heden heeft genomen, adequaat genoeg zijn gebleken om het rechtssysteem goed te laten functioneren. Of het rechtssysteem in de toekomst zal vastlopen is een vraag die alleen al om die reden prematuur lijkt. Duidelijk is dat de Raad voor de rechtspraak en de gerechten er alles aan doen om vastlopen te voorkomen.

Tot op heden doen zich binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand geen knelpunten voor. Wat betreft de eerstelijns rechtsbijstand kan de Stichting Juridisch Loket voldoen aan de verzoeken om informatie en doorverwijzing naar de advocatuur, zowel wat betreft de minder draagkrachtige als draagkrachtige rechtzoekenden. Door de raden voor rechtsbijstand is te kennen gegeven dat tot op heden kan worden voldaan aan de vraag van minder draagkrachtige rechtzoekenden naar tweedelijns gesubsidieerde rechtsbijstand. Er is voldoende aanbod van in aandelenleasezaken gespecialiseerde advocaten die tweedelijns rechtsbijstand op toevoegbasis verlenen.

Bovendien is er vanaf het moment van totstandkoming van de hoofdovereenkomst inzake de Duisenberg-regeling sprake van een lichte afname van het aantal door de raden voor rechtsbijstand afgegeven toevoegingen ten behoeve van gesubsidieerde tweedelijns rechtsbijstand in Dexiazaken. Ook wat betreft de verstrekte toevoegingen in zaken tegen andere aandelenleasemaatschappijen (Aegon, Spaarbeleg e.d.) doet zich momenteel een daling voor. Doordat de vraag naar gesubsidieerde rechtsbijstand tot op heden beheersbaar is gebleven, is het niet nodig gebleken om voor aandelenleasezaken specifieke maatregelen te treffen binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven