28 885
Voorstel van wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham betreffende het houden van een raadplegend referendum over het grondwettelijk verdrag voor de Europese Unie (Wet raadplegend referendum Europese Grondwet)

nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID LUCHTENVELD C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 20 november 2003

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 1 vervalt onderdeel d.

II

In artikel 2, vierde lid, wordt «de referendumcommissie» steeds vervangen door: Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister.

III

Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:

2. Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken stelt in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister, een feitelijke samenvatting van het verdrag vast. De burgemeester draagt er zorg voor dat de samenvatting ten minste vier weken voor de stemming aan het adres van de kiezers wordt bezorgd.

IV

De titel van hoofdstuk 9 komt te luiden «Subsidies».

V

De artikelen 24 en 25 vervallen.

VI

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

1. Onze Minister verstrekt subsidies ten behoeve van maatschappelijke initiatieven die zich ten doel stellen het publieke debat in Nederland over het verdrag dan wel het referendum te bevorderen.

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:

a. de nadere bepaling van de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en de wijze van verstrekking;

b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

c. de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;

d. de bevoegdheid om besluiten te nemen over subsidieverlening;

e. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

f. de verplichtingen voor de subsidieontvanger, waaronder de rapportage over toepassing van de subsidie;

g. de vaststelling van de subsidie;

h. de betaling van de subsidie en de eventuele verlening van voorschotten en

i. overige onderwerpen die betrekking hebben op de uitvoering van dit hoofdstuk.

3. Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in het eerste lid is € 1 miljoen.

VII

In artikel 30 vervalt de tweede volzin.

Toelichting

Dit amendement beoogt het schrappen van de referendumcommissie. De taken van deze commissie liggen op het terrein van de regering. Dat geldt met name voor het vaststellen van de subsidieregeling en de beslissing over de verstrekking van subsidies. De subsidieregeling is een algemeen verbindend voorschrift en behoort niet door een zelfstandig bestuursorgaan, wat de referendumcommissie is, te worden vastgesteld. Er is dan namelijk geen democratische controle.

Voorts voorziet het amendement erin, dat de regering en niet de referendumcommissie de beslissing neemt als bedoeld in artikel 2 lid 4 (resultaat van de Intergouvernementele Conferentie).

Daarnaast is de regering in staat om onafhankelijkheid te betrachten bij het maken van een feitelijke samenvatting van de tekst van de Europese Grondwet en bij de subsidieverlening. Overigens belet artikel 9 lid 2 niet, dat een concept van de samenvatting eerst aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt aangeboden voordat deze definitief wordt vastgesteld.

Hoewel in de voorgestelde wetstekst de minister van Buitenlandse Zaken wordt genoemd, gaan de indieners van dit amendement ervan uit, dat, zoals gebruikelijk de Staatssecretaris van Europese Zaken, actief in dit proces wordt betrokken.

De feitelijke samenvatting van het verdrag wordt vier weken, in plaats van twee weken, voor de stemming aan het adres van de kiezers bezorgd. Het gaat om een omvangrijk document. De burgers moeten meer dan 14 dagen de tijd hebben om hier kennis van te kunnen nemen.

Luchtenveld

Spies

Van der Staaij

Naar boven