nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Uitbreiding van de niet-aftrekbaarheid
van kosten en lasten die verband houden met omkoping).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
13 mei 2003
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de niet-aftrekbaarheid
van kosten en lasten die verband houden met omkoping meer in overeenstemming
te brengen met de aanbevelingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt artikel 3.14 als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «en munitie en» vervangen
door: en munitie;.
2. In het eerste lid, onderdeel g, wordt «is afgegeven.» vervangen
door: is afgegeven en.
3. Aan het eerste lid wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
h. giften, beloften of diensten indien aannemelijk is dat sprake is van
een strafbaar feit als bedoeld in artikel 126, eerste lid, 177, 177a, 178,
178a, 328ter, tweede lid, of 328quater, tweede lid, van het Wetboek van
Strafrecht.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,