28 880
Jaarverslagen over het jaar 2002

nr. 113
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2003

Op 24 juni 2003 is in een Algemeen Overleg met de Commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer (28 880 nr. 110) het Financieel Jaarverslag van het Rijk en het Rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer besproken. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk is opgenomen dat het financieel beheer bij de departementen in 2002 is verbeterd. In het Rechtmatigheidsonderzoek van de Algemene Rekenkamer wordt daarentegen geconcludeerd dat het financieel beheer (de bedrijfsvoering) bij de departementen achteruit is gegaan.

In het bovengenoemde Algemeen Overleg heb ik aangegeven dat ik een dergelijk verschil in beoordeling als ongewenst beschouw.

In mijn brief van 16 juli 2003 (28 880, nr. 111) heb ik u gemeld hierover met de President van de Algemene Rekenkamer gesproken te hebben.

In dit overleg is afgesproken om op basis van een gemeenschappelijke inzet te werken aan duidelijkheid over en het zo mogelijk opheffen van de verschillen in de wijze waarop de beoordeling plaatsvindt.

Daarbij heb ik de intentie uitgesproken u over de uitkomsten van deze gemeenschappelijke inzet in september nader te informeren.

Inmiddels kan ik u berichten dat het overleg tussen de Algemene Rekenkamer en mijn ministerie heeft geleid tot een voorstel inzake een oplossingsrichting. Deze oplossingsrichting wordt op dit moment interdepartementaal afgestemd.

Zodra deze interdepartementale afstemming heeft plaatsgevonden zal ik in overleg met de President van de Algemene Rekenkamer u over de uitkomsten informeren. Dit zal naar verwachting in november zijn.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven