28 892
Wijziging van de begrotingsstaat van de hoge colleges van staat, het kabinet der Koningin, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II) voor het jaar 2002 (slotwet)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2002 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van de hoge colleges van staat en het kabinet der Koningin, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (II)

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Onderstaand worden, daar waar relevant, de belangrijkste verschillen tussen de realisatie en de stand tweede suppletore begroting voor de verschillende beleidsartikelen toegelicht.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

De onderuitputting van ca € 0,6 mln heeft voor € 0,4 mln betrekking op de schadeloosstelling c.a., de kostenvergoedingen leden en voor € 0,2 mln op de wachtgelden en pensioenen. Ofschoon de uitgaven met betrekking tot de pensioenen aan oud-leden de raming te boven gingen, was sprake van een zodanig lager, effectief, beroep op de wachtgeldregeling dat per saldo sprake was van een begrotingsoverschot van € 0,2 mln.

De onderuitputting van ca € 0,4 mln met betrekking tot de schadeloosstellingen aan leden alsmede de kostenvergoedingen, is het gevolg van een beperkt niveauverschil tussen enerzijds het meerjarencijfer en anderzijds het uitgavenniveau.

Artikel 5. Raad van State

In 2002 was de gemiddelde personeelsbezetting aanmerkelijk lager dan de geraamde bezetting (504 fte versus 588 fte). Dit leidde zowel bij advisering, als bij bestuursrechtspraak tot lagere uitgaven dan geraamd. Ook zijn in 2002 de automatiseringsuitgaven bij de raming achtergebleven. De geraamde bezetting van Bestuursrechtspraak was gebaseerd op een door het ministerie van Justitie geprognostiseerd aantal van instroom van zaken Hoger Beroep Vreemdelingenzaken. De gerealiseerde instroom (1885 zaken) is echter bij deze prognose (2600 zaken) achtergebleven. Bij tweede suppletore begroting is daarom de uitgavenraming neerwaarts bijgesteld met € 5 mln. Ook de ontvangsten zijn om deze reden tegengevallen.

Artikel 7.1 Reguliere klachten Nationale Ombudsman

Als gevolg van de massale belangstelling voor het in september 2002 gehouden symposium inzake interne klachtrecht bij bestuursorganen zijn de uitgaven hoger dan verwacht.

Ontvangsten Nationale ombudsman

De ontvangsten in verband met de vergoeding lagere overheden is bij tweede suppletore begroting 2002 ten onrechte hier opgenomen. De ontvangsten € 0,582 mln zijn ten gunste van de begroting van BZK (VII) gevallen, dit wordt bij slotwet 2002 gecorrigeerd.

Voor overige toelichtingen bij de artikelen wordt verwezen naar de financiële verantwoording.

Naar boven