Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2016
In mijn brief van 8 november jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de samenstelling
van de onderzoekscommissie COR politie (Kamerstuk 28 844, nr. 107). Voorts heb ik tijdens het Algemeen Overleg onderzoeksopdracht COR politie van 16 november
jl. toegezegd u te informeren over de aangepaste onderzoeksvragen en de wijze waarop
(politie)ambtenaren, die informatie (willen) delen met de commissie, worden geïnformeerd
over de voor hen geldende waarborgen.
Commissie
Hierbij informeer ik u dat de heer drs. M.A. Ruys MBA bereid is gevonden per 1 december
2016 het voorzitterschap van de onderzoekscommissie op zich te nemen. De heer Ruys
was onder meer werkzaam als secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en Voorzitter van de Raad van Bestuur a.i. van de NZa. In overleg
met de heer Ruys wordt de verdere samenstelling van de commissie bepaald. Zodra de
commissieleden bekend zijn en de commissie mij een inschatting kan geven van het tijdpad,
stel ik uw Kamer daarvan op de hoogte.
Onderzoeksopdracht
Naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 16 november jl. formuleer ik de onderzoeksvragen
voor de commissie als volgt:
A.
Wat is de betrokkenheid van de voormalig korpschef geweest bij beslissingen ten aanzien
van en het houden van toezicht op de financiën van de Centrale Ondernemingsraad (hierna:
COR)?
B.
Heeft de handelwijze van de voormalig korpschef inzake de financiën dan wel anderszins
in zijn relatie tot de (voorzitter van de) COR invloed gehad op de besluitvorming
c.q. advisering door de COR en zo ja, welke?
C.
Welke kennis en rol hadden de (voormalig) Minister van Veiligheid en Justitie en/of
zijn departement ten aanzien van het onder A en B genoemde? Over welke kennis behoorde
de (voormalig) Minister van Veiligheid en Justitie vanuit zijn verantwoordelijkheid
te beschikken?
Het stenografisch verslag van het Algemeen Overleg d.d. 16 november jl. is inmiddels
aan de voorzitter van de commissie verstrekt. Daarnaast bevestig ik, gelijk aan het
verzoek1 van uw Kamer, dat de berichtgeving omtrent de mogelijke geldlening van de voormalig
korpschef aan de voormalig voorzitter van de COR tot de scope van het onderzoek behoort.
Klokkenluidersregeling
Zowel de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie als de
korpschef zal een oproep via intranet doen om alle relevante informatie die binnen
mijn ministerie en de politie beschikbaar is aan de commissie te verstrekken. Zoals
vermeld in mijn brief van 8 november jl. wordt expliciet onder de aandacht van medewerkers
die zich met informatie melden, gebracht dat zij, in het verlengde van de bestaande
klokkenluidersregeling die betrekking heeft op melding van vermoedens van misstanden
aan leidinggevenden en vertrouwenspersonen binnen het ministerie, dezelfde bescherming
zullen genieten als zij rechtstreeks informatie verstrekken aan de commissie.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur