28 843
Regels met betrekking tot de productie, de keuring en de exploitatie van kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (Wet kabelbaaninstallaties)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 september 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 20, tweede lid, wordt «Een kabelbaanvergunning wordt verleend» vervangen door: Een kabelbaanvergunning kan worden verleend.

2. Na artikel 39 wordt, onder vernummering van de artikelen 40 en 41 tot 43 en 44 een drietal artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 40

De Spoorwegwet (Stb. 1875, 67) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Deze wet is niet van toepassing op hoofdspoorwegen, aangewezen krachtens artikel 2, eerste lid, van de Spoorwegwet.

B

In artikel 74, tweede lid, wordt «Spoorwegwet» vervangen door: Spoorwegwet 1875.

Artikel 41

Aan artikel 1 van de Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118) wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Spoorwegwet: Spoorwegwet 1875.

Artikel 42

De Spoorwegwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 76, eerste lid, wordt «, voorzover het de aan hem bij of krachtens deze wet toegekende bevoegdheden betreft» vervangen door: met uitzondering van de verplichtingen als bedoeld in het tweede lid.

B

In de artikelen 63, tweede lid, 71, vijfde lid, en 76, derde lid, wordt «3, tweede lid» vervangen door: 54a.

3. In het tot 43 vernummerde artikel 40 wordt «de dag van na de datum» vervangen door: de dag na de datum.

Toelichting

Algemeen

Deze nota van wijziging is voor wat de wijzing van artikel 20 betreft, aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele wetstechnische onvolkomenheden die aan het licht kwamen na aanneming in de Eerste Kamer van de nieuwe Spoorwegwet (Stb. 2003, 264) langs de weg van een nota van wijziging van de Wet kabelbaaninstallaties aan te passen.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel 1

Zoals uiteengezet in de nota naar aanleiding van het verslag, wordt de imperatieve bepaling van artikel 20, tweede lid, dat een kabelbaanvergunning wordt verleend voor een bepaalde tijd, gewijzigd in een facultatieve bepaling. Door deze wijziging kan een vergunning in normale gevallen voor onbepaalde tijd worden verleend en kan in bijzondere gevallen wel een geldigheidsduur worden bepaald.

Onderdeel 2

Artikel 40

Deze wijziging van de Spoorwegwet (Stb. 1875, 67) heeft als doel de oude Spoorwegwet, en vooral de daaronder liggende amvb's, alleen te laten gelden voor andere spoorwegen dan hoofdspoorwegen in de zin van de nieuwe Spoorwegwet. Om de oude Spoorwegwet (Stb. 1875, 67) te onderscheiden van de nieuwe Spoorwegwet wordt de citeertitel gewijzigd in Spoorwegwet 1875. De Spoorwegwet 1875 en de Locaalspoor- en Tramwegwet geven de grondslag voor een aantal amvb's die vooralsnog in stand moeten blijven: het Metroreglement, het Tramwegreglement, het Reglement dienst hoofd- en lokaalspoorwegen, het Reglement op de Raccordementen en het Algemeen Reglement Vervoer. Artikel 116 van de Spoorwegwet biedt ook een basis om deze oude amvb's die betrekking hebben op lokale en bijzondere spoorwegen te laten voortbestaan. Echter, de opsomming in artikel 116 van de Spoorwegwet is niet volledig en een aantal amvb's verwijst naar de Spoorwegwet 1875.

Bepaalde artikelen van de nieuwe Spoorwegwet die uitsluitend betrekking hebben op lokale en bijzondere spoorwegen zullen vooralsnog niet in werking treden (bijvoorbeeld artikel 2, derde en vierde lid).

De genoemde amvb's zullen in de toekomst worden vervangen door nieuwe amvb's op grond van artikel 94 van de Spoorwegwet.

Artikel 41

Deze wijziging van de Locaalspoor- en Tramwegwet hangt samen met de wijziging van de citeertitel van de Spoorwegwet (Stb. 1875, 67). Met deze wijziging wordt gespecificeerd naar welke Spoorwegwet deze wet en de amvb's die daaronder hangen verwijzen: de Spoorwegwet 1875.

Artikel 42

Onderdeel A

Bij de vierde nota van wijziging van de Spoorwegwet is bij vergissing de mogelijkheid van de minister om bestuursdwang toe te passen beperkt ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel. Deze beperking wordt hierbij gecorrigeerd.

Onderdeel B

Bij de opstelling van de artikelen van de Spoorwegwet genoemd in het eerste lid, is over het hoofd gezien dat de inhoud van artikel 3, tweede lid, met de wijziging van de Mededingingswet (Kamerstukken I 2001/02, 27 639, nr. 228) in een nieuw artikel 54a is opgenomen. Door deze wijziging wordt naar het correcte artikel 54a verwezen.

Onderdeel 3

Het oorspronkelijke artikel 40 van de Wet kabelbaaninstallaties dat in deze nota van wijziging is vernummerd tot artikel 43, bevatte een fout die met deze wijziging wordt hersteld.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven