28 848
Goedkeuring van de op 22 april 2002 te Valencia totstandgekomen Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Democratische Volksrepubliek Algerije, anderzijds (Trb. 2002, 121)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 28 mei 2003

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig en voldoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

ALGEMEEN

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden zijn van mening dat de associatieovereenkomsten tussen de EG en derde landen een goede mogelijkheid bieden om naast betere samenwerking, de landen waarmee zo'n overeenkomst is afgesloten effectiever te kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen.

De leden van de fractie van GroenLinks staan in beginsel positief tegenover goedkeuring van de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de EG en haar lidstaten en Algerije. De overeenkomst is van groot belang voor de vreedzame ontwikkeling van een nog instabiele regio. Deze leden hopen dat onderhavige overeenkomst een bijdrage kan leveren aan de economische groei van het land, aan politieke hervormingen en aan verbetering van de mensenrechten. De leden van de fractie van GroenLinks zijn van mening dat de overeenkomst een goed kader kan bieden om de dialoog aan te gaan over de mensenrechtensituatie in dat land. Heeft de politieke dialoog bij andere landen waarmee de EU een associatie-overeenkomst heeft, geleid tot verbetering van de mensenrechtensituatie? Zo ja, om welke landen gaat het dan? Zo neen, wat is er dan aan gedaan om de dialoog effectiever te maken?

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel ter goedkeuring van de Euro-mediterrane Overeenkomst met Algerije. De leden van de fractie van D66 zijn verheugd dat de Europese Gemeenschap en haar lidstaten de contacten met de landen van het Middellands Zeegebied versterken middels associatieverdragen. Euro-mediterrane relaties zijn van belang in het kader van economische vooruitgang en voor de politieke stabiliteit in de regio. De overeenkomst tussen Algerije en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten is een nieuwe stap in de totstandkoming van een Euro-mediterrane vrijhandelszone. Bovendien biedt het Akkoord mogelijkheden om de politieke dialoog tussen de lidstaten van de EU en Algerije een nieuwe dimensie te geven. De leden van de fractie van D66 constateren echter dat tot nu toe aan de mensenrechtenclausule in de verschillende associatieovereenkomsten onvoldoende invulling wordt gegeven. Onlangs heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op bijzondere aandacht voor de mensenrechtensituatie in Egypte en het nemen van passende maatregelen bij voortduring van de bestaande slechte situatie ten aanzien van mensenrechten in Egypte. De leden van de fractie van D66 verzoeken de regering aan te geven of er al verbetering in de mensenrechtensituatie in Egypte is gekomen. Indien dit niet het geval is, overweegt de regering dan om (in Europees verband) passende maatregelen te nemen? Zo ja, aan welke maatregelen denkt de regering? Zo nee, kan de regering aangeven wanneer zij dan wel over wil gaan tot het nemen van passende maatregelen? Voorts constateren de leden van de fractie van D66 dat in de huidige associatieakkoorden een evaluatiemechanisme ontbreekt dat de ontwikkeling van de mensenrechtensituatie volgt in de landen waar de akkoorden mee gesloten zijn. Is de regering bereid zich in te zetten voor het instellen van een onderzoeksmechanisme op Europees niveau om bijvoorbeeld jaarlijks een rapportage uit te brengen over de mensenrechtensituatie in de verschillende landen, opdat duidelijk is of er sprake is van een verbetering of een verslechtering daarvan en de EU de mogelijkheid krijgt maatregelen te nemen?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van voorliggend voorstel. Deze leden zijn in principe positief gesteld over het instrument associatie-akkoorden, waarmee de Europese Unie een politieke dialoog aangaat met mediterrane landen.

De leden van de fractie van de SGP hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot goedkeuring van de op 22 april 2002 totstandgekomen associatie-overeenkomst tussen de EU en Algerije.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

TITEL I POLITIEKE DIALOOG

De leden van de fractie van de PvdA vragen de regering om een overzicht van de actuele situatie met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de democratische beginselen in Algerije en de mate waarin er reeds sprake is van een constructieve politieke dialoog. Deze leden vragen de regering voorts concreet aan te geven hoe de regering zelf de associatieovereenkomst zal hanteren om de politieke dialoog te versterken en daadwerkelijke verbetering van de situatie in Algerije te bewerkstelligen.

De leden van de fractie van GroenLinks maken zich grote zorgen over de mensenrechtensituatie in Algerije en de politieke hervormingen. Amnesty International schrijft hierover: «Het geweld wordt uitgeoefend door islamitische terreurbewegingen, paramilitaire milities en veiligheidstroepen, tegen elkaar en tegen groepen burgers. In 2002 zijn tot nu toe minstens 600 Algerijnse burgers gedood op markten, bij valse controleposten of in hun eigen huis. «Verdwijningen» komen nog geregeld voor. Door de regering toegezegd onderzoek naar 4 000 «verdwijningen» (i.c. arrestaties door veiligheidstroepen en milities) tussen 1993 en 1999 is nog niet opgestart. Met name deze straffeloosheid is zorgwekkend, vooral waar het gaat om het uitblijven van rechtsvervolging van leden van veiligheidstroepen en milities». Op welke wijze denkt de EU de Algerijnse regering aan te spreken op de rol van de veiligheidstroepen? Zijn de «verdwijningen» nu inmiddels onderzocht? Is de EU voornemens bovenbeschreven zaken in de dialoog met de Algerijnse regering te bespreken? De Werkgroep inzake gedwongen en Onvrijwillige Verdwijningen van de Verenigde Naties werd in 2001 de toegang geweigerd. Heeft deze Werkgroep inmiddels in 2002 of 2003 wel toegang gekregen? Hebben de verzoeken van de speciale VN-rapporteur inzake buitengerechtelijke, standrechtelijke of willekeurige executies en van de speciale VN-rapporteur inzake foltering om Algerije te bezoeken inmiddels geleid tot uitnodigingen? Het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) heeft in 1999 het bezoeken van gevangenissen hervat. Nadat ze in 2000 tot het land waren toegelaten, vroegen Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties opnieuw toestemming voor een bezoek, maar eind 2001 was dit nog niet verleend. Wat is nu de stand van zaken? Is de EU bereid dit aan de orde te stellen?

De leden van de fractie van GroenLinks wijzen er op dat wijzigingen in het wetboek van strafrecht de vrijheid van meningsuiting in gevaar hebben gebracht. De boetes voor belastering zijn verhoogd. Amendementen op de wet schrijven gevangenisstraffen voor tot één jaar en boetes tot 250 000 dinar (circa € 3500) voor personen die schuldig worden bevonden aan het belasteren van de president van de republiek of andere overheidsinstellingen zoals het leger, het parlement of de rechterlijke macht, met gebruikmaking van het geschreven of gesproken woord of een afbeelding. De redacteur en uitgever van een aanstootgevend artikel of afbeelding lopen eveneens gevaar te worden vervolgd. Straffen, waaronder gevangenisstraffen tot drie jaar, zijn tevens ingevoerd voor iedereen die zonder toestemming probeert te prediken op gebedsplaatsen. Het gewijzigde wetboek van strafprocedure, van kracht geworden in juni 2002, heeft de wettelijk toegestane termijn van voorlopige hechtenis uitgebreid. Mensen die worden beschuldigd van «misdrijven die als terroristische of subversieve daden worden beschouwd», kunnen nu maximaal 32 maanden in voorarrest worden gehouden. Worden deze wijzigingen in het wetboek van strafrecht ook onderdeel van de politieke dialoog, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks.

De leden van de fractie van D66 zijn van mening dat de Overeenkomst een goed kader biedt om de politieke dialoog aan te gaan over onder andere de mensenrechtensituatie. In de Memorie van Toelichting is het onderhandelingsproces kort beschreven. De onderhandelingen met Algerije zijn op een goed moment onderbroken, vanwege de verslechterende politieke situatie aldaar. Deze leden vragen de regering wat de directe aanleiding was voor het tijdelijk onderbreken van de onderhandelingen. Ook vragen zij de regering om aan te geven op welke gronden daarna is besloten het onderhandelingsproces te hervatten. Is tijdens de onderhandelingen gesproken over de actuele situatie in Algerije? Is er gesproken over de door Amnesty International geconstateerde stelselmatige martelpraktijken van onder andere verdachten van door de Algerijnse autoriteiten als terroristische activiteiten aangemerkte handelingen? Is de kwestie van geheime en niet-erkende detentie aan de orde geweest? Is er gesproken over de vrijheid van meningsuiting en de officiële erkenning van de Berbertaal en -cultuur? Is er voorts aandacht geweest voor de ongeveer 4000 mannen en vrouwen, die sinds 1993 na hun arrestatie door leden van de veiligheidstroepen of paramilitaire milities zijn «verdwenen»? Is er met de Algerijnse regering gesproken over de toegang tot Algerije van internationale organisaties, zoals het Internationale Rode Kruis en de Werkgroep inzake Gedwongen of Onvrijwillige Verdwijningen van de VN? Deze leden vragen de regering om aan te geven wat de uitkomsten van de onderhandelingsgesprekken op bovengenoemde punten waren. Voorts vragen zij of er tijdens de onderhandelingen ook is gesproken over voorgenomen hervormingsplannen van de Algerijnse regering. Zijn er afspraken gemaakt met de Algerijnse autoriteiten over het doorzetten van de hervormingsplannen? Is er een koppeling gelegd tussen het onderhavige verdrag en het uitvoeren van de hervormingen? Kan de regering aangeven hoe zij invulling wil geven aan de mensenrechtenclausule opgenomen in dit Verdrag? Kan de regering daarbij ingaan op de huidige situatie in Algerije? Kan de regering in haar antwoord de situatie met betrekking tot de straffeloosheid, de geheime detentie en de martelpraktijken betrekken? Kan de regering voorts aangeven in hoeverre zij bereid is internationale organisaties en mensenrechtenactivisten te ondersteunen om toegang tot Algerije te verkrijgen? Wordt in dit kader ook gesproken over justitiële instellingen en rechterlijke procedures in Algerije?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn van mening dat Algerije op een aantal punten positief afsteekt ten opzichte van enkele andere landen waarmee de Europese Unie een associatie-overeenkomst heeft gesloten. Maar toch is daarmee niet alles gezegd. Uit het ambtsbericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van december 2002 blijkt dat in Algerije op een paar punten een zorgelijke situatie bestaat, met name op het terrein van de mensenrechten. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen een reactie van de regering hoe dit associatie-akkoord in positieve zin kan bijdragen aan de verbetering van de volgende punten:

– De vrijheid van godsdienst. In het genoemde ambtsbericht is te lezen dat er in Algerije sprake is van staatscontrole op de geloofsbeleving. Bekend is dat niet-moslims in het dagelijks leven te maken hebben met nogal wat beperkingen.

– De positie van gewapende groeperingen in Algerije. Berichten die in Nederland bekend worden over Algerije gaan vaak over misdaden (verdwijningen en mishandelingen) begaan door oppositiegroepen.

– Kindsoldaten. Algerije staat vermeld op de lijst van landen waar kindsoldaten actief zijn.

– De positie van mensenrechtenorganisaties. Uit het genoemde ambtsbericht wordt duidelijk dat mensenrechtenorganisatie die zich uitlaten over mensenrechten strafbaar gesteld kunnen worden.

Als algemeen punt vragen deze leden een reactie op de vraag die Amnesty International stelde nadat op 22 april 2002 het associatie-akkoord was ondertekend: komen mensenrechten in de dialoog met Algerije wel prominent aan de orde? Daarnaast vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie naar de positie van de overheid in Algerije. Na gewelddadigheden door de genoemde militaire groepen trad de overheid vaak excessief hard op. Deze leden vragen naar het machtsevenwicht tussen de overheid en militaire oppositie.

Gelet op Titel I (Politieke dialoog) en Titel VIII (Samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken) vragen de leden van de fractie van de SGP de regering welke eisen door de EU gesteld worden aan Algerije betreffende het handhaven van de mensenrechten en de bestrijding van het islamitisch terrorisme op eigen grondgebied. Deze leden maken zich grote zorgen over de situatie in Algerije, waar al sinds 1992 de noodtoestand van kracht is, en vragen daarom of, indien op deze punten de situatie in Algerije niet drastisch verbetert, dit consequenties zal hebben voor de economische en politieke relaties tussen de EU en Algerije. Zij vragen de regering nader op deze aspecten in te gaan.

TITEL II VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN

De leden van de fractie van D66 vragen naar de stand van zaken met betrekking tot de toetredingsonderhandelingen met Algerije in het kader van de WTO. Voorts vragen zij waarom op sommige agrarische en landbouwproducten beperkingen in het vrijhandelsregime zijn opgelegd. Welke Europese landen hebben beperkingen afgedwongen op bijvoorbeeld pulp van citrusvruchten en welke redenen zijn hiervoor aangevoerd? Kan de regering ook voor de andere producten waarvoor niet direct alle beperkingen zijn opgeheven, aangeven welke Europese landen op handhaving van deze beperkingen hebben aangedrongen en welke redenen zij hiervoor aanvoerden? Is bij de onderhandelingen over visserijproducten ook de problematiek inzake het leeg vissen van de oceanen besproken? Zo ja, wat is de visie van de Algerijnse regering op dit punt? En is er gesproken over een gemeenschappelijk plan van aanpak? Zo nee, waarom niet en zal er in de toekomst met Algerije over dit probleem worden gesproken?

TITEL IV BETALINGEN, KAPITAAL, CONCURRENTIE EN ANDERE ECONOMISCHE BEPALINGEN

De leden van de fractie van D66 vragen de regering om aan te geven in welke sectoren de Algerijnse regering tot dusverre een monopolie heeft en aan welke (overheids)ondernemingen bijzondere of exclusieve rechten zijn toegekend. Wat is de stand van zaken met betrekking tot liberalisering van deze sectoren? Op welke wijze ondersteunt de Gemeenschap in het algemeen en Nederland in het bijzonder dergelijke privatiseringsprocessen? Voorts vragen deze leden welke gevolgen artikel 45 heeft voor de bescherming van persoonsgegevens. Vereist dit artikel aanpassing van de Nederlandse regelgeving? Zo ja, in welke zin?

TITEL V ECONOMISCHE SAMENWERKING

De leden van de fractie van D66 vragen de regering om informatie over het Algerijnse beleid ten aanzien van milieu en natuur.

TITEL VI SAMENWERKING OP SOCIAAL EN CULTUREEL GEBIED

De leden van de fractie van D66 vragen welke OS-activiteiten in Europees verband zijn gericht op verbetering van de economische situatie in Algerije. Kan de regering concrete voorbeelden geven van samenwerkingsprojecten die vallen onder artikel 74? Hebben de Algerijnse autoriteiten hun medewerking toegezegd aan samenwerking met internationale organisaties om samenwerkingsprogramma's op te zetten?

TITEL VIII SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

De leden van de fractie van D66 vragen welke instrumenten de Europese Unie en Nederland kunnen inzetten indien Algerije de bepalingen tot terugname en overname van personen niet naleeft. Welke toezeggingen heeft Algerije gedaan met betrekking tot het afgeven van persoons- en reisdocumenten in het kader van de bepaling over terug- en overname van personen? Wordt bij de samenwerking op juridisch en justitieel gebied ook de wijze van behandeling en berechting van verdachten betrokken? Kan de regering aangeven wat de houding van Algerije is ten aanzien van het Internationaal Strafhof? Is er met Algerije gesproken over de reikwijdte van het begrip «terrorisme»? Hoe moet de term «terrorismebestrijding» in het onderhavige Verdrag worden geïnterpreteerd? Wat is de stand van zaken met betrekking tot corruptie in verschillende sectoren in Algerije? Welke maatregelen worden er genomen om de corruptie in Algerije tegen te gaan? Kent Algerije een bankgeheim? En zo ja, op welke termijn is opheffing van het bankgeheim voorzien?

TITEL IX INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Ten slotte vragen de leden van de fractie van D66 welke bepalingen in de overeenkomst zijn opgenomen ten aanzien van de naleving van de overeenkomst. Is de regering van mening dat deze bepalingen effectief bijdragen aan de naleving van de overeenkomst?

De voorzitter van de commissie,

De Haan

De griffier van de commissie,

Van Oort


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Terpstra (VVD), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GL), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Wilders (VVD), Van Baalen (VVD), Van Aartsen (VVD), Van Winsen (CDA), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Hirsi Ali (VVD) en Vacature (D66).

Plv. leden:, Vacature (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Stuurman (PvdA), Vos (GL), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam, MFA (PvdA), Sterk (CDA), De Vries (VVD), Rijpstra (VVD), Vacature (VVD), Vacature (CDA), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Vacature (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Vacature (CDA), Çörüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Waalkens (PvdA), Geluk (VVD) en Dittrich (D66).

Naar boven