Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28839 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28839 nr. 4 |
Vastgesteld 25 april 2003
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Het wetsvoorstel volgt het herindelingadvies zoals door provinciale staten van Zuid-Holland is vastgesteld.
De leden van de CDA-fractie zijn het met de regering eens dat gemeentelijke herindelingen hun basis moeten vinden in een voorstel van de betrokken gemeenten of van de provincie. De regering dient zelf geen initiatieven tot herindeling te nemen, maar deze meest vergaande vorm van samenwerking tussen gemeenten van «onderop» te laten komen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot gemeentelijke herindeling van het Westland. De gemeenten in het Westland hebben door het proces dat zij gezamenlijk hebben doorlopen een voorbeeldfunctie voor andere regio's in Zuid-Holland. Samen zoeken naar een goede schaal voor toekomstige gemeentelijke organisatie is van groot belang. Gezamenlijk de angst voor een herindeling overwinnen en zelf kiezen voor een nieuwe bestuurlijke schaal voor de toekomst is lovenswaardig, zo menen de aan het woord zijnde leden.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot herindeling van het Westland. Na de voorgestelde herindeling komen twee gemeenten tot stand, een forse «glasgemeente» met ongeveer 96 000 inwoners en een beperktere «grasgemeente» met zo'n 18 000 inwoners.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden stellen vast dat de voorgenomen herindeling kan rekenen op een breed draagvlak bij de betrokken gemeenten. De genoemde leden constateren dat de vijf zogeheten «glasgemeenten» in een eerdere fase de voorkeur gaven aan herindeling van de zeven bestaande gemeenten tot één nieuwe gemeente in het Westland. Vanuit het oogpunt van interne samenhang stemmen de leden van de SGP-fractie echter in met het door de provincie gekozen en door de regering overgenomen onderscheid tussen «glas- en grasgemeenten».
Discussie over de bestuurlijke toekomst van het Westland
De leden van de CDA-fractie vinden dat er een groot draagvlak onder de bevolking moet zijn. In de memorie van toelichting staat vermeld dat uit de gehouden volksraadplegingen blijkt dat het streven naar gemeentelijke herindeling breed gedragen wordt door de bevolking. Kan de regering aangeven of in de diverse raadplegingen een specifiek herindelingvoorstel of slechts een algemene vraag is voorgelegd, zo vragen de aan het woord zijnde leden.
Een eis aan herindelingen is de aanwezigheid van een breed draagvlak onder de bevolking. Uit de toelichting bij het wetsvoorstel wordt duidelijk dat de betrokken gemeenten in min of meerdere mate instemmen met de vorming van twee nieuwe gemeenten. De leden van de fractie van de ChristenUnie ontvangen graag nadere informatie over de georganiseerde volksraadplegingen waaruit duidelijk zou worden dat de voorgestelde gemeentelijke herindeling door de bevolking breed gedragen wordt.
Provincie Zuid-Holland: beleid en herindelingprocedure
Blijkens de memorie van toelichting is een aantal mogelijk belanghebbende buurgemeenten tijdens de door de provincie ingezette arhi-procedure niet expliciet gehoord over hun opvattingen. Waarom is dat niet gebeurd, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Wat is de opvatting van deze buurgemeenten over het voorliggende herindelingvoorstel?
Uit het wetsvoorstel wordt duidelijk dat er met de gemeente Delft overleg is geweest over het herindelingvoorstel en de te volgen procedure. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of er ook met de andere grensgemeenten, zoals onder andere Den Haag en Rotterdam, helemaal geen overleg is geweest over de voorstellen voor de nieuwe gemeenten Westland en Midden-Delfland.
In de memorie van toelichting wordt verwezen naar het nieuwe beleidskader gemeentelijke herindeling dat de regering heeft ontwikkeld. Hoewel het beleidskader nog niet behandeld is in de Tweede Kamer, nodigen de leden van de CDA-fractie de regering uit om voor elk van de zes daarin genoemde criteria afzonderlijk aan te geven in hoeverre de onderhavige herindelingvoorstellen daaraan voldoen. Is deze herindeling duurzaam op de langere termijn (25 jaar), afgezet tegen de bestuurlijke opvattingen en wensen van buurgemeenten zoals Den Haag en Delft, zo vragen deze leden.
De leden van de fractie van de ChristenUnie merken op dat de gevolgde strategie rond deze herindeling lijkt te passen in het in het Strategisch Akkoord vastgelegde beginsel dat herindelingen niet meer verplichtend worden opgelegd, tenzij dit op verzoek van betrokken gemeenten geschiedt dan wel op een daartoe strekkend voorstel van de provincie berust. In datzelfde Strategisch Akkoord wordt wel de mogelijkheden opengehouden van tussengemeentelijke oplossingen. Ook zouden gemeenschappelijke regelingen intensiever kunnen worden benut voor grensoverschrijdende problemen. De genoemde leden ontvangen graag een reactie van de regering over deze alternatieven voor herindeling en de gesignaleerde knelpunten in het Westland.
Met betrekking tot de grenzen van de nieuwe gemeenten vragen de aan het woord zijnde leden eveneens in hoeverre het voorliggende wetsvoorstel voldoet aan de eis van duurzaamheid.
De leden van de SGP-fractie vragen de regering een eigen verantwoording te geven over de wenselijkheid en noodzakelijkheid van de voorgestelde herindeling. Deze leden vragen daarbij of er met de voorgenomen herindeling geen lokale oplossingen wordt gezocht voor regionale knelpunten. In hoeverre zijn in het licht van de bestaande knelpunten alternatieve oplossingen overwogen, zo vragen deze leden.
Ten aanzien van de vorming van de gemeente Westland hebben de leden van de VVD-fractie slechts één vraag. Vijf gemeenten vormen samen een nieuwe gemeente van 96 000 inwoners. Wanneer denkt de regering dat deze gemeente kans maakt de grens van 100 000 inwoners te passeren? Deze grens is niet alleen psychologisch van belang, maar biedt de gemeente ook daadwerkelijk meer (financiële) mogelijkheden. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie hierop een reactie.
De nieuwe gemeente Midden-Delfland, in relatie tot de gemeente Delft
Wat is het oordeel van de regering met betrekking tot de financieel-economische basis van de nieuwe gemeente Midden-Delfland om haar toekomstige opgaven te kunnen vervullen (bijvoorbeeld ten aanzien van de reconstructie van het landelijk gebied alsmede het beheer en de bescherming van het open en groene landschap), zo vragen de leden van de CDA-fractie.
In de memorie van toelichting wordt verwezen naar het convenant tussen Delft en Schipluiden uit 2000 over onder meer de toekomstige grens tussen beide gemeenten. De leden van de CDA-fractie vragen de regering of met het huidige herindelingvoorstel alle afspraken uit dit convenant gerealiseerd gaan worden, Zo neen, wat gaat er gebeuren met de resterende afspraken, zo vragen deze leden.
Een van de gevolgen van het wetsvoorstel is dat een gedeelte van de gemeente Delft met een agrarische bestemming, over zal gaan naar de nieuwe gemeente Midden Delfland. In de memorie van toelichting wordt gewezen op twee geografische barrières (de spoorlijn tussen Delft en Schiedam en de binnenvaartroute van de Schie) die hiermee binnen de grenzen van de gemeente Midden-Delfland komen te liggen. Volgens de regering kan dit gegeven ook aan «de openbare orde en veiligheid van het gebied raken». De leden van de CDA-fractie nodigen de regering uit deze passage nader te onderbouwen. In hoeverre is sprake van een verhoogd risico voor de openbare orde en veiligheid als gevolg van de beoogde grensaanpassingen? Hoeveel mensen zijn woonachtig in dit gebied? Is de regering van mening dat het uitgangspunt van een «grasgemeente» Midden-Delfland doorslaggevend moet zijn in de beoordeling van de beoogde gebiedsovergang van dit deel van de gemeente Delft naar Midden-Delfland?
Ten aanzien van de nieuw te vormen gemeente Midden-Delfland hebben ook de leden van de VVD-fractie een aantal vragen.
Met zorg en verbazing zien de leden van de VVD-fractie de nieuwe grens tussen Delft en Midden-Delfland. Gaarne zien de betreffende leden een nadere beschouwing waarom de regering niet besloten heeft de kern Den Hoorn bij Delft te voegen. Is hier niet sprake van een steeds verdergaande aansluitende stedenbouwkundige ontwikkeling van Delft, zo vragen deze leden. Waarom kiest de regering er niet voor om de grens tussen Delft en Midden-Delfland vanaf Schiedam tot Rijswijk consequent de A 4 te laten volgen?
