28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2019

Tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het lid Özütok (GroenLinks) aandacht gevraagd voor de positie van de onafhankelijke vertrouwenspersoon (Handelingen II 2018/19, nr. 15, item 5). In dat kader heeft zij mij gevraagd of ik bereid ben een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor de rijksoverheid in te stellen, die mogelijk buiten de organisatie geplaatst kan worden.1 Ik heb toegezegd te zullen onderzoeken of er aanwijzingen zijn die ertoe zouden moeten leiden dat er ook buiten de organisaties een vertrouwenspersoon wordt ingesteld. In dat kader heb ik tevens toegezegd u voor het eind van het jaar te informeren over de positie van de vertrouwenspersoon en de stand van zaken met betrekking tot dat onderzoek. Naast de vragen bij de begrotingsbehandeling zijn, n.a.v. het rapport van de Commissie Giebels over sociale veiligheid bij Defensie, ook vragen naar boven gekomen over een rijksbrede escalatiemogelijkheid voor interne melders. Deze zal ik in het onderzoek betrekken.

Daarnaast gaat de brief ook in op de mogelijkheden voor externen/derden om een melding te doen van vermoede integriteitsschendingen door ambtenaren of een klacht in te dienen over ongewenste omgangsvormen, waaronder seksuele intimidatie. Als bijlage treft u een inventarisatie aan van bestaande meldpunten binnen de rijksoverheid waar externen2 terecht kunnen3.

Positie van de vertrouwenspersoon

Een onafhankelijk functionerende vertrouwenspersoon is essentieel voor een veilige werkplek en onmisbaar in een goed stelsel van integriteitsvoorzieningen. Hierbij is van groot belang dat de vertrouwenspersoon op geen enkele manier nadelige gevolgen mag ondervinden in verband met zijn taakuitoefening zodat hij of zij volledig onafhankelijk kan functioneren.

De onafhankelijkheid van de vertrouwenspersoon is gewaarborgd in regelgeving. De vertrouwenspersoon wordt onder andere beschermd in de «Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie».4 Daarnaast vloeit de bescherming van de vertrouwenspersoon ook voort uit het goed werkgeverschap krachtens artikel 125 ter van de Ambtenarenwet.

Elk ministerie heeft een centrale integriteitscoördinator en daarnaast op maat een netwerk van onafhankelijke vertrouwenspersonen decentraal in de organisatie. Het gaat daarbij om zowel vertrouwenspersonen integriteit (vpi) met de interne klokkenluidersregeling als grondslag als om de vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen (vpoo), aangesteld in het kader van arbeidsomstandighedenbeleid als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet. Meestal zijn deze beide rollen belegd bij één vertrouwenspersoon.

Bij organisaties van grotere omvang zijn er meerdere vertrouwenspersonen benoemd vanwege waarborgen van toegankelijkheid op de werkvloer. Het is overigens al wel mogelijk om ervoor te kiezen ook een functionaris vanuit een andere organisatie te benoemen als vertrouwenspersoon. Binnen de sector Rijk maken op dit moment enkele ministeries gebruik van een vertrouwenspersoon die vanuit een andere organisatie de rol van vertrouwenspersoon vervult.

Perspectief medewerkers

Het is van belang om in het kader van de gestelde vraag het perspectief van de medewerkers op het functioneren van de vertrouwenspersoon in beeld te brengen. Daartoe zal ik via gericht representatief medewerkersonderzoek vragen naar – aanvullende – behoeften op het vlak van beschikbaarheid van onafhankelijke vertrouwenspersonen.

Behoeften vertrouwenspersoon

Uit onderzoek is gebleken dat de vertrouwenspersoon zich in een spagaat kan bevinden tussen het belang van degene die een beroep op hem of haar doet en het organisatiebelang.5 In veel ambtelijke organisaties, ook binnen de rijksoverheid, vervult een medewerker de rol van de vertrouwenspersoon als neventaak naast de normale werkzaamheden.

Door middel van een behoeftepeiling wordt een uitvraag gedaan naar de wensen en behoeften van de vertrouwenspersonen binnen de sector Rijk. De peiling richt zich op de drie hoofdonderwerpen: onafhankelijkheid, vakbekwaamheid en toegankelijkheid. In dit onderzoek wordt expliciet meegenomen hoe vertrouwenspersonen zelf aankijken tegen een aanvullende vertrouwenspersoon die vanuit een andere organisatie de rol van vertrouwenspersoon uitvoert.

Meldpunt integriteitsschendingen voor externen

Het Ministerie van BZK heeft een inventarisatie gemaakt van de meldpunten waar externen terecht kunnen met klachten en meldingen over integriteitsschendingen, zoals ongewenste omgangsvormen en seksuele intimidatie door ambtenaren.6

Deze inventarisatie is gedaan naar aanleiding van een casus bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarover Kamervragen zijn gesteld aan de Minister van Buitenlandse Zaken.7

Bestaand centraal meldpunt

Op grond van hoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht kan «eenieder» een klacht indienen via rijksoverheid.nl. Deze «postbus» is feitelijk te beschouwen als een algemeen centraal meldpunt voor externen. De klachtafhandeling gebeurt op grond van de wet vervolgens decentraal, namelijk door het departement waartegen de klacht is gericht.

Bekendheid rijksoverheid.nl

Het schort wel enigszins aan bekendheid van dit algemene meldpunt. Er zijn verbeteringen mogelijk rondom rijksoverheid.nl en de aansluiting hiervan op de websites van de ministeries. De aanpak van de ministeries verschilt onderling sterk en dit zorgt mogelijk voor ongewenste onduidelijkheid. Een oplossing hiervoor is een makkelijk vindbare, centrale doorverwijspagina waarop informatie en mogelijkheden omtrent het melden van vermoede integriteitsschendingen en van klachten over ongewenste omgangsvormen van alle departementen, overzichtelijk zijn weergeven. Het Ministerie van BZK beziet op dit moment de mogelijkheden om in samenwerking met het Ministerie van AZ een centrale doorverwijspagina op te zetten. Ook externen moeten eenvoudig de weg weten te vinden wanneer zij overwegen een melding te doen of een klacht in te dienen over een ambtenaar. Die routes via rijksoverheid.nl moeten laagdrempelig, eenvoudig en glashelder zijn.

Voortgang

Ik zal uw Kamer in juni 2019 informeren over:

  • De acties ter verbetering van de bekendheid van rijksoverheid.nl

  • De uitkomst van het onderzoek naar de positie van de vertrouwenspersoon binnen de rijksoverheid.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 408.

X Noot
2

Met het begrip externen wordt hier mensen en partijen bedoeld die niet werkzaam zijn bij de organisatie waar de melding betrekking op heeft.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Zie artikel 2 Interne klokkenluidersregeling Rijk, Politie en Defensie, Stb. 2016, nr. 542.

X Noot
5

Onderzoek naar interne meldsysteem integriteit binnen de Nederlandse overheid, VU Amsterdam 2013, p. 117–118. Onderzoek in opdracht en met medewerking van BIOS en het Ministerie van BZK.

X Noot
6

Zie bijlage bij deze brief, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 410.

Naar boven