Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28880 nr. 101 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28880 nr. 101 |
Vastgesteld 24 juni 2003
De vaste commissie voor Financiën heeft op dinsdag 17 juni 2003 overleg gevoerd met minister Zalm van Financiën1 over het Jaarverslag 2002 (28 880, nrs. 18 t/m 21), slotwetten (28 899 en 28 900) en rapport ARK (28 831, nrs. 1–2).
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Tichelaar
De griffier van de vaste commissie voor Financiën,
Berck
Dinsdag 17 juni 2003
16.30 uur
De voorzitter: Tichelaar
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten:
Tichelaar, De Nerée tot Babberich, Crone, Vendrik, Van Beek, Van As en Heemskerk,
en de heer Zalm, minister van Financiën, die vergezeld is van enige ambtenaren van zijn ministerie.
Aan de orde is de behandeling van:
het Jaarverslag 2002 van de Nationale Schuld (IXA) (Kamerstuk 28880, nr. 18);
het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2002 van de Nationale Schuld (Kamerstuk 28880, nr. 19);
het Jaarverslag 2002 van het Ministerie van Financiën (IXB) (Kamerstuk 28880, nr. 20);
het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag van het Ministerie van Financiën (Kamerstuk 28880, nr. 21);
de Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2002 (slotwet) (Kamerstuk 28899);
de Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2002 (slotwet) (Kamerstuk 28900);
het Rapport van de Algemene Rekenkamer "Tussen beleid en uitvoering" (28831, nrs. 1-2); hoofdstuk 13 "Belastingen als beleidsinstrument".
De voorzitter:
Ik heet eenieder welkom bij dit overleg over het jaarverslag, in het bijzonder de minister van Financiën. Dit is zijn eerste algemeen overleg sinds lange tijd. Hij heeft daar ongetwijfeld naar uitgezien, maar ik beloof hem dat wij het zo kort mogelijk zullen houden. Dat moet hem aanspreken. Ik heet de leden van de verschillende fracties ook welkom.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Voorzitter. Ook mijn fractie heet de heer Zalm welkom als minister van Financiën.
Blijkens het slot van de tekst over de dechargeverlening over 2002 vraagt de heer Hoogervorst beide Kamers rekening te houden met het feit dat hij pas vanaf 22 juli de zorg voor het financieel beheer van het ministerie op zich heeft genomen. Hij zal daar toch niet mee bedoelen dat hij voor de periode vóór 22 juli geen politieke verantwoordelijkheid draagt? Dat is een staatsrechtelijk wangedrocht. Minister Zalm is in ieder geval verantwoordelijk voor de periode van 1 januari 2002 tot 22 juli 2002, tenzij hij aangeeft dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor de rest van het jaar.
MinisterZalm
Ik neem de verantwoordelijkheid voor het gehele jaar.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Mooi zo. Wij vinden overigens dat dit soort opmerkingen met betrekking tot de déchargeverlening niet behoort te worden gemaakt. Staatsrechtelijk is dat onjuist. Als een minister een portefeuille overneemt, dan neemt hij ook de voorgaande jaren over. Dat hebben wij in het recente verleden gezien. Er zijn zelfs bewindslieden afgetreden voor feiten die in het verre verleden hebben plaatsgevonden.
De Algemene Rekenkamer is positief over het Jaarverslag 2002 van het ministerie van Financiën. Daar complimenteert mijn fractie de minister mee.
Ik heb een paar kleine puntjes. Eerst iets over de administratieve lasten die voortvloeien uit de fiscale regelgeving. Wij hebben met genoegen gezien dat deze lasten met 300 mln euro zijn afgenomen, maar er zit een addertje onder het gras, want de afname heeft betrekking op de periode 1995 tot 2002. Aangezien het jaarverslag over 2002 gaat, horen wij graag hoeveel er in 2002 aan administratieve lastenverlichting is behaald. Dat kon ik niet uit het jaarverslag halen. Er wordt wel duidelijkheid gegeven over de eerdere jaren en over wat er in de toekomst gaat gebeuren. Misschien dat daarom de gehele periode erbij is genomen.
Er heeft ook een nulmeting plaatsgevonden. De lasten bedroegen in 1995 2 mld euro. Wij vragen ons af hoe dat bedrag is berekend en hoe is berekend dat die met 300 mln euro zijn afgenomen. Wie stelt die cijfers op en wie controleert ze, voordat ze in het jaarverslag worden opgenomen? Ik stel deze vraag mede met het oog op de toekomst, want dan wordt er een grote slag geleverd op het gebied van de administratieve lastenverlichting. Wij hebben met vreugde kennisgenomen van de voornemens met betrekking tot de privé-autokilometers in het kader van het woon-werkverkeer, ofschoon wij benieuwd zijn hoe dit wordt gedekt. Daar kan nog het nodige uit voortvloeien.
Dan de beleidsmatige conclusies. Mijn fractie heeft met belangstelling, soms ook met treurnis, kennisgenomen van het samenvattend overzicht van de beleidsconclusies in het jaarverslag. Het zou nuttig zijn als kan worden aangegeven wat de gevolgen zijn voor het lopende beleid. Een en ander staat in tabel 5.1. In het jaarverslag van VROM is er, naast de kolom beleidsconclusies, ook een kolom te nemen maatregelen en te ondernemen activiteiten opgenomen. In het jaarverslag van VWS is zelfs een kolom opgenomen, waarin expliciet wordt aangegeven of het beleid geïntensiveerd, geëxtensiveerd of ongewijzigd moet worden voortgezet. Ik krijg daar graag een reactie van de minister op. Kan het voor Financiën ook iets ruimer worden gemaakt? Ik word overigens zenuwachtig als ik bij VWS het woord"geïntensiveerd" tegenkom.
Er is bij ons ook treurnis over de beleidsconclusies, want de dienstverlening van de belastingdienst wordt teruggedraaid. Het CDA heeft geen bezwaar tegen efficiencymaatregelen, maar er moet voor worden gewaakt dat de operationele doelstelling door de bezuinigingen in gevaar komt. In het verslag staat dat het aanbieden van snelle, kwalitatief goede en toegankelijke dienstverlening de belastingplichtige ondersteunt bij het voldoen aan zijn fiscale verplichtingen, maar daarvoor is die ook bedoeld. Dienstverlening, waaronder de belastingtelefoon, levert daarmee een bijdrage aan de bereidheid om die verplichtingen na te komen.
De heerCrone(PvdA)
Dit is typisch een vraag voor een oppositiepartij. Ik neem aan dat het CDA heeft aangegeven, voordat het regeerakkoord werd gesloten en deze fikse bezuinigingsdoelstellingen werden geaccepteerd, dat een en ander niet ten koste zou mogen gaan van een essentiële taak als het binnenhalen van belastinggeld.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Het is een kwestie van keuzen maken.
De heerCrone(PvdA)
Waar kiest u dan voor? Als er minder belastingopbrengst is, gaat het financieringstekort er dan aan?
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
De belastingtelefoon heeft tot doel de zogenaamde compliance te bevorderen, want daardoor leven mensen de wet- en regelgeving na. Daar moet je niet te zeer op bezuinigen. Je moet bezien of je kunt bezuinigen op andere zaken. De keuze was dus duidelijk.
Dan een opmerking over het financieel beheer van de Dienst Domeinen roerende zaken. De Rekenkamer is kritisch over die dienst. Wij hebben 19 mei jl. een brief gekregen, waarin de minister ons formeel om instemming vraagt om van de Dienst een agentschap te maken. Er wordt echter niets vermeld over de door de Rekenkamer geconstateerde problemen. Wij willen weten waarom hiervan geen melding is gemaakt en waarom de Kamer in mei 2003 om instemming is gevraagd voor de agentschapvorming, terwijl uit het Jaarverslag 2002 blijkt dat de interne besluitvorming nog niet is afgerond en bovendien afhankelijk is gemaakt van een nog in het najaar 2003 op te stellen tussenbalans.
Dan iets over de belastinguitgaven. De Rekenkamer gaat daarop in in het rapport Tussen beleid en uitvoering. Het probleem met de belastinguitgaven is altijd de effectiviteit van de regeling. Kan de minister ervoor zorgen dat er meer evaluaties worden uitgevoerd en dat de begrotings- en jaarverslagvoorschriften in de toekomst dusdanig worden opgesteld dat de ministeries die belastinguitgaven als instrument inzetten – dat zijn Sociale Zaken, EZ en Landbouw – inzicht geven in de beoogde doelen, de behaalde resultaten, de bereikte effecten en de gemaakte uitvoeringskosten in het kader van de administratieve lasten?
Ten slotte iets over de dividenduitkering van De Nederlandsche Bank in verband met het verwachte versterf van guldenbankbiljetten. Daar is vervroegd iets uitgekeerd. Wij willen graag weten hoe het gaat met het inwisselen van de guldenbankbiljetten. Blijft er veel in de kous of het matras zitten? Zijn er nog grote meevallers te verwachten die afwijken van de verwachtingen, of loopt het volgens plan?
De heerCrone(PvdA)
Voorzitter. Ook ik heet deze minister in zijn nieuwe functie hartelijk welkom in zijn eerste rechtstreekse overleg met de nieuwe Kamer.
Het gaat bij de VBTB-operatie over het jaarverslag van 2002. Dat heeft betrekking op de begroting 2002, een begroting van minister Zalm. Wij spreken hier dus over het jaarverslag met een minister die deze begroting oorspronkelijk ook heeft opgesteld. De Rekenkamer vindt dat jaarverslag niet zo goed, al merkt ze tegelijkertijd op dat het VBTB-gehalte van de begroting 2003 zeer goed scoort, als beste van alle departementen. Minister Hoogervorst heeft dus een heel goede begroting ingediend, maar dat geldt niet voor minister Zalm. Hij heeft ook geen goed jaarverslag ingediend. Krijgen wij nu een minister van Financiën in de geest van de heer Hoogervorst die zorgt voor een goed jaarverslag over 2003? Dan kan hij weer de hoogste score halen, op basis van het voorwerk van de heer Hoogervorst. Dat is de minister ook aan zijn stand verplicht. Als minister van Financiën is hij in positieve zin de aanjager van het VBTB-proces geweest. Ik had het idee dat hij dit in zijn vorige ministerschap enthousiast heeft gedaan. Ik reken erop dat hij straks positief op mijn vraag zal antwoorden.
In de kern gaat het eigenlijk nog om een zoekproces. Vanuit de WWW-vragen wordt in het verslag gekomen tot de HHH-vragen, dus hoe een en ander is gelopen, hoeveel geld het heeft gekost of er is gedaan wat men van plan was. Ik vind dat er nog te veel sprake is van een financieel verslag in plaats van een beleidsverslag. Het ministerie van Financiën moet mijns inziens, al is dat niet altijd even gemakkelijk, een slag maken om van het financiële verslag – het geld is op een goede manier uitgegeven – te komen tot een beleidsverslag, kijkend naar de doelen. Pas daarna komt de vraag om de hoek kijken hoeveel geld het heeft gekost, ook per beleidseenheid en per werkloze die weer aan het werk is.
De laatste tijd zijn er veel symposia geweest. We hebben veel discussies gevoerd en er is veel papier gebruikt. Ik constateer zelfs dat we steeds dikkere stapels papier krijgen per departement. Ik heb het over de verslagen en de slotwetten. De informatie die daarin wordt gegeven, is vaak moeilijk toegankelijk. Laten wij voorkomen, ter bescherming van onszelf en gelet op de grote inzet die ambtelijk is gepleegd, dat we steeds verder gaan met de details over de financiële verslaggeving. Op die manier gooien wij het kind gaandeweg met het badwater weg, omdat we vergeten dat het om het beleid gaat.
Wij vertrouwen er eigenlijk automatisch op dat het financieel wel goed zit in dit land en dat uitgaven rechtmatig plaatsvinden, maar we wilden met dit proces te weten komen wat het doel, de middelen en het resultaat zijn. In een forumdiscussie met Rijkman Groenink van ABN/AMRO hebben wij een soortgelijke discussie gehad. Hij zei dat de ontwikkeling op dit punt in het bedrijfsleven ook steeds meer in de richting van dikkere jaarverslagen is gegaan, qua details, maar ook qua toezichthouders die van alles en nog wat wilden weten. Op een gegeven moment werden er zelfs aparte jaarverslagen gemaakt voor de verschillende doelgroepen. Ik nodig de minister uit terug te keren naar de basics, de beleidsvragen in het kader van WWW, en vervolgens te kijken naar de HHH-vragen. Dit is overigens geen kritiek. Deze geluiden hoor ik ook binnen de departementen. Daar vindt men ook dat er zo langzamerhand steeds meer papier komt. Laten wij het desnoods met minder beleidsdoelstellingen doen als het allemaal te veel wordt. Liever vluchten in minder beleidsdoelstellingen dan in meer financieel papier.
Over de belastingdienst wordt gemeld dat de kengetallen met ingang van de nieuwe begroting niet meer zullen worden gebruikt, omdat ze niet meer voldoen in het licht van de prestatiegegevens. Ik kan mij, gelet op wat ik zojuist heb gezegd, goed voorstellen dat kengetallen af en toe worden aangepast, maar ik hoop wel dat ze in het kader van de begroting 2004 opnieuw worden gebruikt en wel zodanig dat ze kunnen worden vergeleken met de oude kengetallen, want anders heb je geen maatstaf meer. Voor de belastingdienst is het relevant te weten hoeveel je inzet om welk doel te bereiken. Soms is het doel puur het binnenhalen van geld. Daarbij doet zich de vraag voor hoe ver je kunt bezuinigingen, voordat je wat dat betreft in gevaar komt. Er zijn ook nog andere doelstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van transparantie – zie de belastingtelefoon – maar ook op het gebied van beleid.
Dan iets over de belastinguitgaven. We zouden ook kijken naar de uitvoeringskosten daarvan. Ik herinner mij de debatten daarover, ook met deze minister. Er is wel eens gesteld dat er sprake was van een kerstboom aan belastinguitgaven, in die zin dat een en ander veel te gedetailleerd was en dat de kosten per belastinguitgave, per aftrekpost, te hoog waren. In deze jaarverslagen wordt echter nog niet helder aangegeven hoeveel de belastinguitgaven achteraf hebben gekost. De Rekenkamer stelt dat het ministerie de uitvoeringskosten kent en dat die ongeveer 82 mln euro bedragen. Klopt dat? Zijn de uitvoeringskosten van de belastinguitgaven bekend? Zo ja, kunnen wij die krijgen? Vervolgens moet een en ander via de miljoenennota per regeling worden vermeld. Daaruit kan blijken dat we bijvoorbeeld belastinguitgaven voor een paar miljoen willen doen, terwijl die te veel uitvoeringskosten met zich brengen. Dan heb je weer een rechte lijn aangebracht tussen het doel, het middel en de kosten.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Naar aanleiding van het Strategisch akkoord en de aanvullende maatregelen in dat kader is in de Miljoenennota 2003 een uitgebreid overzicht verstrekt van de belastinguitgaven, met een vrij gedetailleerd overzicht van de uitvoeringskosten. Naar aanleiding van de kosten die daaraan zijn verbonden, zijn sommige van dit soort zaken afgeschaft.
De heerCrone(PvdA)
Het is goed dat wij dat als oppositie van tafel hebben weten te krijgen, want het stond niet meer in het Hoofdlijnenakkoord. Daarom vraag ik er nu opnieuw naar.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Er zijn een heleboel regelingen verdwenen.
De heerCrone(PvdA)
Dat klopt, maar de Rekenkamer constateert dat Financiën meer gedetailleerde informatie op dit punt heeft. Ik zou die graag krijgen. In de begroting 2004 zou ik graag zien dat de uitvoeringskosten van de beleidsuitgaven die nog overblijven in het kader van het Hoofdlijnenakkoord worden gespecificeerd.
Het is ook van belang dat over de verantwoording duidelijk wordt aangegeven hoe het komt dat een en ander zo is gelopen. Over de belastinginkomsten wordt gemeld dat de dividend- en winstbelastinginkomsten sterk zijn tegengevallen. Er wordt naar een oorzaak gezocht. Vervolgens staat er dat dit komt, omdat de loonkosten zo hard zijn gestegen. Kijk je met name naar de vertaling daarvan in de loonbelastinginkomsten, dan blijkt dat die helemaal niet zo hard zijn gestegen, terwijl de inkomsten aan dividendbelasting wel zijn gedaald. Kennelijk is er wat dat betreft geen sprake van een een-op-eenverhouding tussen de loonkosten en de winst. Ik vind dat je dit niet moet opschrijven, of er moet een uitgebreidere analyse op worden losgelaten, zodat wij weten hoe het zit. Wat mij betreft wordt er aan de drie bestaande W's nog een W toegevoegd, namelijk de W van weet niet. Ik heb liever dat wordt aangegeven dat men iets nog niet weet en dat het wordt uitgezocht, dan dat er met een te-kort-door-de-bochtredenering wordt gekomen.
Hetzelfde zien wij met de accijnzen en de btw. Er wordt gesteld dat de btw-inkomsten tegenvallen door de lagere consumptie, maar vanwege dezelfde consumptieontwikkeling wordt ook aangegeven dat de inkomsten vanwege de accijns op alcohol en tabak wel stijgen. Dat kan niet kloppen.
Dan iets over het baten-lastenstelsel. Minister Zalm was daar altijd een groot voorstander van, maar de vorige minister was niet zo ambitieus op dit punt. Ik ben benieuwd hoe deze minister er nu tegen aankijkt. Gaat hij ermee door? Ik ben daar nog steeds voor, maar de minister mag het wat mij betreft, zeker bij de aanvang, toespitsen op de investerende ministeries. Een ministerie als Sociale Zaken heeft weinig investeringsuitgaven, maar moet wel een enorme papierwinkel opzetten als ze gaat overstappen op een baten-lastenstelsel. De vraag is of je daarmee moet beginnen. Als het echter gaat om Verkeer en Waterstaat is het voor iedereen duidelijk dat dit zin kan hebben. De minister mag wat mij betreft in de begroting 2004 een andere weg inslaan, in die zin dat het gebeurt waar het het meest zinvol is.
Het is ingewikkeld een link te leggen tussen wat je wilt, wat je middel is, en het bereiken van je doel. Er wordt met trots gemeld dat de benzinemarktveiling heeft plaatsgevonden. Daarmee worden meer prijsconcurrentie en meer toetredingsmogelijkheden beoogd. Daar stopt het eigenlijk mee, maar het is oude politiek om uit te gaan van de veiling, omdat dit goed voor het doel is. Er wordt namelijk niet gezegd of het doel is bereikt. Ik vind dat er ook een analyse moet worden gemaakt van het doel.
Ik zie de toekomst met redelijk optimisme tegemoet, want we slaan een goed pad in. Mijn hoofdboodschap is om vooral naar het beleid te kijken, wellicht aan de hand van minder beleidsdoelstellingen, en om het niet te veel bij het financiële te houden.
De heerVendrik(GroenLinks)
Voorzitter. Dit is een bijzonder overleg. Ook namens mij een hartelijk welkom aan de nieuwe, maar toch ook weer een klein beetje oude en vertrouwde minister van Financiën.
Op pagina 15 van het jaarverslag las ik dat een motie van mij is uitgevoerd. Dat is mooi, maar de uitvoering mag nog wel iets pregnanter. Uiteindelijk moet dit type debat daar ook over gaan. Het gaat niet om de kwaliteit van de informatie, hoe belangrijk die ook is bij het begin van dit proces. Een en ander moet ons materiaal opleveren voor een helder politiek debat. Zo'n motie zou wat dat betreft dus gewoon goed moeten worden uitgevoerd. Het overzicht op pagina 15 laat nog wel enigszins te wensen over. Ik ga er echter van uit dat het de volgende keer beter is.
