nr. 17
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN SPIES TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 121
Ontvangen 20 november 2003
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2a
De uitslag van het referendum geldt als een raadplegende uitspraak tot
afwijzing, indien een meerderheid zich in afwijzende zin uitspreekt en deze
meerderheid ten minste dertig procent omvat van hen die gerechtigd waren aan
het referendum deel te nemen.
II
Artikel 11 komt te luiden:
Artikel 11
De artikelen 121 tot en met 125 van de Tijdelijke referendumwet zijn van
toepassing, met dien verstande dat:
a. in artikel 122, eerste lid, onderdelen a en b, in plaats van «de
aan het referendum onderworpen wet of het aan het referendum onderworpen besluit»
wordt gelezen: het verdrag;
b. in artikel 123, tweede lid, onderdeel a, in plaats van «de wet
of het besluit» wordt gelezen: het verdrag;
c. in artikel 125, derde lid, in plaats van «Bij een nationaal referendum
voegt de burgemeester van 's-Gravenhage» wordt gelezen: De burgemeester
van 's-Gravenhage voegt.
III
In artikel 12 wordt na «stemmen» toegevoegd: en kiesgerechtigden.
IV
In artikel 14 wordt «en 136, onderdelen a tot en met d, van de Tijdelijke
referendumwet» vervangen door: en 136 van de Tijdelijke referendumwet.
V
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
Het centraal stembureau stelt vervolgens vast of een meerderheid zich
tegen het verdrag heeft uitgesproken en, indien dit het geval is, of die meerderheid
ten minste dertig procent omvat van hen die gerechtigd waren aan het referendum
deel te nemen.
VI
In artikel 20, onderdeel a, wordt na «de stemopneming» toegevoegd:
, de vaststelling van het aantal kiesgerechtigden.
Toelichting
Met dit amendement wordt overeenkomstig de Tijdelijke referendumwet een
opkomstdrempel ingevoegd. Bij een erg lage opkomst kan het advies aan de Tweede
Kamer immers niet als representatief worden gezien.
Van der Staaij
Spies