A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD
AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD
1. Hoofdstuk 1, paragraaf 2, eerste alinea, is aangevuld met een
verwijzing naar de OESO aanbeveling van 11 april 1996 ((C96)27/FINAL)
en een verwijzing naar het rapport van het Committee on Fiscal Affairs van
28 april 1998. De oorspronkelijke tekst van deze alinea luidde:
Met ingang van 1 januari 1997 is de fiscale behandeling van criminele
kosten en lasten gewijzigd. Kosten en lasten die samenhangen met een misdrijf
zijn sindsdien van aftrek uitgesloten indien de belastingplichtige terzake
door een Nederlandse strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld,
of met betrekking waartoe met hem een schikking is getroffen.
2. Hoofdstuk 1, paragraaf 2, derde alinea, is aangevuld met een verwijzing
naar de OESO aanbevelingen van 11 april 1996 ((C96)27/FINAL) en 23 mei 1997
((C97)123/FINAL). De oorspronkelijke tekst van de eerste volzin luidde:
Op 17 december 1997 is te Parijs het OESO Verdrag inzake de bestrijding
van buitenlandse ambtenaren bij internationale zakelijke transacties (Trb.
1998, 219), het zogenaamde OESO-corruptiever- drag tot stand gekomen.
3. Hoofdstuk 1, paragraaf 2, vierde alinea en vijfde alinea zijn
naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad toegevoegd.
4. Hoofdstuk 1, paragraaf 2, zesde alinea, is gewijzigd. De oorspronkelijke
tekst van de eerste en tweede volzin luidde:
Het onderhavige wetsvoorstel moet worden gezien als het sluitstuk in een
reeks van maatregelen die er op gericht is om bestrijding van corruptie te
intensiveren. Het voorstel beoogt – in lijn met de OESO-aanbeveling
om aftrek van steekpenningen aan buitenlandse ambtenaren geheel uit te sluiten –
om de aftrek van steekpenningen niet afhankelijk te stellen van een voorafgaande
rechterlijke uitspraak of schikking, maar de aftrek reeds te weigeren indien
het aannemelijk is dat de kosten bestaan uit betaalde steekpenningen.