Het is de leden van de VVD-fractie ook onduidelijk waarom Delft zelfs grondgebied moet afstaan aan Midden-Delfland waardoor een wel erg vreemd grensbeloop ontstaat. Heeft de regering ook overwogen om een wat ruimere oplossing te kiezen voor Delft waardoor ongeveer 6000 inwoners, merendeel afkomstig uit Delft en geheel gericht op Delft, aan deze stad worden toegevoegd? De A 4 zou dan een natuurlijke grens kunnen zijn, zo merken deze leden op.
De aan het woord zijnde leden zijn van mening dat er in het voorstel van de regering nauwelijks sprake is van een evenwichtige ontwikkeling als er een gemeente van 96 000 inwoners en een gemeente van 18 000 inwoners wordt gecreëerd. Heeft de regering overwogen om de problemen van Delft ruimhartiger op te lossen en als consequentie daarvan de gemeenten Westland en Midden-Delfland samen te voegen tot één gemeente van iets boven de 100 000 inwoners, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Met het integraal overnemen van het advies van de Staten van Zuid-Holland neemt de regering ook de verantwoordelijkheid over ten aanzien van het eindresultaat. Is de regering van oordeel dat het thans voorliggende voorstel, ook bezien vanuit het perspectief van de toekomstige ontwikkelingen, het best denkbare voorstel is, zo vragen de aan het woord zijnde leden. Kan het zijn dat uiteindelijk de afweging tussen kwaliteit en draagvlak een oplossing laat zien die op langere termijn niet levensvatbaar is dan wel nadere correctie behoefd?
De leden van de VVD fractie verzoeken om een nadere inhoudelijke onderbouwing met name ten aanzien van de positie van Delft, de consequente keuze voor gras en glas en de levensvatbaarheid van de gemeente Midden-Delfland.
In de memorie van toelichting wordt ook gesproken over aspecten van openbare orde en veiligheid. Dit wordt duidelijk aangemerkt als een gemeentelijke aangelegenheid en dat dienaangaande goede afspraken moeten worden gemaakt tussen de gemeenten. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen aan welke specifieke aspecten wordt gedacht en of ook de provincie op dit gebied een coördinerende rol kan vervullen.
Grensbeloop tussen de nieuwe gemeenten
Het herindelingvoorstel leidt tot een gemeente Westland waarin de glastuinbouw de overheersende economische activiteit zal zijn. De nieuwe gemeente Midden-Delfland zal daarentegen een overwegend open en agrarisch karakter dragen, waarbinnen de veehouderij fungeert als economische drager van dat landschap. Bij de bepaling van de nieuwe grenzen tussen beide gemeenten heeft de regering het uitgangspunt scheiding van glas en gras van de provincie Zuid-Holland gevolgd. De leden van de CDA-fractie steunen dit uitgangspunt. Op grond van dit uitgangspunt gaan diverse gebiedsdelen over van de op te heffen gemeenten Schipluiden en Maasland naar de nieuwe gemeente Westland en vice versa. Dat geldt niet voor het kassengebied in de Oude Campspolder dat bij de gemeente Midden-Delfland wordt ingedeeld. Kan de regering aangeven in welke mate er sprake is van een goede en logische interne samenhang bij de beide nieuwe gemeenten, zo vragen deze leden.
In de stukken wordt steeds gemeld dat er sprake is van een glasgemeente en een grasgemeente. De leden van de VVD-fractie vragen of door het aannemen van een amendement in de Staten van Zuid-Holland dit uitgangspunt wel consequent is vastgehouden. Waarom heeft de regering de Oude Campspolder niet bij de gemeente Westland gevoegd, zo vragen deze leden. Is hier niet sprake van een doorbreking van de uitgangspunten?
De leden van CDA-fractie delen de opvatting van de regering dat de nieuwe te vormen gemeenten financieel levensvatbaar moeten zijn. Kan de regering exacter aangeven wat de te verwachten financiële voor- en nadelen voor beide nieuwe gemeenten zullen zijn?
De leden van de CDA-fractie vragen of wegvallende compensaties voor kleinschaligheid opgevangen kunnen worden door schaalvoordelen van de grotere gemeenten. Kan de regering dienaangaande concreet inzicht geven hoe groot deze schaalvoordelen zullen zijn? Zal deze gemeentelijk herindeling leiden tot een lastenverhoging voor de burgers van de nieuwe gemeenten? Zo ja, wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de gemeentelijke lastendruk?
Datum van herindeling en verkiezingen
Het voorliggende wetsvoorstel wordt gesteund door de provincie Zuid Holland en de zeven betrokken gemeenten. De leden van de CDA-fractie beoordelen dit draagvlak als een positieve randvoorwaarde voor de vorming van de nieuwe gemeenten, daar waar de gemeenten het in een eerder stadium niet eens konden worden over een unaniem herindelingadvies aan de provincie. Deze leden zijn met de regering van mening dat, conform de wens van de betrokken gemeenten, de herindeling plaats zou moeten vinden per 1 januari 2004. Deze leden steunen dan ook een voortvarende behandeling van het wetsvoorstel. Zij kunnen zich dan ook voorstellen dat de mogelijkheid van een referendum in het wetsvoorstel wordt uitgesloten, mede gezien het brede draagvlak voor de herindeling onder de bevolking en de gemeentebesturen. Waarom heeft de regering hiervoor niet gekozen in het wetsvoorstel, zo vragen deze leden.
De leden van de VVD-fractie hebben een voorkeur voor het realiseren van deze herindeling per 1 januari 2004. Deze leden verzoeken de regering spoedig te antwoorden op de door de Tweede Kamer gestelde vragen waardoor een snelle behandeling in de Tweede Kamer mogelijk wordt.
Het zou wenselijk zijn als de herindeling per1 januari 2004 effectief zou kunnen worden. Gezien de memorie van toelichting is het twijfelachtig of dat gaat lukken. Er lijkt de leden van de fractie van de ChristenUnie weinig in de weg te staan voor een spoedige parlementaire behandeling van dit voorstel. Deze leden vragen op welke datum de herindelingverkiezingen zouden worden georganiseerd bij het effectueren van de herindeling per 1 januari 2004.
De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor een zorgvuldige en tijdige behandeling van diverse vraagstukken ten aanzien van het ambtelijk personeel van de betrokken gemeenten. Met name de eventuele overgang van personeelsleden van de huidige gemeenten Maasland en Schipluiden naar de nieuwe gemeente Westland behoeft aandacht. De leden van de CDA-fractie gaan er overigens van uit dat er geen sprake zal zijn van een overgang van ambtenaren van de op te heffen gemeenten De Lier, 's-Gravenzande, Monster, Naaldwijk en Wateringen naar de nieuwe gemeente Midden Delfland, zoals in de memorie van toelichting staat beschreven.
Eén van de voorwaarden van het rijksbeleid inzake herindelingen is dat de nieuwe gemeente goede voorwaarden schept voor een sterke en ambtelijke organisatie. In dat verband bevreemdt het de leden van de fractie van de ChristenUnie dat aan het einde van de memorie van toelichting wordt gesproken over de waarschijnlijkheid dat de ene gemeente over veel en de andere gemeente over weinig medewerkers zal beschikken. Zeker als de herindeling per 1 januari 2004 doorgaat, lijkt het deze leden beter dat over deze aspecten aan medewerkers voor de definitieve herindeling duidelijk wordt verschaft.
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Rijpstra (VVD), Vos (GL), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Kamp (VVD), Remkes (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Rietkerk (CDA), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van As (LPF), Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA), Tonkens (GL), Bruls (CDA), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Straub (PvdA) en Boelhouwer (PvdA).
Plv. leden: Mosterd (CDA), De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Hirsi Ali (VVD), Halsema (GL), Giskes (D66), Van Aartsen (VVD), Nijs (VVD), Griffith, MPA (VVD), Dubbelboer (PvdA), Kant (SP), Blok (VVD), Meijer (CDA), Slob (CU), Rambocus (CDA), Varela (LPF), Vergeer-Mudde (SP), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Gent (GL), Ross-van Dorp (CDA), Çörüz (CDA), Nawijn (LPF), Balkenende (CDA), Verburg (CDA), Hamer (PvdA) en Leerdam (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28839-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.