Ik begin met een aantal beleidsmatige conclusies. Ik heb het hoofdstuk over de belastingontvangsten bekeken. Er wordt een analyse gegeven van de diverse tegenvallers waarmee het ministerie in 2002 is geconfronteerd. Het loopt heel erg hard op. Er is een wak van miljarden geslagen in de te verwachten inkomsten, met alle gevolgen voor het begrotingstekort Ook heeft dit allerlei politieke consequenties, maar die moeten wij, althans volgens sommigen, vandaag de dag aanvaarden. Kijk je waar de grootste daling aan belastingontvangsten zit, dan kom je uit bij de winstbelasting. Dat is geen fenomeen op zichzelf, want de winstbelasting is een sterk conjunctuurgevoelige belasting. Die reageert sterk op wisselingen in de economische conjunctuur. Welke beleidsmatige conclusie moet je daaraan verbinden? Moet je daar geen conclusie aan verbinden, omdat het tijdelijk slecht weer is? Ik kan mij wat dat betreft interessante debatten herinneren onder de titel robuuste belastingheffing. In dat kader werden allerlei forfaitaire heffingen geïntroduceerd, juist om het probleem van grote schommelingen in de belastingontvangsten te voorkomen. Of neem je deze daling als gegeven, accepteer je die als onvermijdelijk en ga je dit soort dalingen, en stijgingen, in de belastingontvangsten via een trendmatig begrotingsbeleid opvangen? Er zijn wat dat betreft verschillende opties.
De heerCrone(PvdA)
Wat de heer Vendrik mijns inziens wil zeggen is dat de minister deze dingen structureel verklaart, terwijl hij ze conjunctureel wil verklaren.
De heerVendrik(GroenLinks)
Neen, hoewel dat ook nog een punt is. Daar kunnen wij ook nog over debatteren. Er gaat wel een vraag aan vooraf, namelijk of het antwoord op de vraag die de heer Crone stelt, al of niet relevant is en of dat tot beleidsmatig inzicht leidt. Het lijkt mij interessant om dat te vernemen, want de daling van de overheidsinkomsten is niet gering. De vraag is hoe je daar beleidsmatig op reageert. Misschien kan de minister van Financiën daar helderheid over verschaffen, want het begrotingsbeleid van het kabinet-Balkenende II is een tandje anders dan dat van Balkenende I. Daarover komen wij in ander verband nog een keer uitvoerig te spreken. Het eerste vond ik onlogisch. Het tweede begrijp ik op een paar punten niet helemaal, maar het komt nog terug. Wat dus te doen met dit type gaten in de belastingontvangsten? Ze zijn namelijk zeer fors. Dat kan niet worden betwist.
Dan de btw. Ik was lichtelijk onaangenaam verrast toen ik las dat het ministerie van Financiën kennelijk nog steeds concludeert dat het experiment met het lage btw-tarief voor arbeidsintensieve diensten te weinig resultaat oplevert. Ik herinner mij een pittig debat met de vorige staatssecretaris van Financiën over de vraag of het onderzoek dat daarnaar is uitgevoerd in het afgelopen jaar voldoende grondstof levert voor die conclusie. Volgens mij hebben wij dat overleg heel prettig afgesloten, omdat wij het erover eens waren dat het onderzoek die conclusie niet staafde. Vervolgens heeft de staatssecretaris op verzoek van een unanieme Kamer een onderzoek uitgezet bij het CPB, een soort contra-expertise dus. Dat onderzoek wachten wij nu af, al duurt het vrij lang. Ik ben een beetje bang voor het Europese debat in dit kader, maar wij bespreken in het kader van de Ecofin-raad binnenkort hoe het er wat dat betreft voor staat. Ik vind het wel raar dat in het verslag wordt gesproken over een geringe effectiviteit, zodanig dat de maatregel kan worden afgeschaft, en dat de voortgang met betrekking tot het lage btw-tarief niet verder zal worden bepleit in Europa. Zo lees ik het jaarverslag tenminste. Ik heb echter een heel andere indruk van het debat met de staatssecretaris over die kwestie overgehouden. Hij stelde in de richting van de Kamer dat hij zijn conclusie wilde opzouten en dat hij de resultaten van het onderzoek wilde afwachten. Hij onthield zich dus van een oordeel. Er zou zelfs nog een brief richting Brussel worden gestuurd, met de mededeling: Brussel, wij hebben jullie het eerste onderzoek dan wel opgestuurd, maar dat is onvoldoende basis voor een definitief besluit in het Brusselse over de al dan niet verlenging van de lage btw-regeling. Ik wil daar graag helderheid over.
Dan iets over de belastinguitgaven en hoe je die in de hand houdt. Er is de afgelopen vier jaar veel bereikt, via eigen activiteiten van het departement, maar ook door de aandrang vanuit de Kamer. Het prangende gegeven blijft volgens de Rekenkamer dat het fenomeen belastinguitgaven nog net iets anders wordt behandeld dan het normale fenomeen subsidie, bij welk departement dan ook. Financiën is wat mij betreft de eerste om aan een departement te vragen of dat geld nodig is, wat het doel is en of er is gekeken naar de effectiviteit. Ik pleit dus voor die prettig aandringende houding van Financiën richting de andere departementen. Er zit ook nog een budgettair aspect aan vast, evenals een budgetteringsdiscussie. Gelet op de financiële kant lijkt het mij belangrijk dat Financiën zelf het goede voorbeeld geeft. De Rekenkamer schiet echter nog een aantal gaten in het beheerregime rond de belastinguitgaven. Het is mij een lief ding waard als de nieuwe minister van Financiën een nieuwe daad op dit punt stelt, in de zin van geen ongelijke behandeling van belastingsubsidies en normale subsidies. Als hij streng is tegen anderen, dan moet hij ook streng zijn tegen zijn staatssecretaris van Financiën. Graag een toezegging op dat punt.
Dan het toezicht op de financiële markten. Daar is veel aan de hand. Er wordt ook gewag van gemaakt, in die zin dat het toezichtkader overhoop wordt gegooid naar aanleiding van Basel-2, inclusief een aantal andere agendapunten. Er komt mammoetwetgeving op ons af. Als ik aan 2002 denk, dan mis ik wat er op de financiële markten is gebeurd. Neem het toezicht op de pensioenfondsen. Daar is buitengewoon heftig over gedebatteerd. Er zijn grote kwesties aan de orde gesteld. Ook de pensioen- en verzekeringskamer (PVK) is in het geweer gekomen. Die gaat een andere koers varen. Ik wil daar meer van terugzien in het jaarverslag. Het gaat niet zozeer om het verslag doen over het eigen beleidsmatig functioneren als departement, hoe nodig dat ook is. Het moet worden gerelateerd aan de major events. Ik wijs op de beurskrach, hoewel die van iets oudere datum is. Hoe weeg je en beoordeel je bijvoorbeeld het ingrijpen van de PVK? Is dat goed? Gaan wij daarmee door? Dat wil ik graag terugzien, want je merkt in het proces tussen Kamer en kabinet dat dit nog wel eens wegvalt. Hetzelfde geldt voor de Autoriteit financiële markten. Wij hebben morgenavond een debat over de aandelenleaseconstructies. Dat regardeert het departement ook heel erg. Mijn pleidooi is om in een volgend jaarverslag de ontwikkeling op de markten en het inspelen daarop een plek te geven. Ik vind dat interessant. Ik ben altijd geïnteresseerd in wat er autonoom aan beleidsprocessen plaatsvindt. Dat mag allemaal nog eens opgeschreven worden. Dit zijn echter ook voor de burgers in het land wezenlijke punten. Wat zijn de conclusies naar aanleiding van de beurskrach? Wat gebeurt er bij de pensioenfondsen? Hoe zit het met de financiële producten? De rel rond Dexia is daar een goed voorbeeld van. Ik mis dat nog in het jaarverslag. Het zou mij deugd doen als dat volgend jaar in het jaarverslag komt.
De heerVan Beek(VVD)
Voorzitter. Ik probeer een aantal aanvullende opmerkingen te maken en niet te herhalen wat de collega's hebben gevraagd. Wij hebben een volledig VBTB-jaar afgewerkt. De Algemene Rekenkamer is, zeker als het gaat om dit departement, redelijk positief. Gelukkig is er ook nog kritiek. Kritiek is immers nodig om een prikkel te geven om de lat volgend jaar iets hoger te leggen. De eindconclusie is echter positief over het proces waarin Financiën zo'n grote rol speelt. Wij kijken alleen naar de producten. Ik ben dan ook benieuwd naar wat de minister heeft ontdekt bij zijn terugkomst op het ministerie. Hij heeft zich voorbereid op dit gesprek met ons. Is er voldoende voortgang geboekt in het denken en handelen over VBTB? Zit het tussen de oren? Wat ziet de minister als hij bij het ministerie naar binnen kijkt?
Ik maak mij overigens, met een paar collega's, een beetje zorgen over de hoeveelheid papier die wij krijgen. Het is bijna een halve meter aan boeken. Het is een ongelofelijke hoeveelheid tekst. Het is niet eenvoudig om uit al die tekst datgene te halen wat je zoekt of waarover je vragen hebt.
Opvallend is het openeindekarakter van een aantal posten bij Financiën. Belangrijk is de inkomstenkant. Ik sluit mij overigens aan bij de vragen die zijn gesteld over de analyse van met name de belastingopbrengst. Dat traject komt er bekaaid vanaf. Wij hebben heel veel jaren grote plussen gehad. Het gaat mij niet zozeer om het teken, maar om de analyse.
Eenzelfde soort vragen over de begroting heb ik over de uitgaven. Een groep neem ik als voorbeeld, namelijk artikel I, de belastingen. Dat artikel is met 11% overschreden. Er zit ruim 312 mln euro overschrijding in dat traject. Voorin en achterin het boek wordt dit toegelicht alsof het een soort natuurverschijnsel is. Er worden in korte zinnen gigantische bedragen genoemd. Ik wil graag meer horen van de minister over hoe dit in de loop van het jaar is gebeurd. Hoe is daarop gestuurd? Wat heeft het management gedaan? Is er iemand uitgevlogen naar aanleiding van dit resultaat? Is de minister – in dit geval zijn ambtsvoorganger – betrokken geweest om bij te sturen? Er wordt weliswaar ergens gesproken over een beperkte vacaturestop. Er is iets gebeurd. Ik maak het concreet met de volgende vraag. Wij zijn nu een half jaar verder. Heeft de minister inzicht in hoe het er nu voorstaat? Is het probleem opgelost? Wordt er voldoende gemanaged? Wordt er voldoende leiding gegeven? Zitten er voldoende taakstellingen in de organisatie? Dit soort uitkomsten moet keurig genoteerd worden aan het einde van het jaar, goed worden toegelicht en uit een betrouwbare registratie komen met een voldoende interne controle. Er is echter wel sprake van een overschrijding van 11%. Dat is des te belangrijker als men zich realiseert dat wij de komende jaren een periode ingaan waarin nogal wat taakstellingen worden uitgekeerd. Ik doel op personele taakstellingen, maar ook op taakstellingen op het gebied van subsidies. Het kan dan niet zo zijn dat na afloop alleen wordt gemeld hoe groot de overschrijding is. Er moet tussentijds goed leiding worden gegeven. Over dit hele traject wil ik meer inzicht van de minister krijgen.
Een ander hoofdpunt van mij is het onderwerp van de belastinguitgaven, waarover collega's al veel hebben gezegd. Het is vreselijk belangrijk dat bij de doelen bekend is welke kosten eraan verboden zijn en welke effecten ermee bereikt moeten worden. Dat is wat wij met VBTB willen realiseren. Dat moet toegespitst worden op dit soort uitgaven. Wij kunnen dan heel kritisch beoordelen welke uitgaven gerechtvaardigd zijn en welke regelingen gestopt moeten worden, zeker in het licht van effectieve besteding van geld.
Mijn laatste onderwerp is het baten-lastenstelsel. Daarbij sluit ik mij aan bij de vragen die de heer Crone heeft gesteld.
De heerVan As(LPF)
Voorzitter. Ik vraag de minister om in hoofdlijnen toe te lichten hoe en op welke wijze met de rijksbegroting, inclusief de begroting van de departementen, moet worden omgegaan en doorgegaan. Ik doel daarmee op het volgende. De minister moet mij maar corrigeren als ik het verkeerd zie. Wij worden door de economische recessie geconfronteerd met enorme ingrepen. Die liegen er niet om. Die leiden ook tot enorm impopulaire maatregelen. Ik weet dat alles niet morgen geregeld is. Ik vraag de minister echter – langs de lijn van de Zalmnorm – of het niet verstandig is om de omvang van de rijkstaken, met een duidelijk onderscheid tussen nodig en noodzakelijk en uitgaande van normale, nuchtere aannames, terug te brengen tot de normale, geprognosticeerde inkomsten, desnoods met de economische groei op nul. Meevallers op het gebied van belastingen of "whatever" kunnen dan gebruikt worden voor, bijvoorbeeld, aflossing van de staatsschuld of incidentele zaken. De groei van de afgelopen jaren zou er in dat geval niet toe leiden dat wij op de rem moeten trappen nu het een beetje tegen zit. De taakomvang van het Rijk, en inherent daaraan het aantal informatieplaatsen, moet dan ook teruggebracht worden naar normale, nuchtere proporties. Dan kan men de zaak beheersen, ook als het tegenzit.
Het rapport van de Algemene Rekenkamer laat zien dat er te weinig toezicht is op de EU-aanbestedingsrichtlijnen en de centrale inkoopfunctie. Op diverse plaatsen wordt geconstateerd dat er te weinig toezicht is op de Europese geldstromen en dat in sommige gevallen de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet worden opgevolgd. De minister antwoordt dat hij onder andere de departementen wil stimuleren om de centrale inkoopfunctie te professionaliseren. Alle departementen hebben een centrale directeur inkoop aangesteld. Mijn vraag aan de minister is om aan te geven wat hij concreet wil bereiken binnen welke termijn. Het moet gaan om meetbare doelstellingen. Waarom wordt voor centrale inkoop per departement een directeur aangesteld? Waarom wordt niet gedacht aan een combinatie en samenvoeging van dit type functies?
Een volgend punt is de beperkte controlebevoegdheid van de Algemene Rekenkamer bij de gebundelde doeluitkeringen Infrastructuurfonds. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat hanteert ten aanzien van de GDU's van het Infrastructuurfonds een decentralisatiemodel. Betekent dit dat alleen wordt nagegaan of de gelden zijn aangekomen bij de provincies en de kaderwetgebieden. De controle ligt bij de provincies. Het is wenselijk als de Rekenkamer kan beschikken over informatie om vast te stellen of die gelden rechtmatig en doelmatig zijn uitgegeven.
Aangaande het subsidiebeheer bij VWS antwoordt de minister dat bij VWS het subsidiebeheer al jarenlang een aandachtpunt is.
De voorzitter:
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier over het jaarverslag van Financiën.
De heerVan As(LPF)
Ik kom toe bij de beleidsambtenaren bij Financiën en de belastingdienst. De minister antwoordt dat de belastingdienst in zijn geheel wordt beschouwd als uitvoerend. Wij kunnen ons voorstellen dat er bij de belastingdienst adviseurs, beleidsmedewerkers en managers rondlopen. Misschien is het goed dat wij inzage krijgen in hoe de minister het beperkt tot de uitvoerende dienst. Ik neem aan dat het niet alleen lijnwerk is. Het is goed om erover te praten hoe ook op andere vlakken tot efficiencyverbeteringen kan worden gekomen. Ik wil tevens weten hoe de minister de rol van de belastingdienst/FIOD ziet. Moeten de controlerende taken verder worden geïntensiveerd in relatie tot de opbrengsten? Zitten wij aan onze taks of zijn de perceptiekosten hoger dan de opbrengst? Het is goed om daarover wat te horen.
De minister geeft in het financieel jaarverslag van het Rijk aan dat op basis van het Hoofdlijnenakkoord de jaarlijkse groei...
De voorzitter:
Hier geldt hetzelfde als bij het voorgaande.
De heerVan As(LPF)
Ik moet het hierbij laten.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister van Financiën voor de beantwoording. Ik heb de commissie ruim de tijd gegeven voor de inbreng in eerste termijn. Het lijkt mij dan ook verstandig af te zien van een tweede termijn. Nadere vragen kunnen via interrupties worden gesteld.
MinisterZalm
Voorzitter. Ik ben blij hier weer te zijn, aan de andere kant van de tafel. Ik heb overigens nooit aan de andere kant van de tafel mogen zitten. Fractievoorzitters zitten in geen enkele commissie, behalve in die zeer geheime commissie waarin sommige fractievoorzitters zitten.
Ik ben het eens met de heer De Nereé over de opmerking over dechargeverlening. Dat was een frivoliteit van mijn ambtsvoorganger. Ik ben overigens blij dat mijn ambtsvoorganger lof krijgt toegezwaaid voor zijn goede begroting 2003. Het is jammer dat hij die niet zelf in ontvangst kan nemen. Ik stel mij overigens tot doel om ook bij de verantwoording over 2003 dezelfde lof toegezwaaid te krijgen als de heer Crone aan de heer Hoogervorst heeft gegeven.
Inzake lasten en de fiscale regelgeving zal ik nagaan of wij ook het jaar 2002 in beeld kunnen brengen. Ik heb dat op dit moment niet paraat. Wij hebben nieuwe nulmetingen gedaan, die in principe onder regie van Actal worden gedaan met de rekenmethodiek van Actal. Wij hebben geconstateerd dat er sprake is van nogal wat blinde vlekken. Het toezicht op de financiële markten is nog niet gekwantificeerd, terwijl daar de administratieve lastendruk in de afgelopen jaren behoorlijk is opgelopen, overigens op goede gronden en met instemming van de commissie. Dat is een onderwerp dat wij moeten completeren. Ik kom apart te spreken over de administratieve lastendruk, eerst met een plan van aanpak en later met de beloofde plafonds per departement. De rekenmethodiek is die van Actal. Ik geloof niet dat die alles precies narekenen. Het gaat om een uniforme standaard. Wij kunnen aangeven wat een beperking van de regelgeving inhoudt voor beperking van de administratieve lastendruk.
Er is terecht opgemerkt dat Financiën een behoorlijke veroorzaker van administratieve lastendruk is. Wij kennen de getallen nog niet van de financiële markten. Van de belastingdienst kennen wij die wel. Die zat, de laatste keer dat ik het zag, aan tegen 20% van de totale administratieve lasten. Daar liggen zeker mogelijkheden om er iets aan te doen. Het mes kan daarbij aan twee kanten snijden. Als iets wordt vereenvoudigd, beperkt dat de administratieve lastendruk en draagt het bij aan de taakstelling van de belastingdienst qua personeelsvolume. Dat geeft een extra incentive voor ons departement om kritisch te kijken naar de mogelijkheden.
De heer De Nerée stelt dat bij de conclusies de follow-up ontbreekt. In de conclusies staat soms iets over een follow-up. Als de conclusie positief is, is er overigens niet zoveel follow-up nodig. Als de euro eenmaal is ingevoerd, heeft dat weinig follow-up. Een kritisch punt, waar wij ook wat aan willen doen, ligt bij de publiek-private samenwerkingen. Wij willen bekijken hoe wij die weer op gang kunnen krijgen. Daarvoor zijn nieuwe plannen in ontwikkeling. Ik kom daar graag een keer bij de Kamer op terug.
Inzake de belastingdienst en de dienstverlening het volgende. De belastingdienst heeft inmiddels twee taakstellingen bovenop elkaar gekregen. Dat neemt een behoorlijke omvang aan. Dat betekent ook dat kritisch gekeken moet worden naar allerlei services die worden verleend. Wij proberen het goede imago van de belastingdienst overeind te houden, ook bij het publiek. Gelukkig werkt het publiek mee om de problemen te verlichten doordat een steeds groter getal burgers inkomstenbelastingaangifte per diskette doen. Dat is een aanzienlijke verlichting van de lasten voor de belastingdienst. Inmiddels zitten wij op 75, een opmerkelijk hoog percentage.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Ik heb het punt van de dienstverlening aangekaart omdat te zien is dat bepaalde organisaties bij een taakstelling juist die dingen aanpakken die het in de publiciteit goed doen, in de zin dat het negatief uitvalt. Bij de omroepen wordt op de orkesten gekort. Dat zijn niet de dingen waaraan je het eerst kunt denken. Vandaar dat ik er aandacht voor vraag.
MinisterZalm
Zeker. Ik zou eerder aan de topsalarissen denken! Dit is niet de strategie. De mensen die bij de dienst werken, hebben liefde voor de dienst. Die willen graag een goede publieksrelatie houden. Als er een dienst is die weet dat aan een vastgestelde taakstelling niet te ontkomen is, is het overigens wel de belastingdienst. Ook in strategische zin heeft dat niet zoveel nut. Wij proberen wel bij de invulling van de taakstellingen de belastingopbrengst niet in gevaar te brengen. Dat is essentieel. Anders spannen wij het paard achter de wagen. Er liggen vrij forse taken in de boeken. Wij zijn volop bezig om te bezien hoe een en ander ingevuld kan worden door wijziging van regelgeving, gebruikmaking van digitale mogelijkheden en het vereenvoudigen van regels. Ik zal de commissie daarvan uitvoerig verslag doen als dit verder is uitgewerkt.
De heerVendrik(GroenLinks)
Daar nemen wij graag kennis van. Het lijkt erop dat taakstellingen voor zo'n belangrijke dienst als de belastingdienst maatgevend worden voor fiscale wetgeving. Dan zijn wij een heel eind van huis.
MinisterZalm
Dat is mij niet onaangenaam als het een beetje druk geeft op het beperken van allerlei nieuwe toeters en bellen. Wij zullen in het vervolg duidelijke prijskaartjes presenteren als de Kamer een amendement indient dat uitvoeringslasten met zich brengt. Er moet dan niet alleen binnen het belastingplan compensatie gevonden worden. Ook de uitgaven die ermee gemoeid zijn, moeten in rekening worden gebracht en gedekt. Dat zou een manier zijn waarop de Kamer haar budgetrecht volledig overeind houdt. Ik kan dan niet tegenwerpen dat het amendement niet kan omdat het uitvoeringskosten met zich brengt. De Kamer moet dan naast een amendering in de fiscale sfeer ervoor zorgen dat de ermee gemoeide uitgaven ook worden gedekt. Dan hanteren wij de spelregels weer op de goede manier.
De heerVendrik(GroenLinks)
De minister draait het om. Er is een dubbele taakstelling voor de belastingdienst. Zonder aanvullend argument dwingt dat volgens de minister, op zichzelf staand, tot een fiscale verandering onder de titel vereenvoudiging. Daarmee is het hetzelfde als met mooi weer. Daar is namelijk niemand tegen. Wij maken hier echter fiscale systemen met elkaar die ook nog iets te maken hebben met rechtvaardigheid en billijkheid. Dat brengt soms een zekere complexiteit met zich. Dat vinden wij aanvaardbaar omdat het een hoger doel dient, namelijk een belastingmoraal die gegrondvest kan zijn op een zekere rechtvaardigheid. Ik vind het dus wat gemakkelijk om fiscale vereenvoudiging puur te scharen onder het motto van de dubbele taakstelling: er moeten ambtenaren uit en dus worden de regels aangepast.
MinisterZalm
Ik zal niet met grote denivelleringsplannen komen en vervolgens tegen de heer Vendrik zeggen dat ik dat doe vanwege de vereenvoudiging. Het politieke debat moet volop mogelijk blijven. Ik vraag er enig begrip voor dat de afspraken bij het Hoofdlijnenakkoord globaal van aard zijn. Het verkiezingsprogramma van GroenLinks kent ook taakstellingen, wellicht wel bij de belastingdienst en het personeel daarvan. Wij kunnen niet zeggen pas een besluit te zullen nemen over de taakstelling als de wijziging van het belastingsregime zodanig is geregeld dat wij weten dat de besparing mogelijk is. Het is een inspanningsverplichting. Wat mij betreft is het ook een resultaatsverplichting. Ik zeg toe dat de opbrengstenkant goed overeind zal blijven. De publieke voorzieningen moeten daaruit worden gefinancierd. Straks gaat ook de premie-inning over naar de belastingdienst. Die kernfunctie moet dus goed overeind blijven. Verder komen wij met voorstellen over vereenvoudiging, die vervolgens ter beoordeling van de Kamer zijn. De heer Vendrik kan er dan een oordeel over geven. Het is ook niet zo dat iedere vereenvoudiging tot grotere onrechtvaardigheid leidt. Dat is niet per definitie het geval.
De heerVendrik(GroenLinks)
Ik begrijp uit deze toelichting dat wij een prettig debat met elkaar gaan voeren. Het woon-werkverkeer voor de leasebak kunnen wij vereenvoudigen langs de rechtse route, maar wij kunnen ook de auto van de zaak gewoon als loon in natura beschouwen. Dat laatste is buitengewoon eenvoudig. Het is heel scherp en heel helder. Het levert veel minder regels op. Dat debat kunnen wij uitvoerig met elkaar voeren.
MinisterZalm
Ik verheug mij daarop. Ik heb dan ook nog ondersteuning van de staatssecretaris. Dan wordt het nog gezelliger.
Er ligt een voornemen om Domeinen om te zetten in een agentschap. Wij willen dat tot een zakelijk gerunde tent maken. Dat lijkt mij goed. Wij gaan proefdraaien om te bekijken of wij daadwerkelijk een baten-lastenstelsel kunnen realiseren. De evaluatie van het proefdraaien is voorzien op 1 november. Dan moet het financieel beheer ordelijk en controleerbaar zijn. Zo hoort het. De heer De Nerée merkte op dat wij nog niet helemaal rond zijn. De hoop is dat wij op korte termijn in de opmerking van de Rekenkamer kunnen voorzien. Wij willen het agentschap inzetten per 1 januari 2004. Ik moet bij de begroting zekerheid hebben of een en ander adequaat is. Als dat niet zo is, zal het agentschap op een later moment ingaan. Wij hebben vanuit het ministerie van Financiën steeds gezegd dat een komend agentschap bewezen moet hebben goed te kunnen draaien met een goed systeem. Men moet aan de eisen kunnen voldoen. Dat geldt ook voor ons eigen departement. Als ik in augustus tot de conclusie kom dat er onvoldoende grond is om een agentschapsformule bij Domeinen toe te passen, zal dat niet doorgaan. Wij zullen dan uitstel moeten bedingen.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
De Kamer heeft het automatisme uitgesteld dat het een agentschap zou worden. Het irriteerde dat het een automatisme zou zijn geworden als de Kamer niets gedaan zou hebben. De Rekenkamer geeft immers aan dat er nog het nodige te doen is. Er moet ook nog een evaluatierapport komen.
MinisterZalm
Ik kan mij die ergernis volledig voorstellen. Ik bied daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Als wij in de toekomst een voorstel aan de Kamer doen en voorleggen of iets een agentschap mag worden, moet de boel ook op orde zijn. Het mag niet automatisch ingaan. De Kamer moet zich ervan kunnen vergewissen dat de zaak op orde is. Dit schoonheidsfoutje neem ik graag voor mijn staatsrechtelijke verantwoordelijkheid.
Bij de belastinguitgaven volgen wij de redeneerlijn dat Financiën weliswaar een belastinguitgave uitvoert, maar dat de beleidsverantwoordelijkheid ligt bij het departement en dat die ook de evaluatie moet doen. Ik begin steeds meer te aarzelen of dat wel een goede aanpak is. Misschien moeten wij die evaluaties doen. Het is ten slotte onze "business" om het uit te voeren. Vervolgens houdt een ander daar vrolijk beleidsmatige evaluaties over. Wij hebben echter de verantwoordelijkheid voor de doelmatige en rechtmatige besteding van gelden die uiteindelijk via onze begroting lopen.
De heerCrone(PvdA)
Dat legt de bijl aan de wortel van de beleidsverantwoording. De minister kan toch niet de verantwoordelijkheid voor het werkgelegenheidsbeleid overnemen? Bij een belastinguitgave op het milieu, moet de minister van milieu motiveren dat die uitgave nodig is en beter is dan een subsidie. Hij moet het milieueffect aangeven. Hij moet samen met de minister over rechtmatigheid en de uitvoering overleggen. Als de minister dat naar zich toe trekt, krijgen wij weer de gesel van Financiën die het hele beleid domineert.
MinisterZalm
Ik stel mij voor dat een andere minister opschrijft wat wij willen bereiken. Vervolgens schrijven wij samen op wat wij ervoor gaan doen en wat het mag kosten. Wij evalueren zelf of wij hebben bereikt wat wij wilden bereiken en of wij hebben gedaan wat wij wilden doen. Dat kunnen wij. Wij hebben het nu weggeschoven naar de departementen. Die afstand is te groot. Als de uitvoering en de financiële verantwoording vervolgens bij het departement van Financiën ligt, gaat het op de een of andere manier niet lekker. Het departement denkt: dit is geld dat niet op mijn begroting staat en weggegooid geld is beter dan geen geld. Zij dragen geen budgettaire verantwoordelijkheid. Als wij de discipline er in willen houden, moeten wij op zijn minst een meer gezamenlijke aanpak zien. Misschien dat met die formule zelfs de heer Crone kan leven. Ik denk hier overigens hardop. Als ik ruzie met de Kamer krijg, retireer ik natuurlijk onmiddellijk, althans op dit punt.
Ik zal proberen de uitvoeringskosten systematisch in beeld te brengen bij regelingen. Wij hebben daar intern blijkbaar iets gedaan. Ik weet niet of het voor iedere regeling kan. Er zijn wellicht een aantal zaken waar het misschien lastiger is. Wij zullen zo veel mogelijk proberen, ook bij het overzicht dat wij geven van de belastinguitgaven, om de uitvoeringskosten te geven, bijvoorbeeld als percentage van de belastinguitgaven. Dat is nuttig bij de beoordeling van de belastinguitgaven.
De heer De Nerée heeft gevraagd naar het versterf van bankbiljetten. Hoe staat het ermee? Het is de zeer langjarige ervaring van De Nederlandsche Bank dat uiteindelijk na dertig jaar zo'n 1,2% van de bankbiljettencirculatie verdwenen blijkt te zijn: verloren, in het water gevallen, verbrand, verscheurd of verstopt in een kous. Dat komt neer op 130 mln euro. De techniek van het inboeken bij de winst is dat ultimo 2002 65% daarvan is afgedragen als interim-dividend, dat een kwart ultimo 2007 is afgedragen en dat dit ultimo 2012 het geval is met de laatste 10%. Wat er feitelijk niet is ingeleverd, vormt een aanzienlijk groter bedrag, namelijk 681 mln euro. Wij hebben nog 4% van de waarde in circulatie. In de komende jaren moeten wij van die 4% terug naar 1,2%. Er zullen wel statistici zijn, ook bij De Nederlandsche Bank, die naarmate de tijd verstrijkt kunnen beoordelen of de kans bestaat dat we nog hoger uitkomen dan die 1,2%. Het eerstvolgend tijdstip waarop wij iets van de winst kunnen terugzien, is 2007.
De heer Crone heeft mij aangemoedigd straks een goed jaarverslag op te stellen. Ik heb al toegezegd daartoe de benodigde inspanningen te zullen leveren. Ik zal ook proberen aandacht te besteden aan de beleidskant, hoewel de begroting van Financiën en het beleid op dat punt nogal snel door elkaar lopen, sneller dan bij menig ander departement.
Ik vind ook dat we moeten proberen te voorkomen in het kader van de VBTB steeds meer papier over steeds meer details te laten verschijnen. Ik ga proberen wat dat betreft een draai te maken. Dat spoort met de opmerking van de heer Crone dat wij ook de politieke doelen goed moeten formuleren. Als het niet anders kan, dan moeten het er maar wat minder zijn, ook gelet op al die kleine subdoelen die we apart volgen. Wij moeten meer politieke documenten maken. Mijn voornemen in dat kader is om in de miljoenennota een apart hoofdstuk op te nemen over de beleidsdoelen die het kabinet wil bereiken. Ik ga dan ook in op enkele grote thema's door aan te geven wat wij op die terreinen willen bereiken, met behulp van andere ministeries. Tot nu toe is dat niet gebeurd, maar wij gaan proberen de miljoenennota op dit punt te upgraden en meer te concentreren op de hoofdpunten van het beleid.
Ook binnen het kabinet gaan wij een poging wagen, want het VBTB-proces betreft ook politieke sturing. Het gaat er niet om allerlei interessante details naar voren te brengen. Dan kom je overigens ook terecht bij interne managementsturing en de belastingdienst. Daarover hebben wij ook veel getallen. Misschien is een enkel Kamerlid wel eens geïnteresseerd in details over de belastingdienst, maar dit valt niet snel onder het politieke sturingsbegrip.
Wat betreft de belastingdienst hebben wij nog een vergelijkbaarheidsprobleem met de kengetallen. Wij gaan daar over op het baten-lastenstelsel. Dat is voor de belastingdienst een goede zaak, omdat dan een betere afweging kan worden gemaakt als het gaat om de kosten, samenhangend met investeringen, bijvoorbeeld automatiseringskosten en personeelskosten. Dan kun je een en ander meer bedrijfsmatig benaderen. Dit leidt echter wel tot een breuk met de kengetallen, want je gaat werken met het kostenbegrip, in plaats van het cashbegrip.
Wij hechten uiteraard aan het binnenhalen van het geld. Er is al gewezen op de uitvoeringskosten van de belastinguitgaven, zijnde 82 mln euro. In hetzelfde Rekenkamerrapport staat – die informatie komt ook van Financiën – dat het in 1995 nog maar ging om 20 mln euro, verband houdend met de belastinguitgaven. Dit begint dus een steeds betekenisvoller punt te worden. Ik hoop dat de budgettaire kosten van de uitvoering in de loop der tijd weer afnemen. Ik heb al een specificatie van de uitvoeringskosten toegezegd.
De heer Crone sprak over de tegenvallers bij de VPB. Die worden geweten aan de loonkosten. Hij stelde dat de loonbelastinginkomsten dan hadden moeten stijgen. Hij slaat echter twee stapjes over. In de eerste plaats heb je te maken met een vertraging in de tijd bij de VPB. De loonstijging vorig jaar is vooral bepalend voor de hoogte van de VPB in dit jaar. Daar komt bij dat de loonbelasting niet alleen afhankelijk is van de loonvoet, maar ook van de werkgelegenheid. De loonstijging kan deels leiden tot minder werkgelegenheid. Dan is er overigens sprake van een elasticiteit van -1. Dat is nu niet het geval, maar het leidt ook tot minder inkomsten aan loonbelasting, zeker op enige termijn.
De heerCrone(PvdA)
Het ging mij erom dat dit had moeten worden opgeschreven, want ik had dat ook al verzonnen. Als er staat hoe het komt, terwijl dat evident niet klopt, dan moet je zeggen dat je het niet weet of je moet het ruimer opschrijven. Dan kun je tot controle komen.
MinisterZalm
De medewerkers hebben het gehoord.
De heerCrone(PvdA)
Hebben die het dan opgeschreven? Ik dacht dat u dat had gedaan.
MinisterZalm
Ik kan dat persoonlijk nooit hebben gedaan, want ik was toen nog niet in functie. Overigens worden de belastinginkomsten op allerlei plekken verantwoord, in de Voorjaarsnota, de Najaarsnota en in de Voorlopige Rekening.
De heerCrone(PvdA)
Maar in de procedure is het de bedoeling dat dit het eindverslag is. In de Najaarsnota kan nog worden gesteld dat men het niet weet. Dan is niet eens volledig bekend hoeveel geld er is. Bij de eerste Rekening in het jaar krijgen wij ook altijd vage berichten. In alle voorgaande stukken kan dus worden aangegeven dat men het nog niet weet. In dit stuk moet echter de eindanalyse volgen.
MinisterZalm
Dat klopt. U heeft gelijk.
Dan het gestelde over btw, alcohol en tabak. Dat betreft het punt van de verslavende consumptieartikelen. Die blijven altijd redelijk goed overeind. Daar gaan mensen mee door, zelfs als de totale consumptie tegenvalt. Het gestelde op dat punt is niet met elkaar in strijd. Als de btw-inkomsten dus tegenvallen, dan kun je de zaak met behulp van de alcohol- en de tabaksaccijns nog een beetje overeind houden.
Het baten-lastenstelsel. Het is treurig dat ik het moet zeggen, maar ik ben het wat dat betreft goeddeels eens met de heer Crone, ook al maakt hij deel uit van de oppositie. Wij moeten daar nog eens kritisch naar kijken. Wij waren voornemens – de Rekenkamer zit er ook nog op – dit stelsel in alle bloed- en haarvaten van de Rijksdienst door te voeren. Tegelijkertijd stelt het departement dat dit niet zoveel betekenis heeft en dat wij er niets wijzer van worden, terwijl het een enorme omschakeling betekent. Ik moet het nog aan de ministerraad voorleggen, maar ik ben mij momenteel aan het herbezinnen op de vraag of wij die integrale doorvoering nog wel moeten willen. Wellicht kunnen wij het toespitsen op bedrijfsmatig gerunde onderdelen van de overheidsdienst die voorts nog in betekenende mate met investeringen te maken hebben. Dat zou een heroverweging betekenen van de eerder aangekondigde integrale doorvoering van het baten-lastenstelsel. Wij moeten de kosten en baten wat dat betreft opnieuw afwegen. Ik kom wellicht terug op mijn eigen brief uit het verleden. Als minister, die al zo lang zit, moet je af en toe je eigen uitspraken durven corrigeren. Dat zou hier wel eens kunnen gebeuren, want als je acht jaar lang hetzelfde blijft beweren, ongeacht wat er gebeurt en wat er op je afkomt, dan ga je disfunctioneren.
Wat betreft de benzinemarkt zal de heer Crone begrijpen dat wij nog niet kunnen meten, gelet op het proces dat gaande is en de tijd die nodig is om te bezien wat er in deze markt gebeurt, hoe het staat met de effecten op de prijs en de concurrentie. Zodra wij verder in de tijd zijn, zullen wij dat natuurlijk doen.
Ik dank de heer Vendrik voor zijn welkomstwoorden. Hoe moet je omgaan met tegenvallers? Hij gaf twee methoden aan. De eerste houdt in dat de belastingsystemen zo robuust moeten worden gemaakt dat er maar weinig tegenvallers zijn. Dat is ons in ieder geval gelukt met box 3 en de behandeling van het vermogen. Het was namelijk heel afschuwelijk geweest als er een vermogenswinstbelasting zou zijn gekomen. Die component is in ieder geval iets robuuster dan sommige partijen voor stonden.
De tweede benadering houdt in dat je je niet te veel moet aantrekken van de belastingontwikkelingen. In dat kader wees de heer Vendrik op het verschil tussen Balkenende I en Balkenende III. Kijk je naar wat nu voorligt, dan is er nog een zekere marge om de automatische stabilisatoren te laten werken. Er zijn twee begrenzingen aangeduid. Als je dicht bij de 3 komt, dan moet je opnieuw kijken. Mede dankzij het steviger pakket zitten wij in het tijdpad behoorlijk onder de 2,5 en de 3. Dat geeft enige marge. Het tweede criterium is dat je moet voldoen aan de Europese eisen met betrekking tot de structurele component van het begrotingstekort. Ik heb de Kamer het aangepaste stabiliteitsprogramma inmiddels toegestuurd. Daaruit blijkt dat we in 2005 in structurele termen weer binnen de close-to-balanceformules van de Commissie zitten. Dat geeft enige marge om actuele belastingtegenvallers niet onmiddellijk te hoeven te compenseren door middel van beleid, zo lang de structurele lijn blijft zoals die nu is volgens de planning. Ten tijde van Balkenende I was de lijn dat wij, zodra we door de nul heen schoten, moesten gaan corrigeren. Er is nu sprake van een relaxtere opvatting over hoe je met belastingtegenvallers omgaat dan in het vorige Strategisch akkoord.
De heerCrone(PvdA)
Even iets over het bedrijven van eerlijke politiek. In januari riepen sommigen dat er naar de structurele cijfers en de structureletekortbenadering van de Europese Commissie moest worden gekeken. Dat werd onzin gevonden. Er zou nieuw beleid komen. De actuele cijfers moesten worden gepubliceerd, omdat het om de feitelijke tekorten ging. Nu houdt u een verhaal, evenals vanmorgen in het Financieele Dagblad, waaruit ik moet concluderen dat het inmiddels weer anders is en dat datgene wat u nu zegt weer prima in elkaar zit. Dat is voor de burger toch niet helder? Eerst zegt u dat er niets terecht zal komen van al die rare berekeningen over structurele tekorten en dat er naar de feitelijke tekorten zal worden gekeken. Dat is een vrij letterlijk citaat van uw opmerkingen van voor de verkiezingen. Nu is het opeens allemaal weer anders.
MinisterZalm
Neen, de doelstelling waar wij ons ex ante op richten, is evenwicht op de begroting. Dat hebben wij in het regeerakkoord niet gehaald, want wij zijn op 0,5% blijven steken. Dat moeten we erkennen. Het plan dat erachter zit, via een behoedzaam scenario zorgen dat het tekort zo laag mogelijk is, blijft wel overeind. Dat blijft een acceptabele benadering. Vervolgens is de vraag wat je gaat doen als zich een belastingtegenvaller of -meevaller voordoet. Mijn lijn is altijd geweest dat je je dan niet al te nerveus moet maken, zij het dat je de eisen die Europa stelt – zowel als het gaat om het plafond waar je niet doorheen mag als om de structurele reductie waarvoor je moet zorgen – moet proberen te realiseren. Om in 2005 structureel beneden een tekort van 0,5% uit te komen, moet je een behoorlijke inspanning doen in termen van ombuigingen. Je hebt dan niet al te veel ruimte om te gaan jubelen over bepaalde zaken. Ik begrijp overigens niet waar het conflict nu precies over gaat.
De heerCrone(PvdA)
U stelt dat er zoveel mogelijk wordt gedaan, gelet op de automatische stabilisatoren. Er wordt naar het structurele tekort gekeken. Er wordt mooi op het Europese pad gebleven. Vervolgens is er ruimte om een en ander te laten schommelen. De politieke consequentie van een en ander is dat u inzet op een feitelijk tekort van 0,5%, maar dat het de facto wel 1% kan worden. U bent dan mijn man, want ik vind dat goed.
MinisterZalm
Neen, want u had ex ante al op die 1% willen zitten. Dan krijg je echter te maken met een tijdpad waardoor je snel in de gevarenzone komt.
De heerCrone(PvdA)
U kunt uw beleid niet verdedigen met de stelling dat een ander het nog slechter wilde. Overigens klopt het ook niet, want wij hebben nooit willen sturen op een feitelijk tekort, maar op een structureel tekort. Dat doet u nu.
MinisterZalm
Tel uw zegeningen, maar voor 2007 heb ik wel altijd een doel willen stellen, uitgaand van een behoedzaam scenario. Dat hebben wij nu gepresenteerd. Dat is dat halve procent. Wij vinden dat nog net acceptabel. Daar hebben wij dit stevig en heel ingrijpend beleidspakket op gebaseerd. Er is sprake van behoorlijk wat ombuigingen en nauwelijks enigerlei vorm van lastenverlichting. Die lastenverlichting is zelfs kleiner dan de eigen risico's en de pakketverkleining tezamen. Het is een heel stevig pakket. Daardoor hebben wij straks enige speelruimte ten opzichte van die echt harde bovengrens waar de Duitsers en de Fransen overigens al doorheen zijn. Wij hebben dan enige marge ten opzichte van de bovengrens, waardoor wij niet elke keer nerveus hoeven te worden van een nieuwe belastingraming. Je moet wel in de gaten houden of het conjunctureel of structureel is. Nederland moet een en ander binnen de kortste keren in structurele zin op orde brengen. Zoals het er nu naar uitziet, kunnen wij dat in 2005 laten zien, vanwege de stevige aanpak die wij voor de eerste twee jaar kiezen. Met een luchtiger aanpak hadden wij dit in 2005 niet kunnen laten zien. Dat kom je in de problemen, gelet op de reductietaakstelling van dat halve procent, afgesproken in het kader van het Stabiliteitspact. Wij doen overigens niet veel meer dan wat Europa van ons vraagt. We zitten redelijk safe wat betreft het plafond, maar dat halve procent reductie per jaar is niet bepaald royaal. Omdat wij echter in 2005, in de Europese terminologie, structureel voldoende op orde zijn, kunnen wij dat nog met enig fatsoen presenteren.
De heerVendrik(GroenLinks)
Het ging mij om het eerste punt in het debat. Het begrotingsbeleid is mij dierbaar, maar het eerste punt had betrekking op de vraag wat je leert van de dip in de belastingontvangsten over 2002. De minister spreekt over een robuuste heffing en over box 3, maar ik heb de indruk dat de heffing via box 3 in de totale belastingontvangsten slechts een geringe rol speelt. Om dan te roepen dat er sprake is van een robuuste belastingmix, terwijl de VPB numeriek en verhoudingsgewijs een veel groter gewicht in de schaal legt, is wat overdreven. Wat betreft de VPB is geen sprake van een robuuste, maar van een forfaitaire heffing. De vraag is even of als de analyse aangeeft dat het alle hens aan dek is in de komende jaren voor de belastingontvangsten, waar een geweldig gat in wordt geschoten, de minister naast het begrotingsbeleid iets anders gaat doen. Hij kan bijvoorbeeld de belangrijkste ontvangsten detecteren en bezien wat de risico's zijn voor grondslagversmalling in de komende jaren. Dat is het structurele beeld van de belastingontvangsten. Wij weten bijvoorbeeld van de hypotheekrenteaftrek. Het CPB waarschuwt dat het daarbij helemaal fout gaat de komende jaren. De grondslagversmalling neemt hand over hand toe.
MinisterZalm
Die is wel robuust en niet erg conjunctuurgevoelig.
De heerVendrik(GroenLinks)
Het een maakt niet dat het ander goed is. De vraag is wat je hiervan leert.
MinisterZalm
De winst is de sluitpost van de onderneming. Een belasting die op winst is gebaseerd zal dus per definitie sterk fluctueren. Wij hebben jaren gehad waarin wij meer dan 4% van het BBP aan VBP binnenkregen. Dat loopt natuurlijk hard terug. Ik denk dat het onvermijdelijk is, tenzij wij ondernemingen ongeacht hun winst aanslaan. Dat heeft zo zijn bezwaarlijke aspecten. Ik vind het vennootschapsbelastingtarief dat wij heffen een redelijk tarief. De winst is per definitie sterk conjunctuurgevoelig. Het is de sluitpost van het ondernemingsresultaat. Ik kan die niet robuuster maken dan door 35% te heffen. Wij hebben de"carry back" en de "carry forward". Dat kan een beetje helpen om dingen uit te smeren in de tijd. Ik zie echt geen mogelijkheid. Dan kom je automatisch bij het tweede deel van de redenering. In hoeverre kan door het trendmatige beleid ervoor gezorgd worden dat het beleid niet van dag tot dag beïnvloed wordt door mee- en tegenvallende belastingopbrengsten? Ik hoor geen concrete suggesties van de heer Vendrik om conjunctuurgevoelige belastingen minder conjunctuurgevoelig te maken. Ik zie ze niet. Wij kunnen debatteren over de vraag of de hypotheekrenteaftrek een goede regeling is. Het is niet iets dat sterk met de conjunctuur fluctueert.
De heerVendrik(GroenLinks)
Dit debat is interessant. Het vorige kabinet had het idee om belastingontvangsten minder conjunctuurgevoelig te maken door forfaitaire heffingen. Daar heb ik zo mijn opvattingen over. Een ander punt is, als gesignaleerd wordt dat het begrotingsbeleid buitengewoon gevoelig blijkt, of het nodig is om in structurele zin, gelet op de taakstelling in verband met het Stabiliteitspact, uit te kienen wat de problemen zijn als het gaat om, bijvoorbeeld, de grondslagversmalling. Ik ben erin geïnteresseerd of de overheid extra inspanningen levert waar men risico loopt op dit vlak. Nu wordt de analyse iets te gemakkelijk in de conjuncturele sfeer getrokken. Dat is ook een debat waard. Nu wordt vastgesteld dat het net is als met slecht weer. Er is niets aan te doen. Even wachten. Morgen schijnt de zon weer. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Nu het structurele verhaal. Dat komt neer op een goede analyse van de structurele dreiging van grondslagversmallende ontwikkelingen.
MinisterZalm
Zeker. Wij houden dat ook bij. Niet iedere grondslagversmallende ontwikkeling moet worden gekeerd door het schrappen van die versmalling. Het leidt niet automatisch tot de enige politieke conclusie dat de voorstellen van de heer Vendrik dus de juiste voorstellen zijn.
De heerVendrik(GroenLinks)
Als wij het eens zijn over de dreiging die de komende jaren uitgaat van tegenvallende belastinginkomsten in structurele zin op het begrotingsbeleid, kan ik mij voorstellen dat wij een mooi debat voeren over de oplossingen. Die kunnen verschillen. Dat is het mooie aan een democratisch debat.
MinisterZalm
Kijkende naar het totale belastingstelsel, zitten wij nog steeds op een langetermijnprogressiefactor van 1. Het is niet zo dat in het stelsel systematisch, zonder tariefmaatregelen, de totale belastingopbrengst achterblijft bij de groei van het BBP. Voor de lange termijn is het geen onhoudbaar stelsel waarin steeds minder binnenkomt als percentage van het BBP. Dit als relatievering van de opmerking van de heer Vendrik.
Ik kom te spreken over de lage btw op arbeidsintensieve diensten. Ik vermoed dat alles wat de heer Vendrik heeft gezegd waar is. Ik denk dat de verklaring simpel is. Het stuk dat wij bespreken is dan ook geschreven voordat het debat met de staatssecretaris is gevoerd. Het CPB komt binnenkort met een "second opinion". Die zullen wij ongetwijfeld in deze club bespreken in het licht van de te trekken conclusies. Ik kan de voormalige staatssecretaris nog in bescherming nemen. Het is niet zo dat hij eerst iets gezegd had en dat daarna iets anders is opgeschreven.
De heerDe Nerée tot Babberich(CDA)
Ook als blijkt uit het CPB-rapport dat het effectief is, blijft de vraag in hoeverre er binnen Europa draagvlak bestaat om deze maatregel te verlengen. Daarvoor is unanimiteit nodig. Die was in het verleden vrij moeilijk te krijgen. Met veel moeite is de zaak een jaar verlengd. In hoeverre creëren wij hoop die er niet is?
MinisterZalm
Commissaris Bolkestein is tot de conclusie gekomen dat de experimenten in de diverse landen zijn mislukt. Dat blijkt uit het onderzoek dat door de Commissie is gedaan. Wij zullen onze positie nog moeten bepalen. Ik kan niet helemaal overzien hoe de opinie in de diverse landen ligt. Die discussie zal binnenkort wel gevoerd worden in de Ecofin-raad. De commissie krijgt mij vooraf te spreken. Dan praten wij over inzet van de Nederlandse regering. De heer De Nerée heeft overigens gelijk. Er hoeft maar een van de vijftien landen nee te zeggen en voet bij stuk te houden – wat niet iedereen altijd doet – en dan is het voorbij. Dat is waarschijnlijk een minister van Financiën die in zijn eigen land geweigerd heeft. Als die van goede moed is en voet bij stuk houdt, is het afgelopen. Wij komen daar later op terug.
Ik heb al gesproken over de belastinguitgaven. Er zijn er meer en meer die wij budgetteren. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de WBZO. Zoals bekend is dat een vrij grote. Ook de evaluatie op effectiviteit moet systematisch plaatsvinden. Financiën moet daarbij iets meer het voortouw nemen, samen met de andere departementen.
Ik kom bij het toezicht op de financiële departementen. Het verhaal van de heer Vendik is hartstikke leuk. Wij kunnen dan immers ingaan op wat er zoal actueel speelt inzake pensioenfondsen en problemen. Hier gaat het echter over evaluatie van beleid dat onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van het ministerie valt. Wij moeten een scheiding tussen het onafhankelijk toezicht door de PVK en de Autoriteit financiële markten maken en de rol van het ministerie. Er was sprake van "major events". Die hebben vooral de toezichthouders beziggehouden. Dat is bij uitzondering iets, tenzij het leidt tot de notie dat de wetgeving anders moet, dat in het jaarverslag thuis hoort. Wij hebben immers aparte jaarverslagen van de PVK en de Autoriteit financiële markten en De Nederlandsche Bank. Daar is de beste plaats om dit soort meer romantische onderdelen van het toezicht financiële markten en de wat meer heftige onderdelen te beschrijven en te verantwoorden wat de toezichthouder heeft gedaan. Als daarbij ook naar voren komt dat de wetgeving of de regelgeving tekortschiet, moet het in de voorliggende verantwoording opgenomen worden. Dan kan een link gelegd worden tussen een actuele gebeurtenis en de conclusie dat de wetgeving of de regelgeving tekortschiet. Wij moeten proberen het jaarverslag te laten sporen met de verantwoordelijkheden die de minister/het ministerie heeft.
De heer Van Beek heeft gevraagd of de VBTB tot te veel papier leidt. Daar ben ik al op ingegaan. Wij moeten proberen de papiermassa terug te dringen en meer op hoofdprioriteiten en politieke doelen te focussen. Wij zullen tevens kritisch kijken naar het openeindekarakter van de inkomstenkant. Het kan heel goed een onderdeel zijn van een evaluatie van de belastinguitgaven.
De overschrijding bij de belastingdienst met 11%, waaraan een prachtige beschouwing is gewijd, is minder romantisch dan gedacht. Een belangrijke component is de heffings- en invorderingsrente. Dat vormt bijna de helft van de overschrijding. Er is meer uitbetaald. Een ander punt is dat de heer Atsma met medewerking van de Kamer een korting van 32 mln euro heeft aangebracht bij de belastingdienst omdat hij ruzie had over de omroepbijdrage met de toenmalige minister van Financiën. De extra storting bij de omroepbijdragen heeft hij uit wraak voor mijn onwil gekort op de belastingdienst. Dat is later teruggedraaid. Een andere post heeft te maken met de CAO 2002. Dat is een loonbijstelling van 66 mln euro. Ook is een overschrijding te vinden van 22 mln euro bij de investeringen in de ICT-sfeer bij de belastingdienst. Dat is de enige reële component in dat grote bedrag. Het staat overigens allemaal in de tekst. Ik merk overigens dat de mensen van de commissie het alleen zien als het in tabellen staat. Ik lees zelf ook alleen maar tabellen. Tekst is alleen opvulsel. Een overschrijdingsanalyse waarin de loon- en prijsbijstelling wordt vermeld en een aantal andere grote posten kan inzichtelijker worden getoond. Ik heb niemand hoeven ontslaan. Zo groot bleek de ellende niet te zijn.
De heerVan Beek(VVD)
Ik had die post wel gevonden. Ik ben blij als die in het vervolg in een tabel staat. Ik wil inzicht krijgen in hoeverre er op tijd sturingsinformatie is en er tussentijds wordt bijgestuurd. Het mag niet een kwestie zijn van netjes weergeven aan het einde van het jaar. Het moet gaan om leidinggeven aan het proces.
MinisterZalm
Dit valt binnen de eindejaarsmarge van de belastingdienst. Daar moeten wij niet panisch over doen. Ik vind het nooit erg als wij iets overhouden. Dan wordt het weer toegevoegd. Wij hebben bij de eindejaarsmage de mogelijkheid om 1% vooruit te lopen. Het blijft binnen de 1%-marge van de belastingdienst. Het gaat om drie mld euro. 1% daarvan is 30 mln euro. De belastingdienst loopt 20 mln euro vooruit op de begroting van het volgende jaar. Het gaat daarbij vooral om investeringen. Dat is niet iets om te dramatiseren. Van maand tot maand wordt het kaspatroon van alle departementen bijgehouden, inclusief dat van het ministerie van Financiën.
De heerVan Beek(VVD)
Heeft de minister het in de hand, kijkend naar het eerste halfjaar?
MinisterZalm
Dit hebben wij altijd redelijk goed in de hand gehad, op die kleine 1% na. Dat vind ik niet zo'n probleem. Dat moet kunnen. Je kunt een bedrijf niet precies met de jaargrens runnen. Precies daarom is er de eindejaarsmarge. Ik heb nooit het gevoel gehad dat de begroting van Financiën niet in de hand werd gehouden.
De heer Van As heeft de zaak iets breder getrokken dan het hoofdstuk van Financiën. Ik heb al iets gezegd over hoe wij omgaan met de begroting in de VBTB-benadering. Wij willen het wat politieker. Zijn opmerking over taak en omvang zal een follow-up krijgen. In het Hoofdlijnenakkoord wordt gesproken over een takenoperatie en over de organisatie van de rijksdienst. Ik heb daarover met mijn collega van BVK gesproken. Er liggen raakvlakken tussen de taak van Binnenlandse Zaken en de taak van het ministerie van Financiën. Het is niet zo dat het grootste deel van de begroting opgaat aan kosten van departementale ambtenaren. Dat is relatief een klein deel van het budget. Daar zit een vrij forse taakstelling in, gezien wat in het vorige Strategisch akkoord is opgenomen en de aanscherping van het akkoord. De meeste departementen zitten boven de 10% aan taakstelling van inkrimping van departementaal personeel, sommige zelfs aanzienlijk daarboven. Zelfs uitvoerende diensten zitten behoorlijk in de taakstellingen. Dat is een grote uitdaging voor een manager van een uitvoerende dienst. Rond de omvang, de taken en organisatie en eventuele doublures zal het nodige gebeuren. De departementen zullen voelen dat de taakstellingen behoorlijk pittig zijn. Wij zullen bekijken of door het wegsnijden van overlap of samenwerken verdere efficiencyslagen gemaakt kunnen worden zonder de kerntaken te verwaarlozen. Wij kennen al enige jaren de Algemene bestuursdienst. Dat leidt tot veel minder krampachtigheid in de verhouding tussen departementen. Er bestaat een grotere neiging om samen dingen te ondernemen en zaken te "poolen". Toen ik terugkwam op het departement was tot mijn verrassing de afdeling publieksvoorlichting uit het departement verdwenen en naar Postbus 51 overgeheveld. Dat zou tien jaar geleden ondenkbaar zijn. Wij hebben altijd een eigen publieksvoorlichting gehad. Meer van dit soort operaties zijn denkbaar en noodzakelijk wil je die taakstellingen op een fatsoenlijke manier invullen.
Bij de EU-aanbestedingen heeft het ministerie van Financiën een of twee keer per ongeluk iets vergeten. Dat mag zeker op ons departement niet voorkomen. In bredere zin zal er ook aandacht aan worden besteed op andere departementen.
Wat betreft inkopen zit er een aanstellinkje in het nieuwe Hoofdlijnenakkoord voor professioneel inkopen en aanbesteden. Ik hoop dat wij daarbij niet op een eenvoudige versleuteling volgens de materiële uitgaven komen. Ik probeer een plan van aanpak voor elkaar te krijgen. De minister van Economische Zaken moet dat primair ontwikkelen. Ik steun hem daarin, zodat wij een plan van aanpak krijgen dat op de inhoud ingaat in plaats van een eenvoudig vehikel om taakstellingen over departementen uit te smeren. Dat hebben wij al via een prijsbestellingskorting gedaan en een personeelskorting. Het moet iets worden dat leidt tot kostenvoordelen door een en ander handiger in elkaar te steken.
Wat lopen er voor beleidslieden rond in de belastingdienst? Ik kan daarover zeer geruststellende woorden spreken. Er werken ongeveer 30.000 ambtenaren bij de belastingdienst, waarvan 120 vallen onder de typering beleidslieden. Totaal werken er op het departement, inclusief secretaresses en andere uitvoerende ambtenaren, niet meer dan 180 ambtenaren. Dat waren er in 1990 nog 450. De top van de belastingdienst is behoorlijk afgeslankt. Men is veel meer op het veld gaan leunen. Er zijn meer verantwoordelijkheden overgedragen lager in de organisatie. Wat dat betreft is de trap van bovenaf schoongeveegd.
De afweging tussen de laatste belastinginspecteur en de laatste FIOD-inspecteur en de laatste gulden maak ik als volgt. Ik weet niet of de FIOD-inspecteur meer oplevert dan een reguliere inspecteur. De FIOD heeft ook een taak in met name de strafrechtelijke sfeer. Een inspecteur die bij een grote multinational een kleine boekcorrectie doet, levert misschien meer op dan een FIOD-inspecteur die een jaar lang achter iedereen aan zit. Die laatste heeft echter een zelfstandige functie in de rechtshandhaving, gecombineerd met de ECD.
De voorzitter:
Ik sluit de vergadering.
Sluiting 18.05 uur.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Giskes (D66), Crone (PvdA), De Grave (VVD), Hofstra (VVD), De Haan (CDA), Atsma (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Rambocus (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Heemskerk (PvdA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD).
Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Balemans (VVD), Kortenhorst (CDA), Mosterd (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), De Ruiter (SP), Schippers (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Ferrier (CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Bommel (SP), Jan de Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Samsom (PvdA), De Grave (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA) en De Vries (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28880-101.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.