28 862
Invoering van een bijdrage van de werkgever wiens werknemer op of na het bereiken van de leeftijd van 57,5 jaar werkloos wordt (Wet werkgeversbijdrage werkloosheidslasten oudere werknemers)

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2003

Donderdag 25 september jl. zou de plenaire behandeling van het wetsvoorstel werkgeversbijdrage werkloosheidslasten oudere werknemers plaatsvinden. Deze plenaire behandeling is op verzoek van de voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgesteld in verband met mogelijke alternatieven voor het wetsvoorstel.

Bij indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer heb ik aangegeven te streven naar de inwerkingtreding van het wetsvoorstel op 1 januari 2004. Door uitstel van de inwerkingtredingsdatum treden er besparingsverliezen op. De totale besparingsverliezen variëren voor de periode van 2004 tot en met 2007 van € 4 mln bij één kwartaal uitstel tot circa € 17 mln bij een jaar uitstel.

De herinvoering van sollicitatieplicht voor werknemers van 57,5 jaar en ouder zal op de dezelfde datum inwerking treden als het wetsvoorstel. Indien beide maatregelen worden uitgesteld zullen over de periode 2004 tot en met 2007 de totale besparingsverliezen oplopen van € 11 miljoen bij een kwartaaluitstel tot € 50 miljoen bij een jaaruitstel.

Bij deze brief bied ik u een nota van wijziging aan (28 862, nr. 11), op grond waarvan een uitzondering kan worden gemaakt op de, op grond van de Tijdelijke Referendumwet, vereiste periode van zes weken tussen de mededeling van bekrachtiging in de Staatscourant en het tijdstip van inwerkingtreding. Door deze wijziging is, indien u de parlementaire behandeling hervat en het wetsvoorstel uiterlijk 21 november doorzend naar de Eerste Kamer, de inwerkingtreding van het wetsvoorstel op 1 januari 2004 nog mogelijk.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven